Chapter 1.
Ik sloeg de deksel van mijn hutkoffer dicht. Dit jaar zou ik voor het eerst naar zweinstijn gaan. Ik zou voor het eerst buiten de hekken van villa Malfidus komen. 3 Dagen voordat de Heer verdween, gaf hij mijn ouders een opdracht. Moeder was net bevallen van een tweeling, een jongen en een meisje. Ik en Draco. Ik moest gespaard blijven. Hij was er niet zeker op dat hij alleen kon heersen, hij wilde een deel van zijn krachten ook aan iemand anders geven. Hij had iemand nodig. Op 16 jarige leeftijd zou ik mezelf bij hem sluiten. Toen hij verdween, waren mijn ouders altijd trouw aan hem gebleven. Ze geloofde er met volle overtuiging in dat hij zou terugkeren, dus ik bleef ik villa Malfidus. Wachten. Na 14 jaar gewacht te hebben, was het eindelijk zover. Voldemort was teruggekeerd. Hij bedánkte mijn ouders zelfs dat ik geheim was gebleven. Hij heeft me zelfs lessen gegeven en na 2 jaar was ik ongeveer op het Zweinstijn 7e jaar niveau. Ik moest alle kennis bezitten voordat ik zijn macht zou krijgen. Of ik het hier mee eens was? Ja. Na 16 jaar gewacht te hebben was ik klaar voor de strijd. Ik hield niet van doden, maar ik werd gek van deze plek. Er werd hard op de deur gebonst. 'Soraya verdomme kom nou! We wachten op je!' Riep mijn broers stem hard. Ah, mijn lieftallige broer. Hij heeft me altijd gepest dat ik gekozen was om met hem te heersen, en dat ik daardoor niet naar school mocht. Hij vertelde altijd vol trots hoe hij Harry Potter had vernederd, Ron Wemel en Hermelien Griffel had uitgescholden aan onze vader, die vervolgens om hem bulderde en ongelofelijk trots was. Ik lachte altijd mee, want anders kreeg ik weer een preek dat ik blij voor Draco moest zijn. Maar dit jaar had ook hij een taak. Perkamentus doden. Moeder was eigenlijk de enige die me steunde. Ze had het er erg moeilijk met de taak die ik heb gehad van de Heer. Ik deed de deur open en draafde de trap af. Dit jaar moest ik naar Zweinstein van Hem. Ik moest mezelf bekend maken, mensen bang maken voor wat ik kon. Draco zat er erg mee dat hij dat niet mocht doen. Hij was wel zo'n opschepper en hij kon natuurlijk niet opscheppen over zijn taak. Ik deed de deur open en liep naar de poort. Daar stond mijn familie. 'Kom'. Zei mijn moeder en ze stak haar hand uit naar mij. Har ogen waren nu al betraant. Ik zou hier weggaan. Gretig pakte ik haar hand en we werde weggezogen van villa Malfidus, voor de eerste keer in 16 jaar.
Er zijn nog geen reacties.