16.

Ik legde mijn hand op Mara’s voorhoofd en voelde dat die behoorlijk warm was. Ik haalde een nat washandje uit de badkamer en ging weer bij Mara zitten. Ik legde het koude doekje op haar voorhoofd. Haar ogen gingen open en keken me aan. Ik glimlachte naar haar en zwakjes glimlachte ze terug.
“Ik heb Rose en Brandon net samen gezien!” grijnsde ik tegen haar.
“Lief zijn ze hè?” mompelde Mara. Ik knikte instemmend, terwijl ik haar uitgelopen make-up begon weg te poetsen.
“Je hebt de rotzooi al opgeruimd, zie ik?”
Weer knikte ik.
“Bedankt,” fluisterde Mara.
“You’re welcome…”
Ik wist niet goed wat ik moest zeggen, maar gelukkig begon Mara zelf al.
“Jas, hoe weet je nou of je echt verliefd bent.”
BAM, die kwam aan. Ik fronste mijn wenkbrauwen en dacht na.
“Ik denk als je continu aan diegene denkt, graag bij hem wil zijn, over jullie toekomst fantaseert en dat als je bij hem bent je je intens gelukkig voelt.”
“Hmmm.”
Een tijdje bleven we zwijgend zitten, terwijl ik met het tapijt onder me speelde. Mara zuchtte.
“Toen ik zestien was had ik een vriend. Hij was negentien. In het begin was alles leuk en gezellig, maar hij begon steeds afstandelijker te doen. Ik ging met hem naar bed, omdat ik dacht dat onze relatie er beter van zou worden. Een paar weken daarna bleef het nog aan en leek alles weer normaal, maar daarna kreeg ik een brief van hem. Hij had alles alleen maar om de seks gedaan.”
Ik keek haar geschrokken aan en zag dat een traan over haar wang rolde. Ik ging naast haar op de bank zitten en omhelsde haar.
“Wat vreselijk Mara!”
“Daarna heb ik niet meer een vaste relatie gehad. Ik durfde niet meer. En nu… nu ben ik volgens mij verliefd. Écht verliefd. Op Matthew! Maar ik durf het niet Jas! Ik kan het niet!”
Ik opende mijn mond om wat te zeggen, maar geen geluid kwam uit mijn mond. Ik keek naar Mara, terwijl de tranen over haar wangen stroomde.
“Het komt goed, echt waar. Ga anders nog wat slapen.”
Ik stond op, legde een dekentje over Mara heen en drukte een kusje op haar voorhoofd. Voorzichtig liep ik de woonkamer uit en verliet ons huisje. Ik viste mijn mobiel uit mijn broekzak.
‘Ik moet je spreken! Over een halfuurtje bij de ‘ICEbar’ op het strand?’ Ik koos de contactpersoon en drukte op verzenden…