Chapter 1.3 - A goat, a trumpet and BAM
Jack was zo in gedachten verzonken dat hij bijna tegen de ander opbotste toen die plotseling bleef stilstaan.
"Huh? Wie, wat, waar is het gevaar?" stamelde hij, verward om zich heen kijkend. Zijn hand gleed opnieuw naar zijn zwaard.
De man zuchtte geërgerd. "Doe niet zo belachelijk. We zijn er."
Ze waren aangekomen bij de kust, bij een rustig stukje haven, een eindje bij de andere schepen vandaan.
"Oh. Juist ja." Hij kuchte en deed een stap achteruit. "En nu?"
"De Pearl," zei de magiër.
Jack zocht in zijn zakken naar het kleine, glazen flesje. Toen hij hem had gevonden, staarde hij nog even gebiologeerd naar het schip dat daarbinnenin deinde. Zo klein, en toch zo perfect.
"OEK!" Er kwam een miniatuuraapje op hem afgeslingerd, dat een luide kreet slaakte en zijn griezelig mensachtige armpje naar Jack uitstak. Hij schrok zo dat hij de fles bijna liet vallen.
"Ik haat die aap," mompelde Jack.
"Sta daar niet zo te treuzelen. We hebben niet de hele nacht de tijd," snauwde de magiër.
"Natuurlijk," zei Jack, die het flesje naar hem uitstak. Heel even meende hij een glimp op te vangen van iets dat daar niet thuishoorde... Maar dat was zijn verbeelding. Dat moest wel.
Zwijgend nam de man het van hem over en knipte met zijn vingers. Onmiddelijk kwam er iets door het donker op hen aflopen. Jack moest even in zijn ogen wrijven voor hij kon geloven wat hij zag.
Het was een geit. Met een trompet in zijn bek.
"Dit meen je niet," mompelde hij.
"Houd je onzinnige opmerkingen voor je," zei de man kortaf. Hij pakte de trompet uit de bek van de geit en begon te spelen.
Het was een simpele, triestige melodie - al begreep Jack niet hoe je nou triest kon spelen op een trompet, maar hij deed het. Het geluid klonk behoorlijk hard in de stille nacht, en hij keek nerveus om zich heen. Zouden mensen dit niet horen? Hij had weinig behoefte aan pottekijkers, hoewel dit één van de zeldzame keren was dat hij iets deed wat níét illegaal was. Nou ja, die adellijke kwasten zouden vast wel weer iets bedenken waardoor ook dit als een misdaad beschouwd kon worden. Misschien een 'gij zult niet trompet spelen midden in de nacht' wet of zoiets dergelijks.
Maar er kwam niemand kijken. Misschien had de magiër één of andere betovering uitgesproken zodat niemand hen kon horen. Of misschien keken de inwoners van deze haven wel helemaal niet meer vreemd op van iemand die 's nachts bij de haven muziek maakte. Het was natuurlijk ook nog mogelijk dat ze allemaal te doof waren van de harde muziek in kroegen en te bezopen om nog een trompet van een zeemeeuw te onderscheiden.
Na een tijdje spelen liep de man langzaam op de geit af. Plotseling, volkomen onverwacht, stopte hij met spelen en liet het instrument met een harde knal op diens kop terechtkomen. De geit zakte in elkaar, zoals te verwachten was - om zijn kop dansten vonken, zoals níét te verwachten was. In een snelle beweging liet de man de trompet vallen, wipte de stop van de fles, en ving de vonken om er vervolgens snel zijn duim overheen te doen.
Jack stond dit alles met open mond te bekijken.
"Doe dicht," spotte de magiër. "Of ik prop die fles zó je keelgat binnen. Heb je je geliefde Pearl altijd bij je."
Reageer (1)
Whahaha, dat laatste wat die magiër zegt
1 decennium geledenEn lekker slapen (: