Chapter 7 'Full Throttle'
“Heh, ik kan mijn werk ook nooit zonder turbulentie doen, misschien moet ik jullie gewoon met haar meenemen in het eeuwige as!” Fulgen sprong snel naar achter en zette zijn rechterhand verticaal voor zijn gezicht; “Flames of the dust, arise and bring the eternal wastes of Hell upon my enemies, “Dustfire Storm!””
Het zand onder iedereen begon in de lucht te zweven, voor ze allemaal in een vuurbal ontploften; “Ha!” Fulgen stopte en begon zichzelf voor te bereiden voor een grotere aanval; “Fires of Hell, flame of the horizon, embers of the burning Sun, I call upon thee! Come and-” “Bonejaw: Living Weapon of Flame!” Voor Fulgen verder kon kreeg hij het zwaard van Merthen vol in zijn gezicht. Hij vloog enkele meters naar achter en werd gestopt door iets; “Spiritsword Strike!” In Merthen’s handen vormde een geestige verschijning van zijn zwaard Bonejaw, waarmee hij Fulgen vol in zijn rug raakte.
“Dit moet het wel doen, Bonejaw!” Merthen keek naar Fulgen, die met zijn gezicht op de grond lag; “Ongelofelijk hoe hij mijn krachtigere aanvallen zo kan blokkeren zonder echt op zijn verdediging te letten. Dit soort types schakel je het beste uit door ze meteen te verrassen. Hoor je me, Tosh!?” Merthen pakte Bonejaw uit de lucht en hield deze bij de nek van Fulgens bewegingloze lichaam; “Was deze gozer echt alleen maar een beetje vlammetjes? Niet eens onze hulp waard, zou ik bijna denken...” Merthen hief Bonejaw en sloeg met volle vaart door de nek van Fulgen heen.
Net toen Merthen deze doorboorde, ontplofte Fulgens lichaam in een enorme vuurbal; “Spirits of fire, come to me and incinerate what lies before me, “Magical Archery, 179 Arrows of Fire!”” Voor Merthen zich kon herstellen van de vuurbal werd hij belaagd door magische pijlen die elk met vuurbommetjes hem raakte; “Je zat fout, jongen met de drakenkaak!” Vlak naast Tosh en Melina verscheen een dansend vuur, dat en mensengedaante aannam en Fulgen vormde; “Je dacht dat je mij had te pakken daar, maar je moet nooit je tegenstander onderschatten! Laat ik je dit bekostigen met je vriendje en mijn doelwit, “Flame Pulse.”” Nog voor de vuurbal de hand van Fulgen verliet, kon Tosh net op tijd met een van zijn dolken de arm van Fulgen opzij duwen, waardoor de bal verderop in het zand landde.
Merthen verscheen in een flits naast Fulgen; “Je gebruikt kopieën van jezelf om aan te vallen? Wat laf.” Merthen gaf een zwaai met Bonejaw en poogde deze in Fulgens maag te boren, echter blokkeerde hij deze met zijn blote hand.
‘Met een hand!? Hoe kan iemand Bonejaw met maar één hand opvangen!?’ Merthen was verbijsterd en keek Fulgen verbaasd aan; “Je zat weer fout, knul.” Fulgen grinnikte en vormde een brede grijs; “Ik gebruik geen kopieën, ik kan mezelf gewoon opblazen en hervormen verderop zonder problemen.” Fulgen lachte luidkeels en greep Melina bij haar hoofd vast; “Maar jullie... Zouden dat nooit overleven. Vaarwel!” Fulgens lichaam begon runen te tonen -Merthen herkende het Jashal script in een oogopslag- waar vuur over groeide; “Denotate!”Een explosie volgde van wel vijftig meter breed dat alles in zijn veld achterliet in vlammen, iets verder van het epicentrum vormde Fulgen uit het vuur; “Je zwakte vul je niet op door arrogantie, knul. Laat het volgende leven je deze les meegeven.” Fulgen kon een lachen niet inhouden en liep op de rookwolken af, op weg naar zijn doel: De staf.
“Niet zo snel jij!” Het vuur en zijn rookwolken verdwenen en Merthen was te zien met een rol die opbrandde; “Door het verbranden van een drakenrol kan je het element van die draak uit de omgeving laten verdwijnen voor enkele minuten. Nu ben je machteloos.” Fulgen pakte Bonejaw en rende in volle vaart op Fulgen af, wat een spectaculaire reeks van aanvallen en ontwijken werd.
Ondertussen was het stil tussen Tosh en Melina. Tosh probeerde een gesprek aan te knopen, maar Melina was stil en bewoog niet eens, puur uit angst. Hij voelde wel iets raars bij haar, iets bekends dat hij lang niet gezien zou hebben; “Meisje, wat is je naam?” Tosh poogde vriendelijk te zijn, maar had snel door dat hij in zijn rechterhand een dolk vast had en zijn zwaarden erg zichtbaar in hun schede zaten. Om veiligheid te tonen stopte Tosh zijn dolk terug bij de andere vier en reek haar een hand toe, want ze lag op de grond.
Melina durfde zich niet te verroeren. Haar benen weigerden mee te werken en haar armen hielden haar staf vast alsof het haar leven zelf was. Ze beet op haar lip en haar gezicht begon wat rood te worden; Die stem...
Melina pakte zijn hand en liet zich omhoog helpen door Tosh, die glimlachte. Daarna knipperde ze even met haar ogen. Ze kneep eventjes en zag een soort zwarte waas rond Tosh hangen. Melina slikte haar angst en verlegenheid even in en deed haar best om normaal over te komen; “H-heb j-je ooit t-t-tegen worm ge-gevochten?” Door haar stotteren werd Melina nog meer verlegen en kroop bijna ineen van schaamte.
Tosh viel stil, hij herkende iets. Na even nadenken wist hij wat hij herkende: Die stem die hij hoorde tijdens zijn gevecht met de wormen! Was zij dat? Tosh zette zijn hand onder zijn kin en viel stil in gedachten. ‘Dat was duidelijk haar stem... Hoe heeft zij mij kunnen aanspreken om dat moment? Sterker nog, hoe wist ze hiervan? Wie is zij?’ Tosh schudde zichzelf wakker; “Hoe weet jij van die wormen?”
Melina keek op, ze zat goed! Door interesse gedreven leek ze iets makkelijker te praten; “Ik heb het gedroomd... Ik droomde dat jij en die jongen daar met wormen gingen vechten, en toen ik iets zei leek je het te verstaan...” Melina keek weg van Tosh en zag Merthen in een verhit gevecht tegen Fulgen, die duidelijk de overhand had en het zo af zou gaan maken.
Tosh staarde Melina aan alsof ze water liet brandden. Zij was het echt... Zij was het die mij hun zwakke plek aangaf, die ons een boel moeite had bespaard. Maar hoe was zij daar, als ze dat gedroomd had? Hij schudde zijn hoofd om uit zijn dagdroom te komen en keek Melina weer aan; “Hoe weet je dit allemaal?” Tosh’ blauwe ogen sprongen van verbazing naar nieuwsgierigheid; “Sterker nog, wie ben je?” Melina deed haar mond open, maar een overweldigend geluid overstemde haar. Tosh draaide zich om en zag dat Fulgen de overhand kreeg op Merthen, die van aanvallen naar verdedigen moest veranderen om de vuurzee van Fulgen te overleven. “Kom mee!” Tosh trok snel aan Melina als teken om mee te komen.
“Je bent er geweest, knul! Nu je stomme rol mijn krachten niet meer blokkeert zal ik je hoogstpersoonlijk roosteren, “Flame Rod!”” Fulgen gooide verscheidene vuurstaven naar Merthen, wie deze allemaal nog maar net kon ontwijken. Hij probeerde met Bonejaw nog een frontale aanval op Fulgen, maar moest wijken voor een Flame Pulse. Net toen Fulgen zijn Flame Rods liet ontploffen voelde iedereen een trilling in de aarde, Fulgen draaide zich om toen hij ineens gebrul hoorde.
Uit het zand rees een grote draak, dat eruit zag alsof hij volledig uit zand bestond. Zijn rode ogen lichtte op van woede en keek om zich heen. Hij wendde zich tot Fulgen en kwam op hem af.
“En toen was het tijd dat ik weer verdween!” Fulgen gaf een gekke grijns; “Veel plezier met hem, het lijkt mij geen lieverdje!” Vervolgens verdween Fulgen in een snelle vuurflits.
Tosh, Merthen en Melina keken met open mond naar de plek waar eerst Fulgen zweefde, maar werden snel onderbroken door een luid gebrul. De zanddraak was nu omgedraaid en keek met zijn rode ogen recht naar Tosh. Merthen grijnsde en pakte Bonejaw; “Eerst die vuurgek, nu een zanddraak, wat komt hierna, een zwevend trollenhoofd? Laten we hier maar wat mee doen Tosh, we kunnen dit vast ook wel aan, go!” Merthen verstevigde zijn grip op Bonejaw en rende op volle kracht richting de draak. Ondertussen pakte hij een stormrol en begon een spreuk klaar te maken.
Tosh zuchtte en greep zijn zwaarden en keek naar de verstijfde Melina, in haar grijze ogen was de angst in drie boekdelen af te lezen en ze trilde helemaal. Tosh ging snel naast haar staan en sprak snel; “Laat dit maar aan ons over, we hebben al eens een zandworm aangepakt, dit lukt ons ook wel.” Tosh draaide daarna om en sprintte vervolgens op de draak af. Hij wist dat dit de grooste uitdaging tot nu toe is, maar hij kon nu niet falen., niet terwijl hij een weerloos meisje moest beschermen. Dat zal hij vast vaker moeten doen.
De draak liet niet op zich wachtten en viel meteen aan. hij focuste op de op hem afstormende Merthen. Hij wierp een van zijn grote klauwen uit, die door Merthen werd gepareerd. Als reactie maakte Merthen een draai naar links en joeg zijn Bonejaw in de klauw. Hoe hard Merthen ook doorduwde, hij kwam er niet goed in. De draak schreeuwde van pijn en hield zijn adem in. Hij zag Tosh riching hem rennen en draaide zijn kop in zijn richting. Merthen had door wat er gebeurde en waarschuwde Tosh; “Hij gaat zijn drakenadem gebruiken Tosh, ontwijken!”
Merthen bleek gelijk te hebben. Net toen hij Tosh gewaarschuwd had blies de draak een zee van brandend zand uit riching Tosh. Tosh schrok en kon net op tijd het zwaarste ontwijken, maar hij was geraakt op zijn linkerarm, die nu open lag en bloedde alsof er hard op was geschuurd. Hij negeerde de brandende pijn en dook onder de draak om een zwak punt te vinden. als de zandworm die had, moest de draak die toch ook hebben? Hij probeerde zo veel mogelijk uit zicht te blijven en ging stilletjes op zoek naar een zwakker punt, Merthen zal de draak wel bezig houden. Dat heeft hij immers vaker gedaan, beweerde hij.
De draak negeerde Tosh en ging verder op Merthen, die ondertussen zijn voorbereidingen klaar had en Bonejaw had versterkt met Storm magie. Merthen liet er geen gras over groeien en vloog meteen op de lange nek van de draak af, die hem met een vleugel blokeerde. Merthen werd naar achter geslagen maar maakte een zwaai met Bonejaw, waar een grote meswind uitvloog riching de draak. Deze vloog in de lucht en ontwook de meswind, om vervolgens een duikvlucht naar Merthen te maken.
Wat de draak niet doorhad was dat Tosh onder hem nog op zoek naar een zwak punt was, en de staart van de draak volledig tegen hem aankreeg. Zonder tijd om te reageren vloog Tosh meters naar achter, voorbij waar Melina stilletjes toekeek.
Melina, die het gevecht doodsbenauwd volgde, schrok zich lens toen ze Tosh langs haar zag vliegen en tegen een uitstekende rots landde. Gedreven door instinct rende ze op volle kracht richting Tosh, ze greep haar staf nog steviger vast, de witte staaf leek er op te reageren, maar volgde roerloos het commando van Melina’s handen. Toen ze bij Tosh aankwam, zag ze iets gruwelijks.
Tosh’ rug lag helemaal open en bloedde op het steen, zijn schouder was er deels afgevallen en zijn gezicht was helemaal rood van bloed. Zijn neus was duidelijk gebroken, zijn ribben waren ook niet veel beter. Tosh viel buiten bewustzijn op de grond, zijn ogen levenloos en zijn lichaam overal gebroken en gekneusd. Zijn adem was zwaar en langzaam.
Melina zakte op haar knieën en keek machteloos naar het levenloze lichaam van Tosh. Wat heeft ze fout gedaan? Een jongen die ze nauwelijks kent gaf zojuist zijn leven voor haar, waarom? Ze begon te snikken en vervolgens te huilen.
Verderop bij de draak zag Merthen wat er aan de hand was, maar was te druk met de draak van zich afhouden. Zou hij voor een seconde zijn concentratie verliezen zou de draak hem levend opeten. Merthen zag er ook niet goed uit, de draak was hem aan het overmeesteren.
Op afstand keek Fulgen naar het groepje en barstte in zwaar lachen uit; “Zo hoef ik niet eens iets te doen! Als zij zijn verzwolgen hoef ik alleen maar van hun lijken de Staff of Everlasting Light te claimen en ik ben ook weer van dat grut af! Wat is het leven toch makkelijk, de goden beseffen niet eens dat we ze van hun troon gaan stoten en helpen ons, wat een sukkels!” Fulgen lachte verder en begon hysterisch op en neer te bewegen, gevuld met blijdschap.
Melina lag te wenen over het lichaam van Tosh, zijn adem werd met de zucht zwaarder en langzamer. Melina probeerde controle over haarzelf te krijgen. Was er een manier op hem te redden? Nee, realiseerde ze. Ze was altijd al een van de slechtste leerlingen, niet duidelijk waas ze nou echt capabel van was. ‘Het zal hier eindigen,’ dacht ze, ‘Samen met die twee jongens die haar uit het niets beschermen.’
Laat je het hierbij?
Melina schoot op, wie was dat? Hoorde ze weer stemmen? Wat zou de stem van haar willen?
Luister je wel? Ik vroeg je wat, idioot!
Melina keek nog steeds verdwaasd om haar heen en besloot toch maar te antwoorden; “We zijn er geweest, dit overleven we niet... Hij zeker niet. Ik ben weer eens waardeloos, dit is mijn verdiende loon.” De tranen kwamen weer in Melina op, maar ze werd onderbroken.
Dus dit noem jij je lot? Wat is er toch geworden van de mensen tegenwoordig... Luister, Melina. Wil je het hierbij laten? Moet dit je lot worden? Sterven in onmacht?
Melina keek naar de grond; “Ik wil dit niet, ik wil verder, maar als de goden dit beslissen...” Opnieuw barst ze in snikken uit en begint te fluisteren; “...Dan zal ik... maar naar ze luisteren...”
Idioot! Noem je dit leven!? Leer eens denken... Dit is niet waar ik voor heb gevochten. Melina, wil je winnen?
Melina keek even op; “...Ja...” Luider! “..Ja” Waardeloos! Luider! “Ja!” Juist! je wilt winnen, schreeuw het! Wat wil je?
Melina hield haar adem even in, veegde haar tranen weg en schreeuwde uit volle borst; “Ik wil winnen!”
Perfect, ik laat je wel zien hoe wij het vroeger deden.
Reageer (2)
@LeaFlammae: Dan moet je mijn planning voor Chapter 8 hebt gezien
1 decennium geledenOmygosh, dit is zo freakin' goed
1 decennium geleden<3 <3 Snel verder!