Chapter 1.1 - A goat, a trumpet and BAM
Sorry, vond het even een leuk detail. Maak je maar geen zorgen, er gaan verder geen awesome boogschietende persoontjes in voorkomen... Hoewel
Het was er donker en lawaaiig. Een buitenstaander had het misschien verstikkend gevonden; het geschreeuw, de geur van alcohol die er zo prominent aanwezig was, het verre van zuivere gezang. Maar hem, hem was het als muziek in de oren. Hij zat alleen aan een tafeltje, een grote kroes voor zich, en voelde met elke slok die hij nam de vrolijkheid verder op zich overslaan. Maar hij moest zijn doel niet uit het oog verliezen. Hij was hier met een missie, en hij zou niet rusten voor hij die vervuld had.
Over de rand van zijn kroes gluurde hij naar de deur, zijn ongeduld groeiend met de minuut. Waarom duurde het zo lang?
De deur zwaaide open en hij leefde op, maar zijn vreugde was slechts van korte duur: het was niet de persoon die hij verlangde te zien. Gefrustreerd zakte hij weer onderuit en nam nog een grote slok van zijn rum. Hopeloos. Hij kon net zo goed wat anders gaan doen, dit had toch geen zin. Verderop zaten wat interessante dames...
Plotseling hoorde hij naast zich iemand kuchen. Hij sprong zowat een meter de lucht in van schrik en keek snel in de richting vanwaar het geluid gekomen was.
Daar zat een man met een donkere mantel, de kap over zijn hoofd getrokken. Daarnet was die er nog niet geweest, of toch wel? Hij probeerde zich een moment te herinneren dat hij iemand had horen of zien aankomen, maar zijn hersens werkten niet helemaal mee. Sowieso was de man maar moeilijk te onderscheiden van de donkere achtergrond. Als hij met zijn ogen knipperde, leek hij soms helemaal te vervagen... Zijn benevelde brein speelde duidelijk spelletjes met hem.
De onbekende grinnikte. "Schrok je?"
Hij kneep zijn ogen tot spleetjes. "Wie ben je?"
"Degene waarvan ik vermoed dat de reden was van al dat getuur naar de deur." Het klonk geamuseerd. "Misschien is het in het vervolg beter om ook wat om je heen te kijken wanneer je op iemand wacht. Als onze o zo beroemde piraat tenminste niet ten onder wil gaan aan een niet-zo-glorierijke hartaanval."
Hij snoof. "Ik schrok heus niet hoor."
"Natuurlijk niet. Daarom sprong je ook een gat in de lucht daarnet en viel de hoed van je hoofd."
Hij moffelde het ding snel weer op zijn donkere, gevlochten haar en keek de man furieus aan. "Genoeg gekletst. Doe je kap af, dan kunnen we ter zake komen."
"Dat kan zo ook wel. Je wilt dus een schip, hm?"
"Niet zomaar een schip. Míjn schip. Ik wil het terug." Hij probeerde kalm te lijken, maar zijn hart bonkte in zijn borstkas. Dit was een uiterst belangrijk gesprek en dat wist hij.
"Ik heb vernomen dat je daar drie dingen bij nodig hebt..."
"Een geit, een trompet en... een magiër."
"Juist. Ik denk dat je wel weet welke van de drie ik vertegenwoordig."
"Even nadenken," zei hij spottend. "Ik denk... de geit."
Zacht gelach van onder de mantel. "Ik zie dat je je flauwe humor nog niet verloren hebt. Goed, terzake. Het is heel simpel. Ik help jou je geliefde schip terug te krijgen, als jij iets voor mij doet."
"En dat is?"
"Een moord, Jack. Een moord."
Reageer (1)
Oeh spannend
1 decennium geledenEn YAY Jack
Stiekem is het gewoon Halt hè ;P