1.4| Return.
Om precies kwart na zeven stopte mijn taxi voor het enorme huis waar de feestbenodigdheden door gingen. Ik moest zeggen dat ze een dure smaak hadden. Toen ik mijn eerste stappen binnen zette werd deze gedachte alleen maar bevestigd. Alles zag er groots en chique uit. Ik moest tot mijn groot ongenoegen toegeven dat het perfect was. Ik kon een oogrol niet onderdrukken, stelletje aanstellers. Een jong meisje nam m’n jas aan en vertelde me dat de familie ons zo meteen zou komen verwelkomen. Ik schonk haar een geforceerd lachje. Dat was net wat ik nodig had, de perfecte familie dia iedereen kwam vertellen hoe vereerd ze waren met onze aanwezigheid. You got to be kdding me. Maar, achja, daar kon dit onschuldige meisje niet aan doen. Ietwat onwennig mengde ik me tussen de feestende massa. Ik was me weldegelijk bewust van de blikken die op mij gericht waren, wat het gevoel alleen nog maar aanwakkerde. Het was een hele tijd geleden sinds ik me voor het laatst tussen de mensen had gemengd, of ja, mensen, iets wat er op leek. Je kon denken dat ik gek was, of een of andere psychologische aandoening had. Dat ik niet met mensen om kon. Misschien was dat wel het geval, maar wat wil je? Ik ben in mijn eentje opgegroeid. Ik heb nooit iemand rondom mij gehad. Niemand die daar was, toen ik het moeilijk had. Niemand om me te troosten, om m’n tranen weg te vegen. Niemand die me zei dat alles goed zou komen. Dat was hoe ik de laatste 1000 jaar had doorgebracht. Dus kon je mij er dan van beschuldigen dat ik niet met mensen om kan? Neen, en dan kon je je waarschijnlijk ook voorstellen hoe ik me toen voelde. Tussen meer dan 100 mensen, wetende dat zíj in een of andere aanpalende de kamer zaten? Dat over een paar minuten alle deuren zouden opengaan en mijn verleden hier zou binnen wandelen? Met een versnelde pas liep ik naar de champagne bar, waar ik mezelf een glas uitschonk. Wat ik vervolgens in een slok naar binnen liet lopen. Ik had meer nodig. Twijfelend keek ik naar de halfvolle fles champagne in mijn hand. Ze konden waarschijnlijk wel een paar flessen missen. Een tweede en een derde glas volgden al snel. Net toen ik op het punt stond mijn vierde glas in een meester tempo naar binnen te gooien voelde ik een warme adem op mijn gezicht.
‘Doe voorzichtig, little one. Straks ben je nog dronken van voor het feest begint,’ De arrogantie en hooghartigheid die in zijn stem weerklonken bezorgde me de kriebels. Ze bevonden zich dus blijkbaar niet in een of andere kamer. Nee, beter nog, ze waren gewoon hier, in de balzaal. Great. Traag draaide ik mijn gezicht naar hem, Kol’s houding was verwaand, dat was wel het minste wat je kon zeggen. Die jongen moest dringend eens leren wat bescheidenheid was.
‘Ik denk dat ik oud genoeg ben om voor mezelf te beslissen wat al dan niet goed of slecht is. Maar bedankt voor de bezorgdheid,’ nadat ik deze woorden gezegd had, kiepte ik het glas naar binnen om me vervolgens om te draaien en weg te lopen. Dat zal hem leren.
Reageer (2)
Oeeeh me likees
1 decennium geledenWaarom heb je zo weinig abo's
Je schrijft echt goed!
Snel verduuuurr(flower)
kollllllllllllllllllllllll.
1 decennium geleden