♥Jij Ft Bill ♥ Hoofdstuk 11; Mirror
Na de film -Na een paar dozen zakdoeken-, na Tom en Melissa al gaan slapen zijn,In elk hun kamer natuurlijk, lig je nog steeds tegen Bill aan.
Je haalt diep adem.
"Bill?"
"Ja?"
"Wat daarnet betreft...", je wacht even,"ik zou heum,.."
"Ik weet het, ja, sorry, ik mocht niet zo doen."
"Nee hoor die 'Schat' is niets.. alleen zou ik nog niet willen dat je dat zo zegt."
Hoe zouden die woorden nu klinken?
"Het spijt me." hij slaat zijn ogen neer.
"geeft niets, zeg ik net." Je geeft hem een knuffel.
"Oke, ik denk wel dat we best gaan slapen. Morgen of overmorgen komen we in Madrid aan. We moeten veel doen." hij lacht.
Bill draagt je in zijn armen naar je kamer. Je geeft hem een wangkusje en wenst hem een goede nacht. Wanneer je de deur opendoet zie je het nachtlampje branden, Melissa ligt in een bolletje op haar bed, tegen de muur.
'Wtf?!' denk je.
"Mel? wat scheelt er?" je gaat naast haar op bed zitten.
"Ik weet het niet,ik weet niet wat ik van Tom moet denken..." Je trekt een gezicht dat je haar niet echt begrijpt. Ze zucht.
"Soms.. denk ik dat er echt iets is tussen Tom en mij,maar ik weet het niet.Ik denk dat hij echt iets verbergt voor mij.."
Je zucht, en je vertelt heel het Tom-verhaal van 's morgens.
Na het verhaal blinkt er een traan over haar wang.
"Hoe durft hij !" Woedend kijkt ze je aan met rode ogen.
Ze staat recht.
"Mel? wat ga je doen?!"
"Naar Tom."
"Nee!"
"En waarom niet ?! Wie gaat me tegen houden?!"
"Ik... ik mocht niet zeggen. Maar ik kan niet.. liegen, zeker niet tegen jou."
"God.."
"Melissa, laat het, alsjeblief... ik heb hem vergeven, ik ga morgen met hem praten .."
"ik.."
Ze gaat weer op haar plaatsje tegen de muur liggen.
Een tijdje is het stil, dan hoor je haar regelmatige ademhaling, en doe je hetzelfde...
Je loopt in het bos. Alleen. Je wordt naar een punt toegetrokken, en je moet en zal er geraken. Rechts achter een grote spar staat een spiegel. Wordt je daardoor aangetrokken? Wanneer je er voorbij loopt zie je niets. Geen spiegelbeeld, zwart. Rondom je is het duister. Je legt je hand tegen het glas, naast je hand worden er rode vonkjes gevormd. Snel trek je je hand weg. Te laat, daar is ze weer, het spiegelbeeld, niet van jou. Van je moeder, met rode ogen kijkt ze je aan, ze lijkt wel demonisch. Of zoiets dan. Je bent bang, je wilt weglopen maar het kan niet. Je bedekt je ogen, wilt haar zo niet zien. Wat heb jij haar verkeerd gedaan?
Gillend wordt je wakker.
Zweet staat op je voorhoofd, ookal dat je rilt van de kou.
Ineens voel je iets warm rond je.
Het kan je niet schelen, je duwt het weg, wat het dan ook mag geweest zijn
"Ssht, het is niets."
Daar is het weer, de warme aanraking.
Nu pas heb je door dat het iemand arm is.
"Ssht, ik ben bij je, er kan je niets gebeuren."
Oh my god, je rilt -opnieuw.
Niet van de nachtmerrie, van iemands zachte lippen.
Reageer (1)
jaa verder
1 decennium geleden