Foto bij All I Need Is Love

“Soms word ik gek van mijn eigen gedachten,” mompelde ik hardop.
Een wimpertje dwarrelde van mijn gezicht naar beneden en snel plukte ik hem weg toen het donkere stukje haar op mijn witte shirt viel. Vanaf het meer klonk gelach op en soms kon ik vrolijk gepraat opvangen. Ikzelf zat er een eind vandaan, half verscholen onder een grote groene boom. De zon scheen behaaglijk op mijn huid en zorgde ervoor dat de temperatuur precies goed was.
Een aantal keer achter elkaar tilde ik mijn hand op, om hem vervolgens weer op het blad te plaatsen. Uiteindelijk legde ik mijn potlood naast me in het gras, ging in kleermakerszit zitten en hield mijn blad voor me omhoog, zodat ik hem nog eens goed bekijken kon. Op de tekening was een prachtige dag te zien, met grote bomen en veel zon. Kinderen speelden in het water of rende elkaar achterna, ouders lagen op handdoeken of in het gras en jongeren dronken en lachten wat. En dit alles gebeurde ook precies voor me.
Na een tijdje alle details gecontroleerd te hebben en nog wat details toegevoegd te hebben, besloot ik dat mijn tekening goed zo was en legde hem naast me op de grond. Ik sloot mijn ogen en gooide mijn hoofd in mijn nek om te kunnen genieten van de zonnestralen die op mijn gezicht vielen. Vanuit de verte hoorde ik nog net zachtjes de snaren van een akoestische gitaar een bekend deuntje spelen. Ons deuntje.
Ik was zo verdiept in mijn eigen wereld, dat ik het niet eens merkte toen hij aan kwam lopen.
“Hey.”
Ik opende één oog om te zien wie er naast me kwam zitten op dat moment, maar eigenlijk was dat totaal niet nodig; ik herkende zijn stem toch wel.
Ik glimlachte even als begroeting. Hij liet zich ook half achterover zakken in het gras en genoot ook een tijdje voor hij pas weer iets zei:
“Waarom kom je niet bij ons zitten?”
“Je weet dat ik liever alleen ben,” antwoordde ik. Het groepje jongeren dat ik onder andere getekend had was niet maar een groepje. Ik kende ze bijna allemaal. Maar ik was anders dan hen, ik hoorde er niet echt bij. De enige reden dat ik eigenlijk met ze omging was omdat de jongen die nu naast me zat met ze bevriend was.
Hij klonk twijfelend toen hij weer wat zei: “Misschien is dat juist wel waarom…”
“We hebben het hier al eerder over gehad,” zei ik strak.
“Dat weet ik, maar –“
Hij zweeg een tijdje, zoekend naar woorden.
“Maar je weet toch dat ik om je geef? Ik bedoel –“
“Ik weet wat je bedoelt,” antwoordde ik en ik opende beide ogen weer, “Maar we hebben het hier al over gehad. Ik ben wie ik ben. En ik hoopte eigenlijk dat jij als vriend dat zou accepteren. En als je dat niet kan, dan kunnen we ook geen vrienden zijn.”
Ik draaide mijn hoofd de andere kant op en keek uit over de weide, terwijl ik terug dacht aan alle moeilijke momenten. Het moment dat mijn moeder, de enige ouder die ik kende, overleed. Hij was er ieder moment voor me, zorgde maandenlang voor me en hielp me om mijn leven weer terug te krijgen. Soms verbaasde me dat nog steeds. Ik was eigenlijk helemaal niet zo goed met hem bevriend geweest, maar toch was hij de enige die er echt voor me was. Die naar me luisterde, bij wie ik kon uithuilen en die me probeerde op te vrolijken, in plaats van het ‘goed te praten’.
Ik schrok op toen ik opeens een vinger tegen mijn kaaklijn aanvoelde. Voorzichtig draaide hij mijn hoofd naar hem toe.
“Waarom doe je nou altijd zo? Waarom stoot je mensen nou altijd zo af? Je bent lief, je bent hartstikke getalenteerd,” zei hij en hij pakte mijn tekening op en strook voorzichtig over een kleine boom. “Geloof me, ik ken zo veel mensen die zo graag zo goed zouden willen kunnen tekenen. En daarnaast ben je ook nog eens heel mooi.”
Ik voelde hoe mijn wangen langzaam rood aankleurden en dacht aan mijn vetrollen op mijn buik en mijn dikke bovenbenen, maar ik hield zwijgzaam mijn mond.
“Ik wou dat ik je dat toch eens kon laten zien.”
Ongemakkelijk draaide ik mijn ogen weg en staarde naar mijn handen die in mijn schoot gevouwen lagen.
“En,” vervolgende hij nu fluisterend, “Ik hou van je…”
Dit keer werden zijn wangen rood. Hij staarde me afwachtend aan voor een reactie, maar ik wist niet hoe ik moest reageren. Mijn gedachten sloegen op hol en ik wist niet of ik nou echt blij of verbaasd was. Maar zonder ik er erg in had verscheen er een klein glimlachje om mijn mond.
Zijn gezicht kwam langzaam dichterbij en het veroorzaakte alleen maar meer chaos in mijn hoofd. Was ik hier wel klaar voor? Vond ik hem wel echt zo leuk? De laatste vraag hield me al tijden bezig. Wou ik echt onze vriendschap op het spel zetten?
Opeens voelde ik zijn zachte lippen tegen de mijne aan en het was alsof mijn hele lichaam zich ontspande bij zijn aanraking. Een warme tinteling verplaatste zich door heel mijn lichaam, van mijn vingers tot aan mijn tenen. Zijn handen pakten voorzicht mijn gezicht vast, alsof ik een porseleinen beeldje was en zijn lippen waren teder en zacht. Alles was zoals het moest zijn en ik had geen idee meer van de tijd.
Pas toen hij me weer losliet kwamen mijn twijfels weer boven.
“Maar wat nou als het – fout gaat? Dan heb ik niemand meer…” fluisterde ik zachtjes.
“Ik zal er altijd voor je zijn,” antwoordde hij, “Tot aan mijn dood.”


Deze dag had zich in mijn geheugen geschrift en was nooit meer weggegaan. Hij had zich aan zijn woord gehouden. Tot aan zijn dood… Ik liet mijn rimpelige vingers over de oude boom glijden. De boom van onze eerste zoen. De boom waarbij alles begon.
Het was winter en de boom was kaal. De bladeren waren verdwenen, net zoals hij was verdwenen. Opeens, uit het niets, weg voor goed. Één ongeluk, één seconde, één laatste adem. Er rolde een kleine traan vanuit mijn ooghoek en snel depte ik hem weg met een klein zakdoekje.
Ik dacht weer terug aan die ene dag waarop alles begon, en bijna was het alsof hij weer hier was. Alsof het weer zomer was en ik de zon weer kon voelen op mijn huid en zijn armen om me heen. Bijna was het alsof we weer jong waren. Alsof ik weer opnieuw verliefd werd.

Reageer (1)

  • WriteMyLife

    Wauw, echt heel erg mooi!!(H)

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen