Foto bij Behind The Fairytale |12|

Behind The Fairytale |12|
Embry Call

May vertaalde het korte gesprekje tussen haar en Dauwe voor me en stopte met de vraag of dat echt waar was.
‘Ik weet niet hoe goed jullie gehoor is, maar helderziende is Ashley niet. Ze had ons vast gehoord terwijl Dauwe ons nog niet kon horen. Ons gehoor is nogal sterk.’ Ik glimlachte terwijl ik mijn blik niet van het gebroken meisje voor me af kon houden. Haar verwarde blik was niet wat ik verwacht had. Ze had boos moeten zijn, toch? Na dat ik Miles dood heb gedaan, is ze altijd al boos geweest op me. Begrijpelijk, natuurlijk, maar dat was gewoon het beste voor haar.
‘Je bent er zeker van dat ze de toekomst niet kan zien?’ Ik kon vanuit mijn ooghoek zien hoe ze me argwanend aankeek.
‘Honderd pr- neen, honderdeneen procent zeker.’
Dauwe vroeg wat aan May, May gaf antwoord en Dauwe had daar commentaar op. Tegen het einde zei May weer wat en knikte Dauwe instemmend. Zonder verder nog wat te zeggen, liepen - of ja, wat je bij hen lopen kan noemen - ze naar de deur en keek May nog even naar me en wierp een vlugge blik op Ashley. Ze sloot de deur achter zich en de zachte frons in Ashley’s voorhoofd, werd groter. Ze haalde zo diep mogelijk adem en hield de lucht even binnen.
‘Wat doe jij hier?’ Ondanks alle lucht die ze net in had geademd, was het een ademloze zin. Een ademloze zin die niet kwaad klonk. Gewoon, verbaasd. ‘Moet jij niet in La Push zijn?’ Ze probeerde weer te ademen. ‘Jake zal je wel zoeken, je moet wacht lopen.’ Klonk het zwak.
‘Ashley, ik denk niet dat dat een goed idee is op dit moment...’
‘Ik ben b-’ Het ging niet meer, ze had al te veel gepraat net. Ze had de kracht niet om opnieuw een grote hap lucht te nemen en kon nu niet meer praten.
‘Je moet niet proberen tegen te werken, ik zou niet eens kunnen gaan. Ik weet niet waar ik ben en mijn botten zijn zo scheef aan het groeien dat ik bang ben dat, als ik zou veranderen, alles weer breekt en kapot gaat. Misschien weet je het niet helemaal, maar dat voelt niet heel prettig.’ Ik glimlachte naar haar. Ze probeerde haar hoofd te schudden, maar ver kwam ze niet zonder een gepijnigd gezicht te trekken. Ik viel op mijn knieën voor haar neer en legde mijn hand tegen haar wang, maar als reactie daarop probeerde ze haar hoofd nog harder te schudden. Ze haalde weer adem.
‘Niet doen.’

Geen twee stukjes vandaag, ik was de hele dag weg en heb nu ook maar een korte kunnen schrijven...

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen