Behind The Fairytale |11|
Behind The Fairytale |11|
Dauwe
Haar angstaanjagende ogen waren open, maar keken me helemaal niet eng aan. Haar blik was zacht, verward terwijl ze naar me keek en even met haar hoofd schudde. Dat schudden had ervoor gezorgd dat ze een pijnlijk geluid maakte en er nu geruisloze tranen over haar wangen stroomden. Ik had gezien hoe haar handen zachtjes bewogen, maar niet opgetild wouden worden, hoe ze met al haar kracht naar haar borst probeerde te kijken, maar de spierinspanningen te zwaar waren en haar mond pijnlijk deed vertrekken en de tranen sneller liet lopen. Ik legde mijn hand troostend op haar schouder en er verscheen een waterig glimlachje op haar gezicht. Tevreden dat ik gedurfd had haar aan te raken terwijl ze toch al wakker was en me dus eigenlijk zou kunnen verwonden, lachte ik terug.
‘Het komt wel goed met jou. Je bent sterker als iedereen verwacht had.’ Op haar voorhoofd verscheen een onbegrijpende frons. ‘Ooh, je begrijpt waarschijnlijk even veel van Lua als je vriend doet. Embry.’ De frons verdween en haar ogen opende zich nog verder. De naam had haar aandacht getrokken.
‘Embry?’ Het was een hoopje lucht dat uit haar mond kwam, als een blaasinstrument dat zo kapot is, dat het enkel nog het geluid van stevig doorgeblazen lucht door de buis liet horen. Alleen was dit geen stevig doorgeblazen lucht. Een was een zuchtje, een vlaag van herkenning in haar klankloze stem terwijl ze met moeite zijn naam zei.
‘Ja, Embry. Hij is al wakker en kan al wat in Lua praten.’ Ik begon zachtjes een gesprek, wetend dat ze toch niet begreep van wat ik zei, maar hopend dat het haar zou geruststellen. Ik dacht aan het Engels dat ik geleerd had van Embry en vroeg haar wie ze was.
‘Ashley. Wie b-’ Ze moest midden in haar volgende zin stoppen om diep adem te halen, haar lucht was op en ze kon niet verder spreken, maar de adem bleef in haar keel zitten. Er was geen zuurstof die het tot haar longen haalde, niets dat voorbij haar keel ging en niet genoeg om verder te praten. De lucht kwam traag uit haar mond, ze ademde hem niet uit, hij ging gewoon weer weg.
‘Ik ben Dauwe.’ Ik dacht toch dat dat haar vraag geweest zou zijn als ze beter had kunnen ademen.
‘Dankje.’ Ik verstond het woord niet, maar het klonk tevreden en de glimlach die ze met veel moeite op haar gezicht geplakt kreeg, beaamde dat.
Haar ogen vlogen in de richting van de deur en even later hoorde ik zachtjes stemmen. Hoe wist ze dat die gingen komen? May stapte de kamer binnen en werd op de voet gevolgd door een ongeduldige Embry. Hij bukte zich even om door de deur te gaan. Even wierp hij de bovenkant een vuile blik toe, maar richtte zich dan op Ashley. Tja, de deuren waren hier nit zo hoog als in de hut waar hij eerst altijd was. Embry liep op haar af en keek haar dolverliefd, bezorgd en schuldig aan. Ze keek verward terug.
‘May, May! Ze is helderziende, ze wist dat jullie binnen gingen komen!!’ Riep ik toen May ook naar Ashley keek en ik helemaal geen aandacht meer kreeg. May hapte even naar adem en richtte zich tot Embry, maar sprak in Lua en vroeg me of ik er zeker van was. Natuurlijk.
Sorry dat ik niets geactiveerd heb gisteren, ik stond toen op de planken en moest de hele tijd in de muziekschool of op school zelf zijn. (schooltoneel..) Maar ik heb morgen geen school en met een beetje geluk mag ik dan op de laptop en heb ik genoeg tijd om een extra hoofdstuk te schrijven.
Er zijn nog geen reacties.