029
Liam James Payne
Bezorgde blikken branden nog steeds op mijn lichaam en mijn vader streelt zachtjes over mijn rug. Moe laat ik me tegen hem aan vallen om vervolgens mijn ogen te sluiten. Mijn droom speelt zich opnieuw af en ook dit keer laat het me rillen. Vragen dwalen door mijn hoofd, maar ik weet dat ik geen antwoord zal krijgen. Zuchtend open ik mijn ogen en staar voor me uit. Ik weet niet wat ik moet doen en vragen is geen optie. Als ze werkelijk geslagen is, zou ze er niet zo makkelijk over praten. Zo is Sarah niet. Bellen kan ook niet, aangezien ze twee weken niet met me kan praten. Een andere zucht rolt over mijn lippen en mijn gedachten nemen mijn hoofd over. De droom blijft maar door mijn hoofd spoken en ik kan me nergens anders op concentreren. ‘Waarom probeer je niet nog even te slapen? Je bent hartstikke moe en je kan je slaap goed gebruiken.’ Mijn moeder kijkt me lief en tegelijk bezorgd aan. Ik haal mijn schouders op. ‘Ik kan toch niet slapen, maar proberen kan geen kwaad.’ Ik sta op en loop naar boven. Vervolgens ga ik weer in bed liggen en sluit mijn ogen, hopend op nog een paar uur slaap.
Als mijn ogen zich openen, schijnt er een vrolijk zonnetje mijn kamer binnen. Mijn pupillen scannen de rode cijfertjes op mijn wekker en mijn hersenen bedenken dat ik drie uur heb geslapen. Gapend ga ik overeind zitten en wrijf in mijn ogen. Ik besluit om mijn sport kleding aan te trekken en een lang stuk te gaan hardlopen. Mijn benen dragen me naar beneden, naar de keuken, waar ik een broodje klaar maak met wat sap. Ik ga aan de tafel zitten en mijn moeder kijkt me aan. ‘Ga je hardlopen?’ Vraagt ze. Ik knik en drink mijn sap op. ‘Ja, ik ga nu. Tot straks.’ Zeg ik mijn moeder gauw gedag en ga de deur uit. Met muziek in mijn oren begin ik rustig te lopen, om vervolgens mijn tempo, na driekwartier, op te voeren. Ik geniet van de inspanningen die mijn lichaam moet ondergaan en alle gedachten drijven weg uit mijn hoofd. Ik ren zolang als ik maar kan en zelfs dan ga ik nog door. Het zweet loopt langs mijn gezicht en mijn shirt bevat overal zweetplekken. Niet echt fijn om te zien of om te ruiken, maar ik had het even nodig.
Na ongeveer twee uur te hebben gelopen komt mijn huis weer in zicht. Op het rechte stuk, zet ik nog even een sprintje in. Om de laatste energie uit mijn lichaam te laten gaan. Uitgeput kom ik het huis weer binnen en mijn familie kijkt me even aan. ‘Volgens mij heb je verder en harder dan normaal gerent.’ Ruth kijkt me vragend aan, als ik naast haar neer plof. Ik haal mijn schouders op. ‘Geen idee, ben gewoon gaan lopen en toen ik het zat was ben ik terug gegaan.’ Komt er hijgend uit mijn mond. ‘Je bedoelt: tot je hoofd helemaal leeg was en de lichamelijke inspanning, de innerlijke inspanning het overnam.’ Mijn moeder kijkt me wijs aan. ‘Best, wat jij wil. Ik ga douchen.’ Ik loop naar de badkamer en neem een lange douche. Onder het genot van de warme stralen, stromen de gedachten weer binnen en moet ik erover nadenken. Na een halfuur besluit ik dat het lange genoeg was en kom er dan ook onderuit. Ik droog me af en trek schone kleding aan. Mijn benen voelen aan als lood, door het lange rennen, als ik de trap af loop. Ik ben bijna bij de deur om naar de woonkamer te gaan, als de bel gaat. Ik draai me een kwartslag en open de deur. Vervolgens kijk ik in twee prachtige blauwe ogen, die ik uit duizenden zou herkennen.
Reacties?
Reageer (2)
i love youre story
1 decennium geledenMooi hoofdstuk. Fijne valentijnsdag, ik zou Liam ook wel een fijne valentijnsdag willen wensen. See you later
1 decennium geleden