Niemand kan me laten huilen.
Niemand maakt me boos.
Niemand kan me aan het lachen maken.
Alleen jij.

Ik sta op van mijn tafel en loop naar voren toe, richting het bord. Als ik langs de tafels van de anderen loop, kijkt er niemand op, niemand die vraagt wat ik ga doen. Eindelijk sta ik bij het bureau van mijn leraar, die druk aan het nakijken is. Ik kuch, maar de leraar kijkt niet op. Wel knikt hij even om te laten merken dat hij mij opgemerkt heeft. Ik vraag of ik even weg mag. Ik vertel niet eens waarheen, maar ik weet het antwoord toch al. Mijn leraar knikt en zegt: “Ja, natuurlijk.” Ondertussen heeft hij niet één keer opgekeken. Ik loop weg, zonder gedachtes, zonder hoop en zonder liefde. Maar als ik de deur van het lokaal open doe, zie ik weer een heel klein lichtje. Tegen de muur, tegenover het lokaal, staat een jongen, Maarten. Mijn hart slaat een paar seconden over en Maarten kijkt op. Ik kijk in zijn diepblauwe ogen, nadat hij zijn halflange haar met een zwaai voor zijn ogen weghaalt. Even smelt ik van zijn uiterlijk, maar dan zie ik een traan uit zijn ooghoek naar beneden rollen. Ik roep zijn naam en ren naar hem toe. “Wat is er?” Beschamend kijkt Maarten naar beneden, zodat ik niet meer in zijn ogen kan wegzinken. Met zijn rechterhand duw ik zijn kin weer omhoog, waardoor ik zijn ogen weer kan zien. Nog een keer vraag ik wat er is en ik kijk naar Maarten zijn gezichtsuitdrukking. Hij kijkt somber, bijna verdrietig. Uit medelijden geef ik hem een knuffel. Als ik hem losgelaten heb, begint hij eindelijk te praten. Tenminste, dat probeert hij.
Zijn lippen bewegen wel, maar er komt alleen maar gemompel uit. Eigenlijk weet ik wel waar het over gaat. In mijn buik borrelt woede. Hoe konden ze! Maar ik tel even tot tien en blijf rustig. Maarten kucht een keer en begint dat écht te praten. “Ik ben geschopt, geslagen, uitgelachen.” Ik heb even het gevoel dat de grond onder me wegvalt, het gevoel dat ik in elkaar zak. Mijn woede borrelt nog woester, als een storm. Met een ruk draai ik me om en wil het lokaal naast de mijne binnenstormen, maar mijn arm wordt vastgepakt en ik word naar achteren getrokken, weer terug naar de muur. Ik word tegen de muur geduwd en twee armen worden naast mij neergezet. Dit keer kijk ik naar beneden. Ik durf niet omhoog te kijken, want ik wil nu zijn ogen niet zien. Dit keer wordt mijn kin omhoog geduwd en ik kijk weer in de ogen van Maarten, die mij indringend aankijkt. Eerst wou ik me nog verzetten tegen mijn vriend, maar nu kan ik het niet meer. Ik ben versteend. “Nee,” zegt Maarten. “Je doet het niet! Het is allemaal mijn schuld.” Maarten zit met zijn hoofd zo dichtbij dat ik er bang van word. Maar is nu stil, heel stil. Hij staart recht voor zich uit en kijkt in mijn ogen, maar hij lijkt niks te zien. Opeens schudt hij met zijn hoofd en doet hij een stapje achteruit, waardoor zijn handen van de muur loskomen en ik weg kan, maar ik blijf als versteend staan. Maarten kijkt me sneu aan, met een vleugje medelijden. Medelijden? Waarom medelijden? Hij is degene die zielig is! Maar dan zegt Maarten: “Sorry. Dit kan zo niet langer. Als het zo moet kan ik het niet meer.” Zonder dat ik het door heb sta ik hem gapend aan te kijken. Ik geloof hem niet, maar toch komt het ene zinnetje er uit: “Ik maak het uit.” Ik voel mijn ogen prikken en ik voel een traan naar beneden lopen. Snel wrijf ik hem weg en schud ik met mijn hoofd. Ik ben altijd al degene geweest die zich niks van de wereld aantrekt en haar humeur niet van de wereld om haar heen laat afhangen. Mijn verleden heeft het heden en de toekomst zo beïnvloed dat ik er altijd somber door zou blijven. Maar nu is het ene lichtje, die nog een heel klein beetje van mijn echte ik weerspiegelde en die mij een heel klein beetje geluk bracht, gedoofd. Nog een keer schud ik met mijn hoofd en vind ik mezelf terug. “Oké,” zegt ik, zonder ook maar een beetje gevoel en een beetje emotie. Ik geef Maarten een kus op zijn voorhoofd en draai mijn rug naar hem toe. Ik loop de gang uit en voel Maarten zijn ogen in mijn rug. Met een zwaai met mijn haren loop ik de hoek om richting de toiletten.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen