|13|
Shadow leid me naar de toren die hoog boven ons uit torent. Als we binnen zijn voel ik een soort gezwel in mijn hart. Dit is de meest betoverende plek die ik ooit heb gezien. Shadow loopt naar de oude man en zegt wat. Ik ben zo getrokken door alles om me heen dat ik niet eens merk dat de oude man tegen me had gepraat. Hij glimlacht naar me en begeleid me de toren uit. ‘ik breng je naar je kamer’ ik knik terwijl ik alles om me heen bewonder. Ik wist zeker dat ik ging verdwalen als ik in mijn eentje zou rond lopen. Het is zo groot en door de architectuur was ik zo afgeleid dat ik geen idee meer had waar we waren. Even kijk ik uit een raam waar we langs lopen. Het verbaast me, zijn we een trap op gegaan. De binnenplaats is een stuk kleiner nu we een paar verdiepingen hoger zijn. ‘dit is je kamer’ de man doet de deur open en laat me naar binnen. Ik zie een groot bed en bedenk me geen moment. Ik plof er op en blijf even liggen. Mijn ogen sluiten zich even en ik voel hoe ik weg zak. ‘wat fijn dat je er bent’ ik doe mijn ogen met een ruk open en zie dat ik niet meer op het bed lig. ‘waar ben ik’ met grote ogen kijk ik naar waar de stem vandaan kwam. ‘hoe kan ik praten? Ik droom weer?’ een lach vult de ruimte. Nu pas merk ik dat het op een kerktoren lijkt. Er is maar 1 raam te vinden, het is donker. ‘nee, je slaapt niet. Maar je bent ook niet wakker.’ Ik kijk om me heen en zie nu iets uit het duister komen. Het is de jongen op de binnen plaats. ‘Seth?’ vraag ik. Hij glimlacht en pakt weer een plukje haar vast. ‘ja, en wat ik jou naam?’ ik slik. Wat moet ik zeggen? Moet ik de waarheid zeggen? ‘je hoeft niet bang te zijn. Dit is een veilige ruimte’ uit het niets verschijnt er een bed en zitten we er op. ‘je hoeft je naam nog niet te zeggen’ de jongen blijft me geamuseerd aankijken terwijl ik me steeds ongemakkelijker begin te voelen. ‘ik zeg alleen nog maar dit; deze ruimte laat alles zien wat jij wilt, en ik help je overal mee.’ eventjes voel ik de spanning tussen ons in hangen. Hij buigt naar me toe. Mijn hart slaat ophol als zijn hand mijn haar wegstrijkt en daarbij een stukje van mijn jurk over mijn schouder meeneemt. ‘zo mooi, perfect gewoon.’ Zijn adem strijkt over mijn huid. Ik kijk naar zijn gezicht en dan kijkt hij op. Voor zijn lippen die van mij bereiken, spat alles uit elkaar. Mijn ogen schieten open en ik lig gewoon op het bed waar ik net op lag. Dat was raar. Het leek net alsof het echt was. Misschien was het ook wel echt. ‘het was echt ja. Wij zijn magiërs, je hoeft niet te praten, ik weet dat je dat niet kan’ de man glimlacht vriendelijk naar me en geeft me een extra deken. ‘het gaat een koude nacht worden vannacht’
Reageer (2)
wow die man kan gedachtes lezen awesome
1 decennium geleden0.0 WTF 0.0 Oke... T word steeds bizarer ons verhaal xDxD
1 decennium geleden