Schurk - 1
“Hou hem tegen!”
“Laat hem niet ontsnappen!”
Gadeck liep voorovergebogen over de wallen. Een pijl sloeg naast hem in. Hadden ze zijn vlucht echt niet iets later kunnen ontdekken? Er was niets aan te doen. Nu moest hij maar zien dat hij dit overleefde en als dat niet zo was, het zij zo. Hij zou sterven in de strijd en niet op het schavot. Eén soldaat versperde hem met getrokken zwaard de weg. Wie dacht hij wel dat hij was, dat hij hem in zijn eentje kon tegen houden? Hij stormde op de man af. Een pijl schampte af op zijn schouder. Hij merkte het nauwelijks. De soldaat haalde uit. Hij weerde de slag af met een stok die hij aan het begin van zijn vlucht had opgeraapt. Vliegensvlug sloeg hij hem daarna op zijn hoofd. Hij zakte bewusteloos in elkaar. Snel raapte Gadeck het zwaard op.
“Waar wachten jullie op! Dood hem!”
Gadeck keek opzij. Het was koning Philippo. Hij zou zich vereerd moeten voelen met die koninklijke aandacht, maar laat zijn haat tegenover de koning nu net de reden zijn waarom hij in die kerker beland was. Nog en honderdtal meter en hij was bij de poort, maar op die afstand stonden ondertussen wel vijf soldaten. Dit kon best lastig worden. Er was één voordeel: de anderen hielden op met pijlen te schieten uit angst om hun makkers te raken. Er kwamen er nog twee aangelopen. Blijkbaar schatten ze hem zeer hoog als ze dachten dat hij er vijf te baas kon. Ze botsten op elkaar. Hij verdedigde zich enkel. Hen uitschakelen zou niet lukken, maar hij had andere plannen. Hij sprong op de kantelen en liep zo langs hen heen. Iemand probeerde hem naar beneden te duwen, maar hij sprong over de grijpgrage armen heen en de man viel zelf bijna. Eén van de anderen kon hem nog net op tijd grijpen. Toen was hij hun voorbij. De weg naar de poort lag open.
Reageer (2)
leuk, waar haal je toch die namen vandaan?, echt geniaal
1 decennium geledensnel verder
1 decennium geleden