H9
Toen ik wakker werd, merkte ik dat ik door en door koud was. Ik draaide me om en zag dat Eline al bezig was om de spullen weer op te ruimen. Ik stond op en begon haar te helpen. ‘Lekker geslapen?’ vroeg ze aan mij. ‘Ja wel hoor en jij?’ vroeg ik. ‘Gaat wel, ik had het wel koud’ zei ze. ‘Klopt ik had het ook super koud’.
Toen de spullen weer waren opgeruimd en ingepakt gingen we weer verder op ons platform. Een lange tijd was het stil. Het was saai onderweg en heel af en toe kwamen we wat iglo’s tegen. ‘Hoelang nog ongeveer?’ vroeg ik geïrriteerd. ‘Nog ongeveer 2 uur’ zei ze. Die twee uur leken wel 10 uur. Het duurde echt verschrikkelijk lang, maar uiteindelijk na een lange saaie tocht zagen we een stad in zicht. Toen we dichterbij kwamen zag ik deze stad nog groter was dan de vorige. ‘Eindelijk, bestemming bereikt, Glorenda’. ‘Heet onze hoofdstad, Glorenda?’ vroeg ik half lachend. ‘Ja, beetje vreemde naam ja, dat vond ik ook toen ik het voor het eerst hoorde’. We brachten het platform tot stilstand en liepen naar de bewakers van de muur. ‘Mag ik jullie tekens zien?’ vroeg de bewaker op een vriendelijke toon. We stroopte onze mouwen op en lieten onze tekens zien. ‘Welkom in Glorenda’ zei de bewaker vriendelijk. We zette twee stappen naar achteren en de muur ging met een krakend geluid open. Toen hij eenmaal helemaal open was, viel mijn mond open van verbazing. Deze stad was nog mooier dan de vorige. Er was een breed pad gemaakt waar aan weerszijde muren stonden. Van de muren liepen grote watervallen af. Tussen het water waren iglo’s tegen de muur waar het water overheen liep. Er liepen trappen van de ingang van de iglo’s naar beneden. Toen we verder liepen kwamen we op een reusachtig plein die 7 andere paden had. Met bordjes stond aangegeven waar alles was. “Hoofdpaleis”, “Iglo verhuur”, “Winkelcentrum” en ga zo maar door. ‘Wow, deze stad is echt reusachtig’ bracht Eline uit. ‘Laten we gelijk naar het hoofdpaleis gaan’ zei ik tegen Eline. ‘Goed plan’ zei ze. We liepen het pad op wat was aangegeven met en bordje “Hoofdpaleis”.
Toen we aan het einde van het pad kwamen zagen stonden we voor een reusachtig paleis. Dit was hetzelfde paleis waar ik een week geleden had gestaan. Gelijk verscheen er een portierwachter voor onze neus. ‘Kan ik jullie helpen?’ vroeg hij met een aardige toon. ‘Wij zouden graag Gwendolin willen spreken’ zei Eline. ‘Kom verder’ zei hij en hij opende de poort. ‘Ik zal jullie naar binnen begeleiden’ zei hij. Toen we binnen kwamen was het een stuk warmer. Er lag nergens ijs of sneeuw. Alles was prachtig versierd met bloemen en fonteinen. We stopten voor een groot meer. De poortwachter knikte, draaide zich om en liep weer weg. ‘En nu?’ vroeg ik aan Eline. ‘Ik heb geen idee’ zei ze. Maar toen ineens begon het water te bewegen. Het kwam omhoog en vormde zich langzaam tot een fee. Toen het gezicht ook zichtbaar was, zagen we dat het Gwendolin was. ‘Eline en Odin, wat leuk om jullie te zien!’ zei Gwendolin. We knielde voor haar maar ze maakte gelijk een gebaar dat we weer moesten gaan staan. ‘Waarmee kan ik jullie helpen?’ vroeg ze met haar zingende stem. ‘Ik ga er niet omheen praten’ zei Eline gelijk. ‘We zijn ergens achter gekomen waar we nogal erg van geschrokken zijn. We hoorde twee geestendrijvers praten over een virus dat zich steeds verder uitbereid. De zusters hebben het schijnbaar al heel lang geheim gehouden, dus ik weet niet of u er iets van weet’. Het bleef even een tijdje stil. Gwendolin draaide zich om en staarde voor zich uit. ‘Dit hadden jullie niet mogen weten’ zei Gwendolin. ‘Dus u weet hier meer van?’ vroeg ik aan haar. ‘Ja, maar ik mag er niets over zeggen’ zei ze en ze draaide zich weer om. ‘Het is iets waar ik ook hopeloos van wordt en ik weet niet wat ik er aan moet doen’. ‘Zou u het ons tenminste kunnen uitleggen, nu we er toch al van weten?’ vroeg ik aan haar. Gwendolin zuchtte diep. ‘Het is een virus dat ongeveer honderd jaar geleden begonnen is. Op een dag werd een Omaner 12. Er gebeurde iets heel vreemds. Hij werd niet aan een element gekoppeld maar aan helemaal niets. Er verscheen een zwarte cirkel op zijn pols en hij kreeg zwarte ogen. Hij was het eerste slachtoffer. Na hem vielen er steeds meer slachtoffers in het geestenrijk. In het begin werden ze omgebracht door de 7 zusters, maar er zijn er nu gewoon te veel, en laatst zijn er zelfs een paar in het aarderijk en op de luchteilanden gespot. Zo gauw ze worden aangevallen vormt er een zwart schild om hun heen die ze dan vervolgens afvuren. Alleen de leiders van de elementen en nog een paar personen weten hiervan’. ‘En nu?’ vroeg Eline. ‘Moeten we er niet tegen vechten?’ ‘Ze zijn te sterk’ zei Gwendolin. ‘Majesteit’ zei een poortwachter terwijl hij kwam aanrennen. ‘U moet meekomen’. Gwendolin knikte en liep achter de poortwachter aan. Wij volgde haar voorbeeld.
Toen we bij de poort aankwamen zagen we drie jongens staan. Toen ik ze zag, kreeg ik gelijk overal kippenvel. ‘Ow mijn Hemel’ zei Gwendolin. Ze drie jongens keken ons dreigend aan met hun zwarte ogen. ‘Het virus’ zei Eline tegen mij. Gwendolin liep naar ze toe, maar toen ze te dichtbij kwam vormde er een schild om de jongens die vervolgens tegen Gwendolin aangeschoten werd. ‘Majesteit!’ riep de poortwachter. Gelijk vormde de jongens nieuwe zwarte schilden die deze keer onze richting heen vlogen. We waren te langzaam en werden door het schild tegen de muur aangeknald. ‘Versterking!’ riepen de poortwachters. Meteen sprongen er verschillende watermeesters voor de jongens. Ik stond op en hielp Eline omhoog. Samen renden we snel naar Gwendolin. ‘Gaat het met u?’ vroeg Eline aan haar. ‘Ja wel, dank je’ zei ze terwijl we haar omhoog hielpen. De drie jongens waren inmiddels omsingeld en Gwendolin liep naar hun toe. ‘Ik wil dat jullie verdwijnen, voor goed!’ riep ze. Een jongen probeerde zich te verzette, maar dat had hij beter niet kunnen doen. Gwendolin hief haar armen en vanuit de lucht vielen er ijspegels naar beneden. Ze drie jongens waren opslag dood. ‘We moeten de andere elementen waarschuwen’ zei Gwendolin tegen haar wachters. ‘Maar we kunnen niet communiceren met elkaar’ zei een van de wachters. ‘En reizen kost te veel tijd’ zei een andere wachter. Gwendolin draaide zich om en keek ons hoopvol aan. ‘Ik heb een opdracht voor jullie’ zei ze. ‘Jullie moeten het metaallandschap waarschuwen. Jullie zullen reizen via watersturing. Ik verwacht dat jullie over 2 dagen bij het hoofdkasteel aan zullen komen’. We knikten en liepen naar Gwendolin toe. Gwendolin liep naar binnen en kwam terug met een rol in haar hand. ‘Hier staan watersturings technieken op die jullie goed van pas zullen komen. Heel veel succes’. We bogen voor haar en pakte de rollen aan. ‘Op naar het metaallandschap’ zei Eline tegen mij. En met z’n tweeën, schoven we verder op ons platform.
Reageer (2)
OMG zo spannend!!!
1 decennium geledenSNEL VERDER anders ga ik dus echt helemaal dood van de spanning
DIT IS ZOOOO GOED!!!
Ik ben weer helemaal blij \\(^.^)//
Zouden de metaallanders hun wel geloven? snel verder!
1 decennium geleden