~Hoofdstuk 9~

Ik zit in mijn kamer en staar uit het raam. Overal zijn mensen druk bezig om de stad weer te repareren. Alles staat gelukkig nog, maar er is veel beschadigd. Nadat ik Morgana en Guinevere uit de kerker had gehaald, bracht ik ze veilig naar hun kamer. Daarna besloot ik om naar mijn kamer te gaan, ander zou ik iedereen maar voor de voeten lopen. Overal waar ik keek waren mensen bezig. Water slepen, gewonden verzorgen, mannen naar de ziekenzaal brengen. Het was echt verschrikkelijk om te zien. Zo snel als ik kon liep ik naar mijn kamer en hier ben ik nu. Zittend voor het raam, kijkend naar onschuldige vrouwen die hun mannen zijn verloren. Dit is de perfecte kans om Uther te vergiftigen, nu iedereen bezig is alles weer op te bouwen. Maar iets in me zegt dat ik dat niet met doen. Ik kan het gewoon niet over mijn hart krijgen om de koning van die onschuldige mensen af te nemen. En dat zegt iemand van wie alles is afgepakt! Een deur gaat open. ‘Maar wat moeten we dan doen?’ Als ik het goed heb, was dat de stem van Merlin. ‘Niks. Die tovenaar wilde ons blijkbaar helpen. Ik probeer uit te zoeken wie dat is. Maar Merlin, dit is een gevaarlijke tijd, je weet nooit wat er kan gebeuren. Jij moet zorgen dat Artur niks overkomt.’ Gaius klinkt serieus. Zachtjes sluip ik naar de deur en luister verder. ‘Ja, maar als hier iemand ander is die magie heeft, dan’ ‘Dan niks, Merlin. Het is jouw lot om Arthur te beschermen, zodat hij later zijn lot kan vervullen: Magie terugbrengen naar Camelot.’ Wow. Allerlei vragen schieten door mijn hoofd. Is het Merlins lot om et zorgen dat Arthur koning wordt? Zou Arthur de magie echt weer terugbrengen naar Camelot? Dat kan toch niet? Of wel? Dat zou wel verklaren waarom Merlin hem nog niet heeft vermoord. Dan moet dat ergens staan, toch? Ik wacht nog even en als ik zeker weet dat er niemand meer in de ‘woonkamer ’ is, glip ik naar buiten. Ik loop de gangen door. Niemand let op mij, ze hebben het wel druk genoeg met andere dingen. De ingang van de bibliotheek is een grote poort, versierd met prachtige stenen. De bieb is helemaal leeg. Hier ben ik nog nooit geweest. Ik heb ook geen idee waar ik met zoeken. Ik neem aan dat het in een of ander dik, stoffig boek moet staan. Dus loop ik naar een kast die er oud en stoffig uit ziek. De boeken zijn bijna onleesbaar en zo te zien in een oude taal geschreven. Gelukkig komt het uit de tijd waarin magie nog niet verboden was, daarvan ken ik wel een paar woordjes. Ik pak willekeurig een boek uit de kast en blader hem door. Ik merk al snel dat er niks in staat waar ik wat aan heb. Nog een paar boeken blader ik door, maar in geen van allen staat wat interessants. Helaas weet ik geen spreuk die zo het juiste boek te voorschijn tovert. Jammer. Dan zie ik een boek, helemaal alleen op een kastje. Ik pak hem en gelijk weet ik dat het goede boek gevonden heb. Het gaat over legendes en mythen. Als ik hem opensla, ligt hij gelijk op de juiste pagina. Er staat dat er een bediende zal zijn die zal zorgen dat het rijk van Camelot groter wordt dan ooit te voren. Dan had Gaius dus gelijk! Ik ruim het boek op en ga terug naar mijn kamer.