1.De Koel staat in brand

Het is een prachtige dag in september. De zon schijnt , en de lucht is stralend blauw. Ton Lokhoff is sinds april trainer van VVV-Venlo. Hij is druk bezig met de training van zijn team. Er moet hard gewerkt worden , want 3 dagen geleden verloor VVV kansloos met 3-1 van Excelsior. Ton neemt een slok van zijn koffie. Zijn spelers lopen hard. Opeens loopt technisch manager Wim Dusseldorp naar Ton. Ton kijkt om. 'Ha Wimpie '. 'Ton , we moeten praten '. Ton kijkt Wim verbaasd aan. 'Wat is er aan de hand , jonge '. 'Kom even mee '. Ton staat op. 'Jongens , ik moet even weg. Even overspelen met de bal '. Ton loopt Wim achterna. Ze lopen stadion De Koel in. Wim wijst naar zijn kantoor. Ton is verbaasd. 'Ga zitten 'zegt Wim. 'Zeg Wimpie , ik zit midden in de training. Volgende week moeten we tegen AJAX , en dan hebben ze wel voetbalstof nodig '. Wim knikt. Opeens loopt ook voorzitter Hai Berden naar binnen. Hij kijkt ernstig. 'Dag Ton '. 'Dag Hai , wat is dit ? '. Hai Berden gaat naast Ton zitten. 'Ton , Wim en ik hebben een beslissing genomen. We ontslaan je wegens de slechte resultaten. Jan van Dijk keert terug bij VVV , en Will Boessen blijft zijn assistent. Het is over '. Ton kijkt Hai verstijfd aan. 'Het is het beste 'zegt Wim zacht. Tot slot loopt directeur voetbalzaken Mario Captein naar binnen. Hij kijkt Ton aan. 'Ik heb zojuist je spelers ingelicht '. Ton schudt zijn hoofd. 'Jullie maken grote fouten '. Met grote boze passen loopt Ton weg. Mario , Wim en Hai zuchten.

Ton loopt naar zijn auto. Hij geeft er een harde schop tegen. 'Godverdomme 'schreeuwt hij. Will Boessen ziet het. Hij loopt naar Ton. 'Ton ? '. 'Wat moet jij ? '. 'Ik kom even zeggen dat ik het heel naar voor je vind '. 'Ja , jij mag blijven. Ik zit werkeloos thuis '. Will bijt op zijn lip. 'Ik ga '. Ton stapt zijn auto in , en rijdt weg met een rood hoofd.

S'avonds om 23.00 is het doodstil bij de Koel. Voorzitter Hai Berden drinkt nog een glaasje jenever. Buiten het terrein loopt een vaag persoon. De persoon is onherkenbaar. Het heeft een jerrycan in de handen. Hij loopt naar het terrein. De deuren van de personeelsingang staan open. Bezine wordt op de grond gegiet. Daarna steekt de persoon het vuur aan. Hai zit ondertussen nog steeds in zijn kantoor. Hij heeft het druk. Zijn jenever smaakt hem niet. Opeens komt zijn dochter , en hoofd van de communicatie en marketing Ellen Berden naar binnen. 'Pap , kan ik met je meereiden naar huis ? '. 'Ellen , liefje natuurlijk '. Ellen glimlacht. 'Dank je '. Hai neemt nog een slok jenever. 'Je moet niet zo drinken , pap. Je moet nog rijden '. 'Ach , je hebt gelijk ook '. Hai gooit de jenever weg. Hij loopt samen met Ellen het kantoor uit. Opeens ruikt Ellen iets. 'Wat ruikt het hier branderig '. Hai knikt. 'Ik ruik het '. Ellen en Hai lopen naar de personeelsruimte. Plots zien ze de vlammen. 'Jezus 'schrikt Hai. 'Weg hier 'schreeuwt Ellen. Het vuur verspreidt zich razendsnel. Opeens struikelt Ellen. 'Aahh '. Ellen wijst naar haar knie. 'Kijk uit 'schreeuwt Hai. Ellen kijkt omhoog. Het vuur heeft het plafond bereikt. Een deel stort naar beneden. 'Aaaah '. Ellen komt onder het puin terecht.