Untill I found you ||098|| Amynthas
Er is inmiddels al een week voorbij en alles is heel snel gegaan. Mijn moeder is veroordeeld maar ik weet niet tot hoelang. Ik heb er alles aangedaan om Levi bij me te houden maar het is niet gelukt. Hij is overgeplaatst naar een pleeggezin ergens in Nederland en ze hebben gezegd dat ik hem een keer in de maand mag zien maar dat is niet genoeg voor mij. Tom heb ik ook al een week niet meer gesproken en Bill evenmin. Ik heb geen behoefte meer aan mensen om me heen. Alles word toch van me afgepakt. Tom heeft me nog een aantal keren geprobeerd te bellen en is ook een paar keer aan me deur gekomen maar ik heb nergens op geantwoord. Ik ben de persoon kwijt die alles voor me betekend, waarvoor ik door het vuur zou gaan. Ze hebben me gevraagd of ik mijn moeder wil bezoeken maar ik hoef haar niet meer te zien. Ze heeft mijn leven verpest.
Mijn mond vormt een streep terwijl ik mezelf bekijk in de spiegel. Mijn ogen zijn rood van het huilen en onder mijn ogen zijn diepe wallen te zien. Mijn haar is dof en piekt alle kanten uit en is nodig aan een wasbeurt toe. Ook ben ik vermagerd en heb ik krassen op mijn lichaam. Mijn knokkels zijn kapot door het rammen tegen de muur en mijn lippen zijn gebarsten. Ik kijk mijn kamer rond en laat me op de grond zakken. De foto van Levi en mij ligt levenloos op de grond met in het glas een grote barst door de klap tegen de muur. De foto van mijn moeder en mij heb ik uit het raam gegooid en zal nu wel ergens in de tuin liggen. Zelf heb ik de telefoonstekker eruit getrokken samen met de bel van de voordeur. Zo heb ik tenminste geen last van mensen die heel de tijd bellen of aanbellen.
Er zijn nog geen reacties.