Untill I found you ||095|| Tom
Tom
Verveeld hang ik op de bank. Bill is een eindje gaan wandelen met Emily. Ze is een aardig meisje. Ik vind haar wel bij Bill passen. Ik drink het laatste beetje uit mijn glas en zucht. Waarom maken ze die glazen niet groter? Dan hoef ik niet elke keer opnieuw op te staan.
Mijn telefoon gaat af. 'Tom,' mompel ik. Aan de andere kant klinken wat snikken. Gelijk ga ik overeind zitten. 'Tom?' Amynthas haar lieve stem hapert al bij mijn naam.
'Lief, wat is er?'
'Kan je even komen?'
Nog geen minuut nadat ze dat gezegd heeft sta ik al in de gang met mijn jas aan. 'Liefje, ik kom zo snel als ik kan. Ik spring nu in mijn auto. Blijf je even aan de lijn?'
In de auto zet ik mijn telefoon op handsfree en druk ik het gas stevig in. Ik blijf tegen Amynthas praten, dat ik er bijna ben, dat ik van haar houd en dat alles goed is. Ik herhaal volgens mij alles wel een paar keer, maar ik wil tegen haar blijven praten. Ik wil haar stem blijven horen. Het liefst wat ik al meteen bij haar, maar het is niet anders.
Ik parkeer mijn auto. Hij staat slordig, op twee parkeervakken, maar dat maakt nu niet uit. Amynthas is nu belangrijker dan de auto die eventueel achter of voor die van mij wilt staan. Ze zoeken maar een ander vak.
Ik hoef nog niet op de bel te drukken of de deur wordt al open gedaan. Amynthas valt huilend in mijn armen. Ik sla mijn armen om haar heen en zo staan we een paar minuten.
Er zijn nog geen reacties.