Zo, short numero uno.
Voor meer:
-gedichten
-1D-bromance
-overige dingen
>> zie mijn profiel http://www.quizlet.nl/users/ardjan/

Half twaalf ’s nachts, niet de meest handige tijd om van m’n vriend te vertrekken, maar ik wilde persé thuis slapen. Wat hij niet wist is dat ik vreselijk bang ben in het donker. Met een licht gebogen rug, om zo min mogelijk op te vallen, liep ik van lantaarnpaal naar lantaarnpaal. Licht, dat was het enige wat ik nodig had om thuis te komen. Wie was het, die daar wegliep? Schichtig keek ik alle kanten uit, maar de schim was alweer verdwenen. Verder liep ik weer, het enige wat ik wilde was thuiskomen. Als ik thuis zou zijn zou ik mezelf waarschijnlijk uitlachen vanwege mijn angst, maar nu stond het zweet me in m’n handen. Een onbehagelijk gevoel bekroop me. Ik voelde me bekeken, maar wist niet door wie. Snel keek ik om, maar er was niemand te zien. Vlug liep ik door, richting huis, bang van elke schaduw, elk geluid. Het weer werkte ook al niet mee, het regende pijpestelen en donkere wolken dreven over mijn hoofd heen. Vlug, half rennend, kwam ik de hoek om, en botste tegen iemand op. Ik wilde al gaan gillen om hulp, maar het bleek de buurvrouw te zijn. Zenuwachtig lachten we naar elkaar, zij was volgens mij zo mogelijk nog banger dan dat ik was. Daar was mijn huis al, en ik schoot de straat op. Ineens stond ik vol in het licht en hoorde piepende banden achter me. Ik kon nog net op tijd wegspringen, en luid toeterend scheurde de auto verder. Aan de overkant van de straat stond ik uit te hijgen. Ik keek even om me heen. Een man met een hond, een vrouw met een kinderwagen, een buurman die uit zijn auto gestapt kwam. Het was druk voor dit tijdstip. Té druk. Snel nu, de voordeur. Mijn handen bibberden zo, dat ik de sleutel nauwelijks het slot in kreeg. Een klik, de deur zwaaide open. Ik rende naar binnen, deed alle lichten aan en zette de radio op 10. Moe plofte ik op de bank, rust, weg van het gevaar. Vredige muziek uit de radio, en even dommelde ik weg. Ineens hoorde ik wat, gekraak. Gekraak in de keuken. Stil bleef ik zitten op de bank, luisterend naar de radio met een half oor. De andere helft gespitst op het geluid. Wat is het, of beter, wie is het, die daar zo rommelt? Op mijn tenen sloop ik richting het geluid, en drukte tergend langzaam de deurknop naar beneden. Piepend zwaaide de deur open, en ik kromp in elkaar. Een man, volledig in het zwart gehuld, in mijn keuken. Ik gilde, terwijl de zwarte man met een ninjakreet op me af kwam stormen. Als aan de grond genageld stond ik daar, te wachten op de voltrekking van het vonnis wat al lang geveld was. En ineens snapte ik het, dit was het lot, ik moest sterven deze avond. De schimmen onderweg. De buurvrouw die in alle haast onze straat uit wilde. De auto die me bijna aan had gereden. De mensen in onze straat. En als laatste mijn moordenaar, die in volle vaart op me afgerend kwam, mijn eigen keukenmes in zijn hand, klaar om toe te steken.

Reageer (2)

  • lilarrzaill

    ja wat dreamless97 zegt.. Al moet ik zeggen dat ik zo'n open einde ook ontzettend mooi vind!!

    1 decennium geleden
  • Debussy

    WOW!!!_O_
    Wil meer!!!
    (flower)

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen