8. Newspaper

De Marauders waren nu al twee weken in deze tijd.
Ze hadden het erg naar hun zin.
Sirius was al door drie meisjes afgewezen, maar er waren en nog een heleboel die hem continue nakeken omdat ze hem wel interessant vonden.
Ze waren al naar een Zwerkbal wedstrijd tussen Griffoendor en Zwadderig geweest en tot de conclusie gekomen dat Harry een nog betere Zoeker was dan James.

Op een donderdag, toen ze in de grote zaal zaten, spraken ze over de toverdrank lessen van Sneep, die alleen maar verschrikkelijker geworden waren. Hermelien sloeg de krant open. Een woest uitziende man, met warrig, zwart, lang haar schreeuwde op de voorpagina.
'Hé!' Remus trok de krant plotseling uit Hermelien's hand.
'Sirius Zwarts gezien in Hogsmede'
Hij keek van Hermelien naar Sirius.
'Is dit Sirius?'
Hermelien trok de krant uit zijn hand.
'Je weet best dat ik dat niet mag zeggen' Ze veriepte zich weer in de krant.
'Ik ga maar eens,' zei Remus met een frons.
Hij stond op en liep naar de deur van de Grote Zaal. Vlak voor hij naar buiten stapte pakte hij zijn toverstok en richtte hem op Hermelien. Die zat nog diep in haar krant.
'Accio Krant,' mompelde hij. De krant schoot uit Hermelien's hand en vloog naar Remus toe.
'Hé!'
De jongens moesten lachen.
'Typisch Remus!' grinnikte James.
Hermelien stond op.
'Nu kan hij het dus lezen!' Boos liep ze weg.
De jongens aan de tafel stopte langzaam met lachen.
'Waarom sta ik eigenlijk in de krant,' vroeg Sirius.
Ron en Harry keken elkaar aan.
Harry had er helemaal niet aan gedacht dat hij al die tijd tegenover iemand had gezeten die hem, over een paar jaar, zou willen vermoorden.