04. -Daphne
Toen ik dat besefte, werd ik opeens heel zenuwachtig. Het drong dan ook echt tot mij door. Ik trok in een sneltempo mijn kleren aan en ging naar de badkamer. Ik stijlde mijn haren uit, deed wat mascara op en besloot dat ik er wel goed uitzag. Het was nog veel te vroeg om te eten, dus stopte ik een appel in mijn tas voor onderweg. De ouders van Melanie kwamen mij ophalen en zouden mij in Brussel afzetten. Het was ondertussen half vijf en ze konden elk moment hier zijn. Opeens hoor ik iemand claxonneren op straat. Ik had een briefje op tafel gelegd voor mama. Ik deed mijn jas aan, pakte mijn tas en vertrok. Toen ik buiten kwam, zag ik Melanie al met een grote smile klaarstaan om mij te knuffelen. Ik liep zo snel ik kon met mijn tas op haar af en begon te gillen. De autorit naar Brussel duurde ongeveer anderhalf uur. Het ging heel snel voorbij, omdat Melanie de cd van One Direction had opgezet en we heel luid aan het meezingen waren. We hadden in Brussel al snel de juiste trein gevonden. Voordat we de trein in gingen, hadden we nog snel een paar tijdschriften gekocht waar One Direction in voor kwam. We hadden onze plaatsen uitgekozen in de trein en begonnen wat te lezen. Ik had ook een Frans tijdschrift gekocht, omdat daar een poster in zat van One Direction. Ik bladerde wat door dat tijdschrift en probeerde een paar artikels te vertalen. “Ok, ik geef het op. Ik krijg dit nooit vertaald,” zuchtte ik. Melanie begon te lachen. Ik had geen zin meer om te lezen. Ik besloot om nog even te slapen, het werd een lange dag. Na een uurtje werd ik terug wakker. Ik was wat gedesoriënteerd, maar ik herinnerde mij al snel dat ik onderweg was naar One Direction. Ik besloot om nog even wat te lezen. Na een tijdje werd er afgeroepen dat we zouden aankomen in Londen. We stopten alles in onze tas en keken nog even of we niets waren vergeten. Toen we uit de trein stapten, pakte ik het kaartje waar op stond waar het hotel was. Ik wou eerst van die grote tas af zijn. We kwamen terecht in het centrum van Londen. “Oh-oh, ik hoop dat jij een beetje kaart kan lezen?” vroeg ik aan Melanie. “Een kaart van België wel ja, maar Londen is wel heel groot.” We besloten om het aan iemand te vragen. Telkens als we iemand aanspraken, bleek die niet van Londen te zijn. “Woont hier echt niemand in Londen?” riep ik geïrriteerd. “Kan ik misschien helpen?” vroeg een man. Hij had een raar accent, hij was niet van Londen. “Ik woon hier niet maar ik ken Londen zoals mijn broekzak,” lachte hij. “Weet u misschien waar dit hotel is?” vroeg ik in mijn beste Engels en liet hem het kaartje zien. Hij knikte en begon in het Engels uit te leggen waar het was. We bedankten hem en gingen in de richting dat de man ons had aangewezen. Na een tiental minuten wandelen waren we aangekomen in ons hotel. We hadden onze kamer geïnspecteerd en onze tassen neergezet. Het was een luxekamer! “Wauw, moet je die badkamer zien!” hoorde ik Melanie verbaasd roepen. Ik liep naar haar toe. “O mijn god! Er is een jacuzzi en een stoomcabine!” Ik keek met open mond naar de badkamer. “Je mag wel eens vaker een wedstrijd winnen, hoor,’ zei Melanie. Ik begon te lachen. “Gaan we iets eten, ik begon honger te krijgen,” stelde ik voor. “Ja! Laten we naar Nandos gaan!” “Weet jij er een liggen dan?” vroeg ik. Ze schudde teleurgesteld haar hoofd. “Er moet er wel een in de buurt zijn want er liggen er een stuk of zeventig in Londen.” Ik zuchtte. “Vooruit dan maar.” Waarom konden we niet gewoon roomservice bestellen? Dat was veel gemakkelijker en we hoefden er de deur niet voor uit. We kwamen buiten en keken goed rond of we een herkenningspunt zagen, zodat we het hotel gemakkelijk terug konden vinden. “Op zoek naar Nandos!” riep Melanie. Zuchtend begon ik achter haar aan te slenteren. ‘Dit ging een lange middag worden,’ dacht ik.
Er zijn nog geen reacties.