3
De trein kwam schokkend tot stilstand. 'We zijn er.' Zei Katy en ik knikte. Ik pakte mijn hutkoffer van het rek en probeerde me tussen de mensen te dringen. Toen ik eindelijk me in het smalle gangpad had gewurmd was is al snel buiten door de mensenmassa die met volle vaart ging. In de verte stak er een groter iemand uit. 'Eerstejaars hier heen!' Riep hij. Heel even voelde ik de aandrang om naar hem toe te lopen. Omdat ik waarschijnlijk net zoveel wist als alle andere eerstejaars over het kasteel. Ik voelde getik op mijn schouder en keek om. Een jongen met zwart haar en een rond brilletje keek me aan. 'Uh, Katy?' Vroeg hij onzeker. 'Uhm... Nee sorry, Charlotte. Katy is volgensmij daar ergens.' Zei ik terwijl ik naar de trein wees. 'Charlotte? Her.. Herken je me?' Vroeg de jongen. Hij wist van het ongeluk. Ik slaakte een diepe zucht. 'Nee, sorry. Het.. Het spijt me echt weetje. Ik herken helemaal niemand meer.' 'Oh.. Maakt niet uit. Jij kan er ook niks aan doen... Ik ben Harry.' Zei hij terwijl hij twijfelachtig zijn hand uit stak. Ik grijnsde. Ik nam zijn hand aan. 'Hai Harry. Ik ben - nouja, Charlotte..' Wat vreselijk akward deze hele shit. Hij glimlachte breed. 'Volgensmij is Katy al weg, en Ron en Hermelien - mijn vrienden - hebben volgensmij een koets gedeeld met Marcel... Een andere vriend.' 'Haha, oké. Zullen we samen dan maar een koets nemen?' Vroeg ik. 'Goed idee.' Zei hij en we liepen samen naar een koets. 'Dus... Je weet echt níks meer?' Vroeg hij nogal twijfelachtig toen we eindelijk zaten. De koets kwam schokkend tot beweging. 'Uhm... Nou spreuken enzo ken ik nog allemaal. Mijn vaardigheden zijn niet achteruit gegaan. Maar gezichten, mensen en plaatsen... Het gaat allemaal erg moeilijk. Soms herriner ik me opeens weer wat. Dat gebeurd vooral vaak op plekken waar ik vroeger vaak ben geweest. Ik hoop echt dat zweinstijn het meeste weer naar boven kan halen. Ik bedoel, ik heb hier waarschijnlijk toch mijn meeste herinneringen.' 'Ja, dat lijkt me ook... Zeg, is er iets waar ik je mee kan helpen? Ik vind het zo vreselijk om je zo te zien. Dat klinkt misschien raar voor jou, omdat jij me net hebt leren kennen. Maar we zijn al bevriend sinds ons eerste jaar.' Zei Harry. 'Nee, niet echt denk ik... Maar toch bedankt.' 'Ik ben er voor je, altijd.' Zei hij. Ik gaf een grote glimlach terug. 'Hé Potter!' Werd er geroepen uit de koets die achter ons reed. Harry keek om en toen hij zag wie het was keek hij meteen weer naar mij. Ik kon het niet laten en draaide mijn hoofd in de richting van de stem. Een jongen met witblonde haren keek me aan. 'Hey Beens, fijne vakantie gehad?' Riep hij grijnzend. 'Niet bepaald.' Riep ik terug. 'Hou je bek Malfoy! Bemoei je niet met haar. Je haat haar toch? Net als elke Griffoendor?' Riep Harry uitdagend. Malfoy Malfoy... Die naam zij me wel wat. Ik keek weer terug naar de jongen maar ik kreeg het niet op m'n plaats. Malfoy negeerde Harry en keek weer naar mij. 'Waarom niet bepaald?' Riep hij met een overdreven treurig accent. Hij was me aan het plagen. Ik mocht hem nu al niet. Niet gemeen zijn... Zei ik tegen mezelf. Ik had de laatste paar weken gemerkt dat ik een nogal opvliegerend karakter had. En een grote mond tegen iedereen. Maar ik kon me niet meer inhouden. 'Nou eigenlijk heb ik een súperzomer gehad! Ik heb een auto ongeluk gehad en ben mijn geheugen kwijtgeraakt. Ik herinner me helemaal niks meer van jou! Fijn nietwaar?!' Riep ik boos terug. De jongen keek me met grote ogen aan. 'O. Nou beterschap?' Riep hij terug. 'Voor het geval je nog niet van mee gehoord hebt, wat me zéer onwaarschijnlijk lijkt... Ik ben Draco Malfoy, je nieuwe nachtmerrie.' Riep hij met een acccent dat waarschijnlijk eng moest zijn. 'Aangenaam nachtmerrie.' Riep ik boos terug. Harry irriteerde zich enorm en draaide zijn hoofd weg. Toen niemand keek gaf Malfoy me een knipoog en een halve grijns. Sukkel. Ik stak boos m'n middelvinger op. Hij keek geschokt en ging toen weer met z'n vrienden praten die zelf een gesprek hadden gehouden.
Er zijn nog geen reacties.