001 - Proloog.
Ze wist nog hoe het water om haar enkels kringelde, hoe ze het natte zand tussen haar tenen voelde, hoe ze het zout van de zee kon ruiken, hoe de koele wind haar lichte jurk omhoog blies en haar haar om haar gezicht liet waaien. Ze sloot haar ogen even, toen ze een stem achter zich hoorde, een stem die haar naam riep. Ze wilde zich omdraaien, om te zien van wie de stem was, maar toen ze haar ogen opende, keek ze op tegen het donkere, schuine plafond van haar kamer. Opnieuw sloot ze haar ogen even, maar steeds meer werd ze zich bewust van het zachte matras waar ze op lag en de katoenen deken die om haar heen was gewikkeld.
Ze draaide haar hoofd naar rechts, en zag de lichtgevende cijfers op haar wekker zeven uur aan geven. Ze ging weer recht liggen, en sloot haar ogen. Ze probeerde het gelukkige gevoel dat haar had bezeten toen ze de stem hoorde, nog even door haar hoofd te laten gaan, maar ze voelde hoe het meer en meer van haar wegebde.
Ze wreef in haar ogen, gaapte, en sloeg de dekens van zich af. Het volgende half uur ging voorbij in een vlaag van eindeloze ochtendrituelen. Bed opmaken, gezicht wassen, haar borstelen, en zich aankleden. Toen ze om half acht beneden was, stond daar haar ontbijt en lunch klaar. Het hele huis was stil terwijl ze haar brood op at, al waren haar gedachten er niet bij. Haar moeder was al weg, naar het ziekenhuis waar ze werkte, en haar vader was op reis voor zijn werk deze week.
Even later sloot ze het huis af. De lucht was nog grijs van de schemering, en de koele lucht streek tegen haar witte bloes die zichtbaar was doordat ze haar jas nog open had. Over haar schouder hing een donkerblauwe tas.
Terwijl ze naar school liep stopte ze oortjes in haar oren, maar luisterde niet echt naar de muziek. Het gerommel van een opstartende stad klonk om haar heen, maar het leek niet echt tot haar door te dringen. Ze liep tussen de drommen mensen die over het zebrapad liepen toen het licht op groen sprong, niet zo snel dat ze mensen opzij duwde, en niet zo langzaam dat ze anderen ophield. En al die tijd waren haar gedachten er niet echt bij. Ze waren bij de droom die ze die nacht had gedaan.
Haar hoofd was lichtjes gebogen, maar ondanks dat lette iets binnen in haar op. Niet alleen of ze een auto te dichtbij hoorde te komen, maar, ook al wist ze dat het eigenlijk niet kon, ze lette op of ze geen stem hoorde die haar zou vervullen met het warme, levendige gevoel dat haar in haar droom had vervuld.
Er zijn nog geen reacties.