Het verleden
'Merlijn, waar wacht jij op', moppert Arthur die allang op zijn paard gesprongen is. 'Wij hebben niet de hele dag de tijd'
Bedenkelijk kijkt Merlin Elenora aan. Uiteindelijk besluit hij haar overeind te helpen.
'De zon gaat zo onder', waarschuwt Arthur. In zijn stem valt een verwijt te horen.
Strompelend bereiken de dienaar en het meisje het paard. Hijgend tegen het paard rust Merlijn uit.
Arthur laat een verveelde zucht horen.
'Wat?!', vraagt Merlijn.
Arthur's wenkbrauw lift omhoog. 'En dan nu graag de dame op het paard'
'Erop?', herhaalt Merlijn ongelovig. 'En hoe moet mij dat lukken?'
Nu heeft hij het zover gekregen dat Arthur van zijn paard af stijgt. Met een mannelijke vorm van elegantie schittert zijn harnas op en neer. Lompe lichte stappen, stoere brede schouders aan zijn zijde.
'Laat maar. Ik doe het wel', zegt hij chagerijnig. Hij geeft Merlijn een klap tegen zijn hoofd. Verontwaardigd wrijft Merlijn over zijn hoofd. De schuwe dame krimpt ineen van het plotselinge geluid.
Misschien is deze jongenheer kwaadwillend.
Aan de kleding te zien valt er niks op aan te merken maar zijn gezicht spreekt bliksem. Felle schoten van onvoldoening vuren onder zijn wimpers.
Zijn hand schudt de angst in haar wakker. Een aanraking slaat snel over in een greep. Wat zal hij van plan zijn? Wellicht heeft hij slechte intenties en moet zij een slaaf worden. Slaaf is in ieder geval beter dan wat haar thuis te wachten staat. Alhoewel... het hangt er een beetje vanaf wat voor een slaaf, natuurlijk.
'Ziezo. Bestijg je paard Merlijn, we hebben al genoeg getreuzeld', beveelt de sterke ridder.
'Nou... het had erger gekund', fluistert Merlijn. Slapjes hing zij over het paard heen. Prettig lag het niet, maar haar armen waren te moe, evenals haar rug, om haar rechtop te laten zitten.
Het duurde slechts enkele minuten, maar voor Elenora's buik uren voordat de bosrand bereikt is. De amorfe zon kleurt het lanschap goud. Het kasteel van Camelot staat trots op het heuvelige landschap. In een glip ziet zij het koninkrijk. Dat is voordat de paarden de pas versnellen en tegen haar buik galloperen. Langzaam voelt zij haar benen langs de zijkant van het dier glijden.
'Merlijn, jouw zorgeling valt', waarschuwt Arthur.
'Oh, juist'
Uit alle macht probeert Merlijn niet van het paard te vallen terwijl hij de dame omhoog trekt.
Zij is schuchter voor zijn hand, maar moe genoeg om in te stemmen.
Hij negeert de afgrijzingwekkende beelden die uit haar lichaam stroomden en zijn hoofd vullen.
Er moet is mis zijn met haar, of op zijn minst iets vreemds. Het zou kunnen dat de beelden traumatische ervaringen waren van de jonge dame. Maar dat zou wel een heel zwaar verleden zijn voor een meisje. Misschien verbeelt hij het zich allemaal wel. Dat kan ook.
'De koning', kreunt Elenora in haar halfslaap.
'Ssst', gebiedt Arthur zorgzaam. 'Probeer te rusten. Het is beter als jij zo snel mogelijk op krachten komt'
De hoefen galmen onder de poort door terwijl de mannen en hun gezel het kasteel naderen.
'Tuig de paarden af en breng ze naar de stal', beveelt Arthur zijn bediende.
Merlijn geeft hem een kort knikje. Hij volgt de bevelen direct op. Verbaasd draait hij om zodra hij Arthur het meisje op hoort tillen.
Arthur gebiedt hem in stiltje om zich om te draaien. De blik zegt al dat hij wel voor haar zal zorgen.
Niet veel later ploft zij neer in een zacht bed. Een oude man buigt zich over haar heen.
'Waar komt zij vandaan?', vraagt de man.
'Geen idee, Gaius. Ik vond haar in het bos, tijdens het rijden', antwoord de prins.
Een stilte valt.
'Nee, alstublieft', kermt het meisje.
Gaius en Arthur schrikken op.
'Hallo, ben je wakker?', vraagt Gaius. Hij slaat zachtjes tegen haar wang.
'Kun jij jezelf herinneren waar je vandaan komt?', vraagt hij haar.
Reageer (2)
IT!
1 decennium geledenIk heb een abo genomen!(:
1 decennium geleden