Vondst (proloog)

In een land van mythe en een tijd van magie, rust het lot van een groots koninkrijk op de schouders van een jonge jongen. Zijn naam is Merlijn
Gevaar woedt overal. Zowel in het koninkrijk als diep in de bossen, wachten de vijanden van de troonopvolger op hun kans om Arthur van de troon te beroven. En magische wezens smachten naar koningklijk vlees.
Tussen de mosbegroeide bomen werpt de zon een licht op het bleke gelaat van de jonge waarzegster. Zij heeft een lange zware tocht achter de rug. Het noodlot ontvlucht, hoopt zij op een nieuw leven. In het koninkrijk van Pendragon wilt zij haar toevlucht zoeken.
De jonge prins galoppeert door het bos. Aan zijn zijde is de altijd trouwe dienaar Merlijn.
Het ritmische getrommel van de hoeven dreunt door haar hoofd. Langzaam slaat ziener Elenora haar ogen open. De pijn in haar voeten herinnert haar aan gisteren. Drie dagen heeft zij gelopen, weg van ellende, op zoek naar een nieuw leven. Zij werd voor heks uitgemaakt, omdat men dacht dat zij vervloekingen uitsprak. De dood volgde veelal binnen de tijd naar haar zeggen. Spoedig stond haar verschijning symbool voor het overlijden, de naderende dood. Vertoning binnen het ganze koninkrijk was een gevaar. Nipt had zij weten te ontsnappen aan de bijl. Zij had een uitweg gevonden in de donkere kelders. En nu was ze veilig.
Takjes kraken...
'Wat was dat?',vraagt Arthur aan Merlijn.
'Niks... ik hoorde niks', antwoordt de dienaar.
'Ssst', sist Arthur terwijl hij gebaart dat de paarden moeten stoppen.
Een zachte zucht verlaat Elenora's mond, gevolgd door een geeuw.
'Daar, hoorde jij dat?', fluistert Arthur
'Wat?', vraagt Merlijn.
Hoofdschuddend stapt de prins van zijn paard. Hij sluipt tussen de bladeren door. Geluidsloos trekt hij het zwaard uit de schede.
'Arthur, het is vast een konijn'
'Die gapen niet. Nu stil!'
'Wacht! Wat als het een struikrover is?'
Geïrriteerd draait Arthur zich om. Hij ziet Merlijn van het paard af donderen.
Elenora schrikt op. Woeste ogen speuren de omgeving af.
Arthur duikt weg achter een boom. Boos maakt hij mondgebaren naar de stuntelende Merlijn. Merlijn haalt onschuldig zijn schouders op. Snel spiekt Arthur naar het mysterieuze meisje.
Elenora knijpt haar ogen tot spleetjes en ziet de man in het harnas. Hij probeert te schuilen maar zij heeft hem door. Het zal toch niet weer een ridder zijn die de koning op haar af gestuurd heeft?
Uit alle macht probeert ze overeind te komen, maar wanneer ze probeert te staan zakt ze door haar voet. Zij wilt wegrennen, bang voor de gewapende jongeman, alleen haar blauwe gezwollen enkel weerhoudt haar daarvan. Hopeloos zakt zij op de grond. Als laatste redmiddel gebruikt zij haar vurige ogen die door metersdikke muren schieten.
'Arthur, ik denk niet dat dit zo'n goed idee is', zegt Merlijn zodra hij de geelgloeiende ogen ziet.
'Geef me dekking', beveelt Arthur. Met zijn zwaard geheven stromt hij op haar af. Angstig houdt Elenora haar arm voor haar gezicht.
'Genade', jammert zij.
'Stop!', schreeuwt Merlijn.
Arthur laat zijn zwaard zakken. Elenora spiekt tussen haar oogleden om te zien wat er gebeurt.
'Volgens mij is zij ongevaarlijk', voegt Merlijn toe.
Elenora en Arthur kijken hem onbegrepen aan.
'Als zij een heks was, had zij er dan zo bijgezeten?'
Arthur kijkt naar het weerloze meisje.
'Zij is gewond, wij moeten haar helpen', meent Merlijn.
'Als zij haar niet herkennen, komen die twee dan toch niet van de koning?', vraagt Elenora zich af. Zij kan niet begrijpen dat iemand haar zou willen helpen. Niet in het koninkrijk waar zij vandaan komt.
'Je hebt gelijk. Zij vormt geen bedreiging. Het is gewoon een weerloos slachtoffer'
Merlijn glimlacht opgelucht wanneer Artur zijn zwaard terug in de schede steekt.
'Help haar overeind', beveelt de prins met een handgebaar.
Merlijn dribbelt op haar af. Behulpzaam steekt hij zijn hand uit. Echter, meteen nadat hij Elenora's hand aanraakt trekt hij hem terug. Een golf van gedachten overspoelt hem. Hij ziet de waarzegster gevolgd door beelden van dood en bederf. Is het mogelijk dat zij dan toch minder weerloos is dan dat zij zich voordoet?.