Chapter thirty-one
One look at your smile and I could see the light shining everywhere.
-- Aladdin - The King of Thieves
De toeter galmt door heel de tent. Verschrikt zit ik rechtop. Heb ik dat nu gedroomd. Als ik rond me kijk, zie ik dat het al veel te licht is. Hoe lang heb ik wel niet geslapen. Mijn benen zwier ik uit bed en een nieuw kleedje hangt prachtig aan een van de kapstokken. Ik lach echt aan alles denkt die leeuw. Met snelle bewegingen kleed ik me om en maak ik me klaar. Als ik dan ook eindelijk mijn schoenen heb aangedaan, ben ik klaar om aan een nieuwe dag te beginnen. Het stofje voor de tent schuif ik aan de kant en tot mijn angst zie ik dat Jadis haar intrede maakt naar de tent van Aslan. Wat is dit allemaal, waarom is zij hier. Nog steeds stokstijf sta ik naar heel het theater te kijken. Ik vind het toch een hoop theater, wat ze hier ook komt doen ik hoop dat Aslan er niet intrapt. ‘We hebben een verrader onder ons midden!’ gilt ze dan wanneer Aslan de tent uitkomt. Waarom houdt het horrorverhaal ook nooit is op, ik wil niet bij haar horen, nu niet en nooit niet. Maar tot mijn verbazing heeft ze het niet over mij. Haar staf wijst naar.. Wat Edmund? Wat doet hij bij ons. Hoe lang heb ik wel niet geslapen en wat heb ik gemist. Snel wrijf ik door mijn ogen, ik ben toch niet aan het dromen. Maar dat is blijkbaar niet het geval. Na een aantal preekwoorden volgt Jadis Aslan tot in de tent en het ziet ernaar uit dat ze er lang in gaan blijven zitten. ‘Cherly!’ hoor ik dan in de verte en als een gek komt Edmund op mij afgelopen. ‘Hey Ed.’ zeg ik dan wanneer hij naast me staat. ‘Wat heb ik in hemelsnaam allemaal gemist?’ vraag ik wanneer ook de andere bij mij zijn. ‘Veel.’ Zegt Susan dan met een lach. ‘Maar ik snap er niks van, hoe kan Edmund nu hier zijn?’ ‘We zijn hem gisteren avond gaan bevrijden.’ Vult peter het verhaal verder in. ‘Wie is we?’ ‘Mijn leger.’ Zegt hij dan apetrots. Met een lach kijk ik hem aan, maar ik ga toch niet te hard van stapel lopen. ‘Ik heb je gemist Ed!’ roep ik dan en ga terug langs hem staan.’ Edmund zijn lach wordt alleen maar breder. ‘Ik jou ook Cherly. Ik dacht dat ik je nooit meer ging terug zien.’ ‘Dat dacht ik in het begin ook, maar ik heb geluk gehad.’ Vertel ik hem dan. ‘Ja, ik heb zoiets gehoord.’ Zegt hij dan met een klein lachje. ‘Goed, dan moet ik het verhaal al niet meer vertellen, het zou dan te saai worden.’ Lach ik weer. De monsters die ik nu pas opmerk beginnen allemaal luid te joelen wanneer Jadis de tent uitkomt gelopen. ‘Hoe weet ik dat jij je aan je afspraak houdt?’ gilt ze Aslan weer toe. Een luid gebrul vult heel de omgeving en ik krijg er meteen kippenvel van. Zo snel als ze naar hier gekomen is, zo snel is ze weer weg en daar heb ik een goed gevoel bij. Ik heb haar liever niet meer in mijn buurt. Maar hoe ga ik dit ooit tegen Peter vertellen, dat ik een deel uit maak van een troela met een veel te hoge ego?
Er zijn nog geen reacties.