1. Misty Mountains
HEAVYMETAL schreef:
Aangezien jullie zo snel klaar waren met de eerste opdracht, zet ik nu al de tweede opdracht neer. Jullie krijgen net zoveel tijd als de volgende keer. De opdracht voor deze keer zal zijn: 'Schrijf een stand alone (los verhaal) over met een liedje dat je graag luistert als inspiratie! 16+, fanfic, maakt me niet uit. Verras me! Het liefst minimaal 300 woorden en maximaal 1500. Deadline: 29 januari.
Gebaseerd op: De Hobbit van J.R.R. Tolkien.
Lied: The Hobbit Trailer Song
Far over the misty Mountains cold,
Lang heb ik gedroomd over onze berg. Hij stond in het oosten, voorbij de bergketen die Midden-Aarde in tweeën splitst, het nevel gebergte. Het was een prachtige berg volgens de verhalen. “Ato, weet je… waar onze voorouders vandaan kwamen, daar hadden we je willen opvoeden”, zeiden mijn ouders altijd. Maar dat was niet mogelijk. Want mijn voorouders waren van onze berg verdreven door een draak, een gouden draak genaamd Smaug. En daarom moesten wij de berg opgeven. Alles waren we kwijt, geld, huizen, monumenten, alles. En er was nooit iemand die probeerde het terug te krijgen. “Tegen een draak kunnen wij niet op” en “Weet je hoever je moet reizen om daar dood te gaan? Ik ga wel naar de grafheuvels, da’s dichter bij”. Nee, nooit iemand die daarheen wou. Maar ik ben helemaal vergeten mezelf voor te stellen! Ik ben Ato Donderbijl, een dwerg. Ik ben nog behoorlijk jong, 132 jaar. Mijn voorouders woonden in de Eenzame berg bij het dal, maar daar werden ze dus verdreven. Nu wonen we bij de zee in de grijze bergen. We overleven het hier wel, maar iedereen haalt alleen maar herinneringen op. Maar er is niemand die actie onderneemt. En daar begint mijn verhaal.
To dungeons deep, and caverns old,
Want ik dacht, niet denken maar doen. Dus ik ging op reis zonder het tegen iemand te vertellen, ze zouden me toch willen tegenhouden. Wat had ik bij me? Mijn wapenuitrusting en mijn strijdbijl, de bijl was een erfstuk en mijn wapenuitrusting was een geweldig werk. Mijn eerste doel? Rivendel, het laatste huiselijke huis. Hier woonden geen Dwergen, en om naar de elven te moeten trok mij helemaal niet, maar Elrond, de leider van Rivendel was de enige die een weg wist over het gebergte zonder helemaal via Rohan te moeten. Het was een rustige reis, totdat ik in de wildernis aankwam, bij Amon Sûl. Weertop noemen de mensen het. Daar sloeg het noodlot voor de eerste keer toe, ik werd aangevallen door een stel uitgehongerde wolven. Ik wist de aanval af te slaan, maar ze stalen mijn voedsel. Met vastberadenheid en alles wat ik nog had trok ik verder. Uitgehongerd kwam ik in Rivendel aan, en alle elven daar lachten me uit. Uitgehongerd aan een elf om onderdak en eten smeken… als mijn ouders dat hoorden!
Maar nadat de elven klaar waren met lachen hielpen ze me gelukkig wel. Elrond vertelde me nadat hij te horen kreeg waar ik heen wou dat ik moest omkeren, het was te gevaarlijk. Maar ik weigerde terug te keren, of voor een ander raar idee, namelijk meegaan met een tovenaar die ook een groep aan het vormen was om de Eenzame berg terug te krijgen. Ha! Een mens die onze berg krijgt?! Dus niet! Uiteindelijk gaf die elf toe, en hij vertelde me dat er een pas in de bergen was die naar de andere kant leidde. Hij gaf me de route beschrijving en ik ging weer op weg. De hoge pas, zoals die pas werd genoemd had alleen een nadeel. Er leven daar een stel reuzen. En sommige reuzen zijn niet aardig. Zoals degene die mij aanviel. Aangezien dit een verslag is en geen heldenepos hou ik dit gevecht kort. De reus pakte me op, hield me voor zijn gezicht en wou me daarna weggooien. Ik had andere plannen. Dus ik sloeg met mijn bijl naar het oog van de reus, en het was een voltreffer, ik spleet het hele oog doormidden. De reus liet me jankend vallen, en ik rende voor mijn leven. Ik had misschien van de reus gewonnen, maar misschien ook niet, en er was een draak die op me wachtte.
The pines were roaring on the heights,
Uiteindelijk kwam ik na een lange reis aan bij de berg en het dal. Ik besloot niet naar de mensen van het meer te gaan, aangezien ze als ik succes had gelijk de hele berg zouden plunderen. Mensen kun je niet vertrouwen, het ene moment zijn ze bondgenoten, het andere moment proberen ze je geld af te troggelen. Dus ik liep gelijk door naar de berg, die ik al snel kon zien. Mijn ouders hadden niet gelogen of het verheerlijkt, de Eenzame Berg was een prachtige berg. Hij stond hoog, en daar beneden lag het dal. Het zou een perfect aangezicht zijn geweest ware het niet dat alle bomen kleine stronken waren. Dus er was een ding dat niet meer klopte. Volgens mijn ouders stond er ooit hier een pracht bos, vol met dennenbomen. Maar deze bergen waren er niet langer. Maar de stronken die over waren? Die schreeuwden om wraak. En die wraak zal ik nemen.
The winds were moaning in the night.
En nu zit ik hier in de zaal van mijn voorouders, boven op de troon van al die grootte dwergenkoningen die me voorgingen, Dìan I en alle anderen. De draak kan elk moment terugkomen nadat hij klaar is met jagen. En dan komt er het uur van de waarheid, het moment dat ik de Berg terug win. Toch is er een gedeelte van me dat twijfelt. Ben ik echt goed genoeg om een draak te verslaan in mijn eentje? Of is dit slechts iets dat ik mezelf heb aangepraat? Maar ik kan nu niet meer terug. Ik ben een dwerg en ik zal vechten als een dwerg. Mocht er ooit iemand dit vinden, weet dan dat Ato Donderslag, zoon van Ater Vuurbijl is gestorven als een dwerg!
The fire was red, it flaming spread.
The trees like torches, blazed with light.
Zo vond ik dit verhaal van een held die nooit erkenning heeft gekregen. Net zoals al die anderen hier de het gezag van Smaug bestwisten. Ik vraag me af waarom Smaug dit bewaarde, misschien als trofee, misschien heeft hij het niet gezien. Al die dwergen levens die hier zijn weggegooid. Waarom faalden zij en wij niet? Hmm, ik weet daar het antwoord al op. Wij hadden iets wat alle andere trotse dwergen niet eens te binnen schoot. Wij hadden een hobbit.
En nu sta ik voor net zo’n reis als deze dwerg. Al voert mijn reis me niet naar een draak en de eenzame berg. Ik moet een ander koninkrijk terugwinnen. De plek waar wij te ver groeven en een vloek naar boven haalden. Tenminste, dat zeggen de legendes. Maar een ding weet ik wel. Ik moet het niet alleen doen, ik heb reisgenoten nodig. En als het even kan, een hobbit.
Balin
Reageer (1)
Heel mooi (:
1 decennium geleden