Hoofdstuk 1, blz 2- The truth I can see in the mirror
Hoofdstuk 1, blz 2- The truth I can see in the mirror
Zonnestralen drongen in mijn ogen, en ik opende uit dwaasheid mijn ogen. De felle zon scheen fel in mijn ogen en ik sloot ze weer gelijk. Ik draaide me om naar mijn deur en daarna deedt ik pas weer mijn ogen open. Ik stond rustig op, en zwarte vlekjes kwammen voor mijn zicht. 'Kut' Fluisterde ik zacht, terwel ik wachten tot ze weg waren. Mijn benen liepen langzaam naar de deur terwel ik nog duf was, maar dat zal niet lang meer duren. Ik moest geconcentreed blijven, Ik moest controle hebben. Ik hoorde de deur van mijn zus openklappen en ik keek niet op toen we allebei in de hal waren van het trappenhuis. 'Ook goedemorgen' Reageerde ze zagerijning op mij, waarbij ik weer dat beangstigende gevoel kreeg. Zou ze nog steeds een woedend zijn van gisteren? Ik liep naar beneden en ging aan de tafel zitten. Ik voelde een hand bij mijn schouder en ik keek op, één van mijn jongere broertjes keek me met betraande ogen aan. 'Wat is er?' Fluisterde ik sussend, terwel ik de spanning in de kamer voelde opstijgen. Mijn vader kwam de kamer binnen, en ik keek hem serieus en beangstigend aan. 'Papa?'. Hij keek zwijgend voor zich uit, een slecht voorteken. 'Haley, waar is mama?' Fluisterde mijn jongere broertje waarbij hij daarna begong te huilen. Ik tilde hem op en zetten hem op mijn schoot. Ik wist dat er hier iets goed fouts was, maar wou ik het wel weten?
Reageer (1)
ohhhh, nee nee nee nee nee
1 decennium geleden