Met een glimlach kijk ik naar Tom die naast me loopt en steeds een steentje wegtrapt die hij op het zand tegenkomt. De dingen die hij doet maken hem bijzonder en ik weet zeker dat hij een lief karakter heeft. Maar ook aan zijn houding zie ik dat hem iets dwars zit. Iets dat hij me niet kan vertellen. Ik pak voorzichtig zijn hand vast en laat hem stilstaan. Zijn gezicht draait automatisch naar me toe en ik knijp even bemoedigend in zijn hand. 'Er zit je iets dwars he?' vraag ik hem zacht en zie dat hij op zijn lip bijt. Met mijn duim ga ik zachtjes over zijn lippen als teken dat hij het niet moet doen. Zijn ogen boren zich in de mijne en zijn handen pakken de mijne weer vast en hij verstrengelt onze vingers. 'Er is niks Amynthas, echt niet' zegt hij vol overtuiging maar zijn ogen blinken niet meer. Er zit hem echt iets dwars, hopelijk vertelt hij me wat er is.

Nog steeds loop ik samen met Tom over het strand en het is inmiddels al een uur in de nacht maar naar huis gaan wil ik niet. Tom heeft me nog steeds niet vertelt wat hem dwars zit, hij wou het wel maar deed het toen toch maar weet niet. Het is best een raar idee dat ik zoveel om hem geef gewoon om hoe hij tegen mij doet. Maar die jongen maakt iets los in mij en dat vind ik helemaal niet erg. Nog steeds zijn onze handen verstrengeld en af en toe knijpt een van ons even zodat we weten dat we de stilte nog niet willen verbreken.

Reageer (4)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen