047*
Een enorme pijn verspreidde zich door mijn hele lichaam en ik schreeuwde het uit, terwijl tranen zich in mijn ogen vormden. De zware kast was bovenop me gevallen, en ik zag hoe Tom wanhopig de kast op probeerde te tillen, maar hij was te zwaar. Ik kreeg bijna geen lucht meer onder het gewicht van de kast en ik lag er maar roerloos bij. Nog steeds vlogen de meubels en spullen dwars door de kamer heen. Gustav kroop naar de kast toe en begon te helpen. De kast bewoog een stukje omhoog, maar zakte toen weer terug. 'Bill! Georg! Kom helpen!' Met zijn vieren tilden ze de kast op en ik werd er onderuit getrokken, recht in Tom's armen, die me probeerde te beschermen tegen de rond vliegende spullen. Nog maar een paar kaarsjes waren aan. Ik wankelde ernaartoe en blies ze zo snel mogelijk uit. Toen het laatste lichtje doofde, werd het stil in de kamer. Mijn ogen raakten gewend aan de plotselinge duisternis en ze vonden de jongens, zittend bij de kast, doodstil. De open deuren en de troep wekte me angst aan. Achter elke omgevallen meubel kon wel iets zitten, dus durfde ook ik me niet te bewegen. Ik hoopte dat, als er iets was, het me niet zou zien in het donker, wat stom was, aangezien het ons altijd al had gezien in het donker. Achter me begon er iets te rommelen, ik verstrakte en voelde het bloed uit mijn gezicht weg trekken. Door de duisternis heen zag ik Georg geluidloze woorden vormen met zijn lippen, 'Niet bewegen,' kon ik eruit opmaken. Ja, dat was ik ook niet van plan. Als een standbeeld stond ik daar, hoewel ik voelde dat mijn benen het niet lang meer vol zouden houden. De pijn was er nog steeds door heel mijn lichaam, en door de hoeveelheid adrenaline die ik had kon ik mijn ademhaling moeilijk onder controle houden. Ik wilde gillen en dingen rondschoppen, ik was gek geworden, krankzinnig. Ik wilde niet meer leven. Het was onmogelijk dat dit gebeurde, het kon niet waar zijn. Ik wist dat het niet waar was. Het kon me geen pijn meer doen, dat kon het niet. Het was onzichtbaar, want het bestond niet, en als het onzichtbaar was, kon het me niet aanraken. In het wilde weg begon ik te lachen, oncontroleerbaar hard te lachen. Ik zag Georg's ogen groot worden en verwoede tekens te geven dat ik stil moest zijn, maar dit liet me alleen nog maar harder lachen. Achter me hoorde ik iets naar me toe bewegen, en ik voelde ogen in mijn rug branden. Voor me schoot Tom overeind, trok de jongens met zich mee en greep mij daarna vast. 'NAAR BUITEN!' Gilde hij angstig. Ik liet me gewillig naar de andere kant van de kamer trekken, half struikelend de deur door, recht naar buiten, waar het even donker was, de straatlantaarns stonden niet aan, vraag me niet waarom, maar ik had zo'n vermoeden. Ik was nog steeds aan het lachen. Ik keek achter me, maar zag niets. Het was leeg op straat. Na ongeveer tien minuten gerend te hebben stopten we. Mijn lachbui was over en ik kwam eindelijk weer een beetje bij zinnen, nu kwamen de tranen. 'Verdomme, wat is dat toch telkens?' Gustav leek enorm in de war te zijn. Ik keek om me heen om te bepalen waar we ons ergens bevonden. Ik gokte in een parkje, niet de eerste keuze qua plek waar ik op dit moment wilde zijn. 'Tom, kunnen we ergens anders naar toe gaan? Ergens waar mensen zijn?' Het leek alsof hij nu pas besefte dat we midden in een donker park stonden en trok ons mee het parkje uit, richting het dorp en de winkels. Het was er drukker, en we hoorden een hoop mensen luidruchtig zingen in een van de kroegen die we voorbij liepen. Er waren nare mensen op dit moment in het dorp, mensen die ik liever niet wilde tegenkomen, maar dat maakte me niks uit, hoewel ik alleen een kort rokje en een hempje droeg. Een uitdagend gefluit achter me en ik draaide me om om te kijken waar het vandaan kwam. Een groepje mannen met motors keken verlekkerd naar mijn benen. 'Kom eens even hier mooi meisje, jou willen we wel van dichterbij bekijken!' Schreeuwden ze vrolijk, dronken dus. Ik draaide me om en liep verder. Verschillende mensen die niet dronken waren liepen, diep verscholen in hun jassen, haastig door het dorp, om het gefluit en geschreeuw van de rest te ontlopen. Ik hield mijn blik op de grond voor me gericht en we zochten een bankje in het licht van de straatlantaarns, buiten bereik van de dronken mensen, maar waar we toch voor ons gevoel veilig stonden. Ik legde mijn hoofd op Tom's schouder, en zo brachten we de rest van de nacht door, tot het weer licht was en we terugkeerde naar huis.
Reacties??
Reageer (3)
Creepy! Snel verder <3
1 decennium geledenjij moet blijven schrijven! snel verder
1 decennium geledenGa je snel verder?
Xxx