17. Onderzoek
Carlisle doet de deur dicht en draait zich weer naar mij om. Hij kijkt bedenkelijk, alsof hij niet weet hoe hij iets moet zeggen.
“Piper. Wat is er gebeurd?” vraagt hij waarna hij mij vragend aankijkt.
“Mijn vader was boos.” zeg ik want ik wil gewoon niet meer daarover liegen. Ik wil niet meer leugens verzinnen om mijn vader te beschermen. Want hij beschermt mij toch niet.
Carlisle kijkt mij geschokt aan. “Sloeg je vader je vaker?” vraagt hij.
Ik knik. Als ik verder niks zeg kijkt Carlisle me vol medelijden aan. Daaruit trek ik de conclusie dat hij denkt dat ik het er moeilijk mee heb en dat ik er daarom niet over wil praten.
“Ga je weer terug naar je vader?” vraagt Carlisle.
“Nee.” antwoord ik. “Mijn vader heeft me weggestuurd.”
Carlisle kijkt verbaasd.
“Piper. Vind je het goed als ik je helemaal onderzoek om te kijken of er nog iets mis is?” vraagt hij.
Die had ik niet zien aankomen. Ik denk na. Als Carlisle mij helemaal gaat onderzoeken ziet hij al mijn littekens en misschien
“Piper. Het is goed voor jezelf. Ik kan je niet helpen als ik niet weet of er nog iets mis is.” zegt Carlisle waardoor ik uit mijn gedachten wordt getrokken.
“Zal je met niemand over mijn littekens en verwondingen praten?” vraag ik, want dat is voor mij heel belangrijk. Ik doe altijd mijn best om mijn verwondingen en littekens te verbergen. Dus dan moet Carlisle er niet met iemand over gaan praten.
De vraag lijkt Carlisle te verrassen. “Ik zal er met niemand zonder toestemming van jou over praten.” zegt hij.
“Dan is het goed.” zeg ik waarna ik Carlisle een zucht hoor slaken.
Carlisle vraagt me om me tot mijn ondergoed uit te kleden. Hij zucht als hij mij littekens te zien krijgt. Maar daarna begint hij aan het onderzoek.
Na een tijdje mag ik me weer aankleden. Als ik aangekleed ben kijkt Carlisle me serieus aan.
“Piper. Er is niks wat ik kan behandelen. Dus ik zal je vrienden weer binnen roepen.” zegt Carlisle. Waarna hij nog even bedenkelijk kijkt. Maar dan loopt hij weg.
Carlisle had iets belangrijks willen zeggen, volgens mij. Ik vraag me af wat hij wou zeggen.
Maar dan komt Carlisle met Nathan, Cole en Morgan binnen lopen en wordt ik uit mijn gepeins getrokken.
Nathan, Cole en Morgan kijken mij onzeker aan.
Ik begroet ze even en we lopen richting de auto. Morgan helpt me met lopen en de jongens hebben hun tempo wat vertraagd.
Als we in de auto zitten bedenk ik me dat ik geen slaapplek heb.
“Morgan.” zeg ik waardoor ze mij vragend aankijkt. “Zou ik misschien vanavond bij jou mogen logeren?” vraag ik waarna ik haar smekend aankijk.
Reageer (4)
(again) spannend
1 decennium geledenleuk!! snel verder(flower)
1 decennium geledenverder gaan
1 decennium geledenleuk! snel verder(flower)
1 decennium geleden