~ 1
Ik bond m'n haren samen. Donderdag, en de voorlaatste dag van m'n vakantiejob. Ik had me echt geamuseerd. Bedden opmaken, kamers schoonmaken, helpen met patiënten. Het ziekenhuis was erg gastvrij, en het betaalde best goed. Soms was de gedachte dat ik bedden opmaakte voor mensen die gestorven waren hartverscheurend, maar anderzijds maakte ik bedden op voor mensen die net een nieuw leven geschonken hadden, of voor mensen die genezen waren, en dat gaf me weer goede moed. 'Katie? Je moet echt vertrekken schat!' 'Kom eraan!' Mam, iedere ochtend hetzelfde liedje. Ze dacht echt altijd dat ik te laat zou komen, terwijl ik nog nooit was te laat gekomen. Ik nam m'n auto sleutels en m'n handtas. 'Ben weg, bye!' Ik sloeg de voordeur achter me dicht en liep naar m'n auto. Mijn auto, mijn eigen auto. Ik had 'm voor een spot prijsje kunnen kopen via een vriend, het was mijn droom auto. Een rode jeep, echt mijn ding. Ik ging achter het stuur zitten en vertrok naar het ziekenhuis.
'Goedemorgen Katie!' 'Hey Marissa, veel werk vandaag?' 'Valt nog mee. Er zijn niet zoveel mensen die naar huis mogen vandaag, dus je zal niet zo heel veel moeten schoonmaken.' 'Ok.' 'Vraag anders aan dokter Praet of hij nog werk voor je heeft?' 'Komt in orde! Ik ga me snel omkleden.' Ik zocht m'n weg naar de kleedruimte. Ik trok mijn kastje open en haalde er mijn werk schort uit. Toen ik ook van schoeisel veranderd was en m'n spullen had opgeborgen, liep ik de gangen van het ziekenhuis in. 'Al nieuws over dat meisje?' vroeg ik aan een verpleegster. 'Nee niets. Haar toestand veranderd niet.' 'Wat wreed...' 'Inderdaad, ze is nog zo jong. Pas 18 denk ik.' 'Mijn leeftijd, ik kan me niet inbeelden dat ik daar zou liggen.' 'Niet aan denken, de dokters doen alles wat ze kunnen. Kom op, we gaan werken.' ik knikte en volgde haar.
Het was een rustige dag. Ik liep van kamer naar kamer om schoon te maken, er waren maar 3 mensen die naar huis mochten. Ik nam vers beddengoed en liep de gang in. Ik merkte op dat het ziekenhuis in rep en roer stond. Dokters en verpleegsters liepen de kamer van het meisje in. Ik schrok, zou ze wakker geworden zijn? Ik liep de kamer in die ik moest verversen. Toen ik het beddengoed verwisseld had liep ik de gang op om die naar de wasplaats te brengen. Iemand botste tegen me aan. Ik liet alles vallen en keek hem verwonderd aan, hij leek levenloos. Hij wandelde me gewoon voorbij, het ziekenhuis uit. Ik raapte alles op en bracht het naar de wasplaats. 'Katie?' 'Ja? Ik ben hier!' ik liet alles in de wasmand vallen en ging naar de verpleegster die me riep. 'Ze is overleden.' 'Dat meisje?' 'Ja, die Peyton ja. Ze heeft het niet gehaald.' 'Och nee... Wat vreselijk.' 'Inderdaad. Het is vreselijk. Haar vriend is net het ziekenhuis uitgewandeld, hij is helemaal gebroken.' 'Heeft hij dreads, een pet?' 'Ja, en wijde kleren.' 'Ik zag 'm, hij liep zomaar tegen me aan en liep daarna levenloos het ziekenhuis uit.' 'Onbeschrijfelijk.' 'Inderdaad..' ik slikte even. 'Goed, ik moet nu eenmaal verder werken, hoe erg het ook is. Kan je me helpen?' 'Natuurlijk.' ik wandelde met haar mee. Op de grond voor de kamer zat een jongen met zwart haar en een meisje die huilend in z'n armen zat. 'Kan ik iets voor jullie halen, wat water, koffie?' 'Een glaasje water graag.' ik knikte naar de jongen en liep naar de onthaalruimte. Ik vulde een glas met water en liep terug naar hen. Ik bukte me tot op hun hoogte. 'Gaat het met jullie?' Hij schudde zijn hoofd. 'Ik beloof jullie, dat we alles...' 'Dat weten we. Er was niets aan te doen.' het meisje ging rechtop zitten. 'Alstublieft.' Ik gaf haar spontaan het glas water, niet wetend of die jongen het liever gehad had. 'Ik laat jullie. Als er iets is, het ziekenhuis staat voor jullie klaar.' 'Bedankt.' snikte het meisje. Ik stond weer op en ging verder met mijn werk.
'Goedemorgen Katie!' 'Hey Marissa, veel werk vandaag?' 'Valt nog mee. Er zijn niet zoveel mensen die naar huis mogen vandaag, dus je zal niet zo heel veel moeten schoonmaken.' 'Ok.' 'Vraag anders aan dokter Praet of hij nog werk voor je heeft?' 'Komt in orde! Ik ga me snel omkleden.' Ik zocht m'n weg naar de kleedruimte. Ik trok mijn kastje open en haalde er mijn werk schort uit. Toen ik ook van schoeisel veranderd was en m'n spullen had opgeborgen, liep ik de gangen van het ziekenhuis in. 'Al nieuws over dat meisje?' vroeg ik aan een verpleegster. 'Nee niets. Haar toestand veranderd niet.' 'Wat wreed...' 'Inderdaad, ze is nog zo jong. Pas 18 denk ik.' 'Mijn leeftijd, ik kan me niet inbeelden dat ik daar zou liggen.' 'Niet aan denken, de dokters doen alles wat ze kunnen. Kom op, we gaan werken.' ik knikte en volgde haar.
Het was een rustige dag. Ik liep van kamer naar kamer om schoon te maken, er waren maar 3 mensen die naar huis mochten. Ik nam vers beddengoed en liep de gang in. Ik merkte op dat het ziekenhuis in rep en roer stond. Dokters en verpleegsters liepen de kamer van het meisje in. Ik schrok, zou ze wakker geworden zijn? Ik liep de kamer in die ik moest verversen. Toen ik het beddengoed verwisseld had liep ik de gang op om die naar de wasplaats te brengen. Iemand botste tegen me aan. Ik liet alles vallen en keek hem verwonderd aan, hij leek levenloos. Hij wandelde me gewoon voorbij, het ziekenhuis uit. Ik raapte alles op en bracht het naar de wasplaats. 'Katie?' 'Ja? Ik ben hier!' ik liet alles in de wasmand vallen en ging naar de verpleegster die me riep. 'Ze is overleden.' 'Dat meisje?' 'Ja, die Peyton ja. Ze heeft het niet gehaald.' 'Och nee... Wat vreselijk.' 'Inderdaad. Het is vreselijk. Haar vriend is net het ziekenhuis uitgewandeld, hij is helemaal gebroken.' 'Heeft hij dreads, een pet?' 'Ja, en wijde kleren.' 'Ik zag 'm, hij liep zomaar tegen me aan en liep daarna levenloos het ziekenhuis uit.' 'Onbeschrijfelijk.' 'Inderdaad..' ik slikte even. 'Goed, ik moet nu eenmaal verder werken, hoe erg het ook is. Kan je me helpen?' 'Natuurlijk.' ik wandelde met haar mee. Op de grond voor de kamer zat een jongen met zwart haar en een meisje die huilend in z'n armen zat. 'Kan ik iets voor jullie halen, wat water, koffie?' 'Een glaasje water graag.' ik knikte naar de jongen en liep naar de onthaalruimte. Ik vulde een glas met water en liep terug naar hen. Ik bukte me tot op hun hoogte. 'Gaat het met jullie?' Hij schudde zijn hoofd. 'Ik beloof jullie, dat we alles...' 'Dat weten we. Er was niets aan te doen.' het meisje ging rechtop zitten. 'Alstublieft.' Ik gaf haar spontaan het glas water, niet wetend of die jongen het liever gehad had. 'Ik laat jullie. Als er iets is, het ziekenhuis staat voor jullie klaar.' 'Bedankt.' snikte het meisje. Ik stond weer op en ging verder met mijn werk.
Er zijn nog geen reacties.