16. Ziekenhuis
Ik kijk in de auto. Daar zitten Nathan, Cole en Morgan. Ze kijken me vriendelijk aan.
Ik weet dat ze over me geroddeld hebben, maar nu kan ik een lift wel heel erg gebruiken.
“Dat zou wel fijn zijn, ja.” zeg ik dus maar waarna ik even naar ze glimlach.
“Kom maar naast me zitten.” zegt Morgan. Ze zit op de achterbank en doet de deur naast zich open. Ze schuift op en ik ga naast haar zitten en doe de deur dicht.
“Waar kunnen we je naar toe brengen?” vraagt Nathan, hij zit achter het stuur.
“Het ziekenhuis zou handig zijn.”zeg ik waarna ik een spiegeltje uit mijn weekendtas haal. Ik kijk.
Mijn gezicht ziet er afschuwelijk uit. Er zit bloed onder mijn neus en een gedeelte van de make-up waarmee ik mijn twee blauw geslagen ogen camoufleerde is weg.
“Hier. Ik heb wel watjes met make-up remover en een zakdoekje.” zegt Morgan waarna ze mij de watjes aangeeft.
Ik pak het aan en haal mijn make-up weg. Het maakt me nu niet uit of ze mijn blauwe plekken zien.
Er verschijnen twee blauwe ogen. Ook verschijnen er andere blauwe plekken. Alle make-up is weg.
Morgan kijkt mij verbaasd aan, maar ze geeft me alsnog het zakdoekje aan. Ik haal het bloed weg. Ook daar onder zit nog een blauwe plek.
Ik stop het spiegeltje weg en kijk op. Morgan en Cole kijken mij verbaasd aan.
“Hoe kom je daaraan?” vraagt Cole voorzichtig.
Ik denk na. Zal ik de waarheid vertellen of zal ik een verhaal verzinnen? Dan besef ik me dat ik geen zin meer heb om een verhaal te verzinnen.
“Mijn vader was boos.” zeg ik. Cole kijkt me vol ongeloof aan.
“Wat heeft je vader gedaan?” vraagt Nathan terwijl hij parkeert op de parkeerplaats van het ziekenhuis. Als hij heeft geparkeerd kijk hij naar mij. Zijn blik wordt vol ongeloof.
“Heeft je vader je geslagen?” vraagt Morgan vol ongeloof.
Ik knik. Ze kijken me allemaal vol ongeloof aan.
“Kunnen we misschien het ziekenhuis in gaan?” vraag ik waardoor ze beseffen dat ze naar mij staren. Ze knikken en stappen uit.
We gaan op weg naar het ziekenhuis. Ze lopen op een hoog tempo naar de ingang. Ik strompel een beetje achter ze aan.
Als ze bij de ingang zijn kijken ze verbaasd achterom. Dan zien ze mijn naar hun toe strompelen. Morgan rent naar mij toe en helpt me verder naar de ingang.
We komen bij de ingang, dan lopen we met zijn allen naar binnen. Als we bij de balie komen kijkt de vrouw erachter mij verbaasd aan.
Ik moet wat formulieren invullen en dan moeten we wachten. Ik zit te wachten met zere benen en een teen die ik steeds minder voel.
Dan komt Carlisle eraan. Hij kijkt mij vol medelijden aan en vraagt dan of we hem willen volgen. Nathan, Cole en Morgan lopen met mij mee.
We komen bij een kamer en gaan naar binnen. Carlisle gebaart dat ik op de behandeltafel moet gaan zitten en pakt voor Morgan, Cole en Nathan stoelen.
“Wat is er?” vraagt Carlisle op vriendelijke toon als we allemaal zitten.
“Ik ben bang dat mijn teen gebroken is en ik denk dat sommige hechtingen in mijn been zijn losgegaan.” zeg ik op rustige toon.
Mijn vader heeft me al zo vaak pijn gedaan dat ik goed weet hoe ik moet doen alsof er niks aan de hand is.
Nathan, Cole en Morgan kijken mij even verbaasd aan om mijn rustige toon. Maar kijken dan naar Carlisle.
“Ik zal dan eerst naar je teen kijken.” zegt Carlisle.
Ik wijs naar de de voet waar de zere teen aan zit en hij haalt de schoen er voorzichtig vanaf.
Ik kijk niet naar mijn teen, want ik wil niet weten hoe slecht het er met mijn teen aan toe is. Ik kijk naar Morgan. Haar gezicht zegt genoeg, mijn teen is er niet goed aan toe.
“Ik ga je een verdoving geven en dan ga ik hem rechtzetten, dan doe ik er verband om heen.” zegt Carlisle, ik knik even naar hem en dan gaat hij te werk.
Ik zie dat Nathan, Cole en Morgan het niet fijn vinden om te zien.
“Jullie mogen wel gaan hoor. Heel erg bedankt voor de lift.” zeg ik waardoor ze even opgelucht naar mij kijken. Maar dan krijgt Morgan een zelfverzekerde blik in haar ogen.
“Nee, we blijven je steunen. Ik blijf zo bij zo hier. De jongens kunnen wel op de gang wachten als ze het echt niet kunnen aanzien.” zegt ze op zelfverzekerde toon. Waarna ze even naar de jongens kijkt.
De jongens kijken elkaar even aan. “We blijven hier.” zegt Nathan dan.
Morgan gaat naast de behandeltafel staan en pakt mijn hand vast. De jongens proberen niet naar mijn teen te kijken.
Na een tijdje is Carlisle klaar met mijn teen.
“Ik ga het verband van je been halen en kijken of er hechtingen los zijn gegaan.” zegt Carlisle waarna hij even naar Nathan, Cole en Morgan kijkt.
“Kan er iemand niet tegen bloed?” vraagt hij. Nathan, Cole en Morgen zeggen allemaal iets ontkennend. Dus haalt Carlisle het verband van mijn been. Ik kijk niet naar mijn been.
“Er zijn inderdaad een aantal hechtingen los. Ik zal je verdoven en dan zal ik je opnieuw hechten.” zegt Carlisle. Morgan geeft als steun even een kneepje in mijn hand.
Als Carlisle klaar is met hechten doet hij weer niet verband om mijn been.
“Kan ik misschien even alleen met Piper praten?” vraagt Carlisle als het verband om mijn been zit.
Nathan, Cole en Morgan verlaten de kamer.
Ik kijk Carlisle nieuwsgierig aan. Waar zou hij met mij over willen praten?
Reageer (4)
spannend...
1 decennium geledenleuk vehaal hoe gaat het verder???
1 decennium geledensnel verder gaan:P
jeej snel verder
1 decennium geledenverder gaan
1 decennium geleden