One.
Vandaag was de dag waar ik al dagen, weken, zelfs maanden naar uit keek: Harry kwam terug. Maar voor enkele dagen weliswaar, maar terug. Binnen enkele minuten zouden we naar de luchthaven vertrekken, en ik liep de hele dag al nerveus door het huis op zoek naar iets om te doen. Uiteindelijk had ik mijn kamer opgeruimd, wat achterstallig huiswerk gemaakt, mijn kledingkast uit gekuist en gedoucht. Daar bovenop heeft het me enkele uren gekost om me klaar te maken, wat bestond uit mijn haar drogen, kleren kiezen, diezelfde kleren weer weg leggen omdat ik ze niet mooi vond, de voorbije twee stappen enkele keren herhalen, mijn tanden nog een keer poetsen, mijn haar en make-up doen en me mentaal voorbereiden op het weerzien van mijn beste vriend. Toen ik uiteindelijk de auto instapte keek ik om de paar seconden nog eens zenuwachtig in het kleine spiegeltje dat steeds in onze auto lag. Toen ik een uur later de luchthaven zag verschijnen begon mijn hart sneller te slaan. Zou hij verandert zijn? Zou hij me nog wel mogen? Ik ontwaakte pas uit mijn gedachten toen ik de auto voelde stoppen. 'Heh?', zei ik verbaasd. Mijn moeder draaide zich naar me toe en had moeite met haar lach in te houden. 'We zijn er', zei ze nog voor ze de auto uitstapte. Harry's moeder, die voorin zat naast mijn moeder, stapte uit, net als Harry's vader, wie achterin naast mij zat. Ik volgde hen op de voet en nam enkele keren diep adem. Net nu ik wilde dat mijn gedachten weer zouden afdwalen om de tijd wat sneller voorbij te laten gaan bleef ik veel te gefocust. Terwijl we aan de juiste gate aankwamen keek ik vol spanning naar het bord aan de muur. Toen het enkele minuten later versprong naar 'geland' begon mijn hart, hoewel ik het niet voor mogelijk gehouden had, nog sneller te slaan. Zenuwachtig grepen mijn handen de stalen bar voor me vast terwijl de eerste mensen de luchthaven binnenliepen.
Er zijn nog geen reacties.