Ik sloeg me armen om me heen, niet ter bescherming, niet om mijn lichaam bij elkaar te houden, maar ik had moeite met mezelf in te houden en niet in het rond te spartelen. De verdriet sloeg om in woede. De eerste beste persoon die langsliep, zou willen dat ie nooit deze straat was in gelopen. Ik zag een schaduw en pakte het bij de kraag. Ik hield hem - ja het was een jongen- met trillende handen voor me. Ik kon het niet, ik kon hem geen pijn doen. De houding, de ogen die verbaasd keken, en zelfs de lippen, de mooi gevormde lippen leken zo uitnodigend. Inplaats van om me heen te slaan als een een of ander debiel, sloeg ik mijn armen om een onbekende. Maar hoe kon het dat het zo vertrouwd voelt? Ik voelde hoe zijn armen zich ook rond mij lichaam wurmde en hij zijn hoofd op mijn kruin zette. De tranen, de verdriet, de pijn... De pijn, de klap op me borst alles, alles kwam terug. Ik voelde een paar handen mijn tranen wegvegen. Ik keek op, maar wat ik zag kon ik niet geloven. 'Zayn?' Vroeg ik aan de jongen met tranen als watervallen. 'Waarom? Hoe kon je?' Ik kon niet verder, en aan zayn's borst te merken, hield hij zijn adem in. 'Waarom liet je me gaan? De pijn..' Kwam er ademloos uit. Ik keek weer naar zijn lippen en ogen, en hij deed hetzelfde. Alsof dit de eerste en laatste keer zou zijn, drukten we snel onze lippen opelkaar. 'Het moest.' Snikte hij nadat hij zich had terug getrokken. 'Maar dit keer houd niets me tegen. Jij en ik, vooraltijd.'

Reageer (1)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen