Foto bij A ranger/traitor 40

Hier is mijn volgend deeltje.
Sorry dat het weer ff geleden is, maar heb al uitgelegd dat het erg druk is de laatste tijd.
Voor degene die zich in de tussentijd vervelen lees zeker eens mijn andere storie (A)

Will en Andros waren in een ogenblik opgelost in het spel van licht en donker. Na alle tijd dat Miko al met de grijze jagers had doorgebracht, was hij er nog steeds niet aan gewend. Hij hoopte vurig dat hij het op een dag ook zo goed zou kunnen. De mannen kwamen steeds dichterbij en Miko begon te overwegen of hij zich niet ergens verder weg moest gaan verstoppen. Waarom hadden Will en Andros nog steeds niets ondernomen? Hij kon hun vijanden bijna woordelijk verstaan. Het was hem duidelijk dat ze hier niet toevallig waren en echt de intentie hadden om alle jager, dus inclusief hem, een kopje kleiner te maken. Op dat moment maakte hun krijgslustige woorden plaats voor het springen van boogpezen en het geluid van lichamen die levenloos op de grond zakken. Er klonk geen enkele luide schreeuw.
“Miko, kom maar”, klonk het even later nog net verstaanbaar. Dat liet Miko zich geen twee keer zeggen. Terwijl hij zich bij hen voegde , staarde hij verbaasd naar de zes mannen die ze overmeesterd hadden. Vier waren er dood, allemaal door een pijl die in hun nek stak vlak onder de rand van hun helmen. Twee lagen geboeid op de grond en leken buiten bewustzijn. Will en Andros trokken ze overeind en plensden water in hun gezicht. De twee mannen kwamen bij en leken te willen schreeuwen, maar de grote Saksische messen tegen hun keel brachten hen op andere gedachten.
“Eén woord dat luider klinkt dan gefluister en jullie zijn er geweest”, beet Will hen toe.
“Wat doen jullie hier?” vroeg Andros. Miko snapte niet waarom hij die vraag stelde. Dat wisten ze al en daarnet was het zelfs gezegd geweest. De twee mannen klemden hun lippen op elkaar.
“Dit gaat niet werken, commandant, laten we ze gewoon afmaken en maken dat we wegkomen”, zei Will. Miko verwonderde zich erover dat hij Andros bij zijn titel aansprak. Dat deed niemand.
“Geen slecht idee, Will Verdrag, wie weet zitten er nog van hun vrienden hier in de buurt en ik wil niet in hun handen vallen.” De ogen van de twee mannen schoten onmiddellijk in Wills richting bij het horen van zijn naam. Even aarzelden ze.
“Goed we zullen praten.” Miko snapte dat ze hen aan het lijntje wilde houden tot er hulp kwam opdagen om zowel de leider als het door hen meest gehate lid van het corps uit te schakelen. Dat verklaarde natuurlijk het formele gedoe van daarnet.

Reageer (6)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen