008
‘Liam, Liam!’ Een vage stem in de verte roept mijn naam. Ik probeer mijn ogen open te doen, maar hoe hard ik ook probeer ze blijven gesloten. Weer hoor ik vage stemmen, maar herken ze niet. Een hand pakt de mijne vast en knijpt erin. Met al mijn kracht probeer ik terug te knijpen en dat lukt. De stemmen worden steeds helderder en ik herken de stem ban mijn moeder. ‘Ben, hij kneep in mijn hand! Liam doe alsjeblieft je ogen open.’ Mijn moeders stem klinkt ongerust en verdrietig. Nog een keer probeer ik mijn ogen open te doen en dit keer lukt het. Mijn ogen gaan open en meteen knijp ik ze weer dicht tegen het licht. Ik kijk om me heen en zie dat ik op de bank in de woonkamer lig. De bezorgde gezichten van mijn ouders en zussen zweven boven mijn hoofd. Langzaam ga ik rechtop zitten, maar grijp naar mijn ribben en laat me weer achterover zakken. ‘Auw, mijn ribben doen zo’n pijn.’ Mijn stem klinkt schor en onduidelijk. ‘De dokter komt eraan, nog even volhouden.’ Mijn moeder strijkt liefdevol over mijn hoofd. ‘Wat is er eigenlijk gebeurd, Liam?’ Mijn vader kijkt me vragend aan. Ik vertel ze het hele verhaal, van het moment dat Logan voor de deur stond, tot aan ik terug naar huis liep. De blikken in de ogen van mijn familie vertellen me dat ze het vreselijk vinden. ‘Maar dat is verschrikkelijk. En je was nog wel zo blij dat je niet achtervolgd werd.’ Nicola kijkt me vol medelijden aan. Ik schenk haar een klein glimlachje die meteen veranderd in een grimas als ik een pijnscheut door mijn lichaam voel glijden. Ik sla mijn ogen neer en de tranen branden achter mijn oogleden. ‘Rustig, de dokter is er zo.’ Fluistert mijn vader in mijn oor. Na vijf minuten gaat de bel en Ruth loopt naar de voordeur en doet open. Ze komt terug met de dokter die me onderzoekend aankijkt. ‘Goedenavond, iedereen.’ Zegt hij. Ik mompel wat terug en zucht. De dokter kijkt me aan en geeft me een hand. ‘Dokter Luijks, jij moet Liam zijn, klopt dat?’ Ik knik en weer voel ik de pijn in mijn ribben. ‘Vertel maar waar het pijn doet.’ Zegt hij vriendelijk. ‘Mijn ribben doen verschrikkelijk veel pijn. Bij iedere beweging die ik maak en iedere keer als ik in- of uitadem.’ De dokter knikt begrijpelijk met zijn hoofd. ‘Ik wil even kijken en voelen. Zou je rechtop kunnen gaan staan?’ Met wat hulp en moeite sta ik uiteindelijk toch overeind. ‘Je shirt moet ook even uit.’ Met een pijnlijk gezicht trek ik mijn shirt uit. Ik kijk naar mijn ribbenkast en zie dat ze bont en blauw zijn. De dokter fronst bedenkelijk zijn wenkbrauwen en gaat zachtjes met zijn hand erover heen. Op een bepaalde plek duwt hij even en ik krimp in elkaar van de pijn. Dit keer kan ik mijn tranen niet tegen houden en ze stromen over mijn wangen. ‘Doet het zo’n pijn?’ Vragend kijkt hij me aan. Ik knik terwijl ik mijn tranen probeer te stoppen. ‘Ik denk dat ik een ambulance laat komen om in het ziekenhuis een röntgenfoto te maken, want ik weet zeker dat je ribben hebt gebroken en ik wil je niet nog meer pijn doen.’ De dokter loopt de kamer uit en belt een ambulance. Na een kort gesprek komt hij terug. ‘De ambulance komt eraan.’ Er zijn ongeveer twintig minuten verstreken als de ambulance arriveert. Ik wordt op de brancard gelegd terwijl de dokter uitlegt wat hij vermoed. ‘Ik wens je het allerbeste.’ Hij geeft me nog een hand en vertrekt. Mijn vader gaat met me mee de ambulance in en we rijden richting het ziekenhuis.
Everything will be alright.
Reageer (4)
Urg kan het nog erger en zieliger?!
1 decennium geledenI luf it
1 decennium geledenWOW !!!!!
1 decennium geledenik heb hier geen woorden voor ZO ZO
fanastisch
wauuw! Geweldig geschreven, wauw. Je zou later hier echt iets mee kunnen doen, ik bedoel dan met je schrijftalent. Wauw!! I love your story.
1 decennium geleden