Hoofdstuk 2.
'Schiet nou eens op! Als we eerder dan de rest willen zijn moeten we wel nu weg.'
Katie trekt snel haar trui over haar hoofd. 'Ik ben al klaar. wees blij dat ik met je mee ga.'
'Ik vind het niet erg als je niet meegaat hoor. Dat is jouw keus.' antwoord haar zus triomfantelijk.
'Wat gaan we eigenlijk precies doen?'
Dit is al de derde keer dat Katie dat aan haar zus vraagt. Die wilde het namelijk niet vertellen.
'op elke zaterdagavond mogen we een kampvuur maken. En wij-' Grace gebaart naar haar en Katie. '-Gaan dat doen.'
'Hoe wil je dat vuur ooit aankrijgen?'
'Ik heb papa's aansteker geleend.'
Katie stopt met lopen. 'die mag je helemaal niet gebruiken.' roept ze geschrokken. 'Wat als hij erachter komt?'
'Dat komt hij toch niet, gekkie.' zegt haar zus geruststellend.
Katie knikt kort en begint weer te lopen. ze heeft geen idee waar ze naartoe moeten. Na vijf minuten lopen, gaat Grace het pad af, ze loopt richting het bos. Katie slikt, het bos ziet er 's avonds best eng uit, ze wil alleen niet bang overkomen, dus blijft ze haar zus volgen.
Aan de rand van het bos is een open plek, er liggen een paar dikke boomstammen op de grond, waaruit banken zijn gesneden. In het met midden ziet je de restanten van de vorige kampvuren.
'Daar gaan wij zo het kampvuur maken, Daar-' Grace wijst in het bos. '-Liggen grote en kleine takken en gedroogd gras.'
'Hoe weet je dat allemaal?' vraagt Katie verwondert.
'Dat heeft Julie, een Van de meisjes uit ons groepje me verteld.' kom je mee, we gaan takken halen.'
Grace loopt voorop een stukje dieper het bos in. gelukkig is het niet ver lopen of ze zien de takken al liggen, ook ligt er gedroogd gras op de grond. De twee meisjes pakken zoveel als ze kunnen en dragen dat naar de open plek.
'Zo, en dan nu het aansteken.'
Katie kijkt toe hoe haar zus de aansteker onder het gedroogd gras houd, zodat dat begint te roken.
'Ga nou branden.' mompelt Grace naar het plukje gras, maar het werkt niet.
'Shit! Wat nu?'
'Wacht, mag ik het eens proberen?'
Grace knikt en geeft de aansteker over aan haar zusje. Katie pakt een nieuw plukje gras en probeert hetzelfde als haar zus. ze blaast zo hard als ze kan, maar het gras wil niet branden.
'Dit is hopeloos, We Wachten wel tot de andere er zijn.' zegt haar zus en ze staat op.
'Nee wacht, het moet lukken!' houd Katie koppig vol.
Ga aan gras. Denkt ze. Ga nou als-je-blieft aan!
Dan opeens schieten de takken op de stapel die ze hadden gemaakt in de fik, zodat er een vuur ontstaat. Nog net op tijd kan Katie haar hoofd wegtrekken, anders waren haar haren verbrand.
'Hoe heb je dat voor elkaar gekregen?' vraagt haar zus verbaast, terwijl ze naar het kampvuur kijkt.
'ik-ik- Ik heb geen idee.' Antwoord Katie geschokt. 'Het vuur verscheen zomaar.'
Precies op dat moment klinkt het geluid van de eerste mensen die aan komen lopen.
Grace's aandacht word door hen getrokken en ze focust zich niet meer op Katie en het vuur.
Katie in tegen geval, blijft op de grond zitten. Starend naar het plotseling verschenen vuur.
Reageer (1)
ik wil dat ook wel kunnen.
1 decennium geledenmisschien toch niet ik hou niet van vuur.
snel verder