3)Die eerste kus
Ik rende door de bossen. Het was geweldig om bij haar te zijn en het werd ook steeds makkelijker. Ik was sterker dan ik dacht. Plots galmde Emmetts stem door mijn hoofd:
'Kun je haar aanraken? Als je van haar houd wil je haar dan niet ...wel, aanraken.' Zou ik dat kunnen? Haar kussen? Ik voelde opwinding door mijn aderen racen. Haar kussen!
Ik hield halt aan de rand van het bos.
"Geweldig niet?" Ik was opgewonden door het rennen. En nog meer opgewonden door mijn plan. Bella antwoordde niet. Dat maakte me even bang.
"Bella?" vroeg ik onzeker.
"Ik geloof dat ik even moet gaan liggen," zei ze kleintjes. Een beetje gegeneerd.
"O, sorry!" zei ik geschrokken. Ik loste mijn greep en wachtte tot ze van mijn rug klom, maar ze bewoog nog steeds niet.
"Ik denk dat ik wat hulp nodig heb," mompelde ze.
Ik grinnikte zachtjes terwijl ik haar van mijn rug trok en voorzichtig in het gras legde. Ze zag bleek, bleker dan anders bedoel ik.
"Hoe voel je je?" vroeg ik. Ik vond de situatie om één of andere reden heel grappig.
"Duizelig geloof ik." Ik knikte.
"Stop je hoofd tussen je knieën," adviseerde ik. Ze deed wat ik haar opdroeg.
"Ik geloof dat dat niet zo’n heel goed idee was," mompelde ik terwijl ze haar adem onder controle probeerde te krijgen.
"Nee, het was heel interessant," probeerde ze zwakjes.
"Ha! Je bent zo wit als een doek. Nee, je bent net zo wit als ik!"
"Ik geloof dat ik mijn ogen dicht had moeten doen."
"Onthoud dat voor de volgende keer."
"Volgende keer?" kreunde ze. Ik lachte. Ik was vergeten haar te adviseren haar ogen te sluiten. Ik had verwacht dat ze dat gedaan had, maar ze had natuurlijk niet geweten wat er precies aan zat te komen.
"Opschepper," mompelde ze chagrijnig. In een fractie van een seconde knielde ik voor haar neer.
"Doe je ogen open, Bella," zei ik. Haar ogen werden groot toen ze zag dat onze gezichten maar een paar centimeter van elkaar verwijderd waren.
"Ik was aan het denken tijdens het rennen...," zei ik.
"Dat je geen bomen moest raken, hoop ik," gromde ze waarschuwend.
"Malle Bella, rennen is een tweede natuur voor me. Het is niet iets waar ik over na hoef te denken."
"Opschepper," zei ze nog een keer, waardoor ze me weer aan het lachen maakte.
"Nee. Ik bedacht me dat er iets is dat ik graag uit wil proberen."
Ik aarzelde een seconde voor ik haar gezicht vastnam. Ik bracht mijn gezicht langzaam naar het hare. En toen drukten mijn lippen op de haren. Ik bewoog ze zachtjes en Bella volgde moeiteloos de vreemde dans.
Plots veranderde er iets. Bella's hormonen hadden het blijkbaar overgenomen.
Ze haalde haar handen door mijn haren en slaakte een gepassioneerde zucht. Haar adem gleed langs mijn gezicht, haar geur kietelde in mijn neus en haar bloed kookte, zo warm en normaal zo aanlokkelijk, maar dat deed er voor mij even niet toe. Het was niets vergeleken bij wat haar reactie met de rest van mijn lichaam deed.
Ik nam haar steviger vast. Ik wilde grommen door de passie die door mijn lichaam stroomde. Mijn handen gleden over haar armen naar haar middel en grepen er lustig op los. Een klein deel van mijn hoofd had zijn verstand nog niet verloren en wilde dat ik hier onmiddellijk mee ophield, maar ik kon niet stoppen. Ik was wild, losgeslagen...ik wilde haar!
Ik moest mezelf onder controle krijgen, maar voor ik de kracht kon vinden merkte ik dat Bella zelf los probeerde komen. Kneep ik te hard? Had ik haar pijn gedaan...?
Ik liet haar verschrikt los. Er liep een maanvormige wonde over haar hals. O, nee! Ik had haar gebeten!
"Bella, het spijt me zo!" Bella greep naar haar nek.
"Het is niet erg. Je hebt me niet ver...mijn keel voelt alleen... Edward...? Wat...wat gebeurt er met me?" haar stem klonk angstig.
"Het komt goed met je," beloofde ik. "Het is vast nog niet onomkeerbaar. Het komt goed." Ik wist dat ik niet overtuigend klonk door de paniek in mijn stem.
"Edward het brand." Ze probeerde niet te kreunen wat haar half lukte. Ze had haar stem nog onder controle. Het gif kon nog niet afdoende ingewerkt zijn. Ik nam haar in mijn armen en begon te rennen zo hard ik kon. Dit keer hield ze haar ogen als vanzelf dicht.
"Het komt wel goed," zei ik steeds zowel tegen haar als tegen mezelf.
Bella, bleef rustig liggen. Ze bewoog niet één keer in reactie op de pijn die zich nu langzaam door haar lichaam zou verspreiden. Ze hield haar hand alleen over de wonde op haar keel alsof ze hoopte dat dat de pijn zou verminderen. Eindelijk na wat wel een eeuwigheid leek te duren kwam ik thuis. Carlisle stond voor me klaar.
"Alice," zei hij. Ik begreep meteen wat hij bedoelde. Terwijl we ons naar binnen haastten legde ik uit wat er gebeurt was.
"Ze is niet heel gewond. Ik heb alleen..."
"Het was niets Edward," zei Bella zachtjes terwijl ik haar op de bank neerlegde.
"Ik voelde het nauwelijks echt." Wilde ze mij nu troosten? Ze besefte natuurlijk nog niet wat ik haar had kunnen aandoen. Wat ik haar nu aandeed.
"Ze lijkt niet veel last te hebben van het gif dus misschien zijn we nog op tijd," zei ik snel, mijn wanhoop was duidelijk te horen. Carlisle knikte en keek Bella gefocust aan.
"Bella, het is heel belangrijk dat je me precies verteld wat er gebeurt is. Vertel me wat je voelt en waar." Bella knikte nog altijd rustig en begrijpend, maar ook nog altijd met een hand op haar keel.
"Laat me je hals zien Bella," zei hij kalm. Bella keek van hem naar mij en weer terug, waarna ze haar hand van haar wonde haalde. Ik keek vol afschuw naar mijn eigen tandafdruk.
Hoe en wanneer had ik dat gedaan?
Carlisle keek kort van de wonde naar mijn uitdrukking.
"Hoe is dat gebeurt?" Bella bloosde.
"We...we zoenden...en toen kuste Edward mijn nek en plots...het was geen bijten, meer alsof zijn tanden over mijn huid streken en er plots doorheen gingen als een mes door boter." Ik had haar dus niet gebeten uit lust voor haar bloed, maar uit lust voor haar lichaam.
Ik wilde mezelf slaan. Of gewoon rennen tot ik steken in mijn borst zou voelen, iets doen waardoor ik mijn agresie kon omzetten in kracht en voldoening kon vinden in de pijn. Steken in mijn borst, knokels die bijna open liggen van het herhaaldelijk slaan tegen een boom of iets in die zin, maar dat kon niet. Ik zou nooit nog frustraties af kunnen reageren door dat soort fysieke inspanningen.
En als we niet snel iets deden zou ik Bella nooit meer zien blozen, noot meer een traan zien laten, nooit meer zien slapen...
Misschien zou ik haar gewoon nooit meer zien. Misschien zou ze wel van me weg gaan als ze erachter kwam wat ik haar had aangedaan. Wanneer ze besefte wat voor monster ze was geworden...
Ik schrok van die gedachte. Bella? Een monster? Nee, Bella kon nooit een monster zijn. Zelfs al werd ze vampier kon ik niet aan haar denken als een monster. Door haar zou het woord vampier eerder een mooiere betekenis krijgen, maar zij zou zichzelf ongetwijfeld als monster kunnen zien. En voor dat lot zou ze me vroeg of laat haten.
"Carlisle? Er moet een manier zijn!"
"Edward?" Alice stond achter me.
"Nee! Het is niet beter zo!!"
"Wat is beter? Edward waar hebben jullie het over?" Ze mocht het niet weten. Ik wilde het niet!
"Het gif zal je vera..." Ik gromde woest.
"Waag het niet die zin af te maken Alice! Dat gaat niet gebeuren! Er is geen reden om haar bang te maken!"
"Wordt ik een vampier?" vroeg ze geschrokken. Ze was natuurlijk ook niet achterlijk.
"Jep," zei Alice op hetzelfde moment als ik "Nee!" schreeuwde.
"Wat houd dat in?" vroeg ze alleen aan Alice.
"Voor jouw niets want er gaat niets met je gebeuren! Carlisle, red haar, nu!" schreeuwde ik.
"Edward..." Nee, het was nog niet te laat. Het kon niet te laat zijn.
"Bella," smeekte ik. "Waar heb je pijn. Zeg het me." Ik keek haar strak aan. Bella twijfelde en hapte toen naar adem.
"Mijn keel, mijn borst."
"Het gif kan zich elk moment door haar hele lichaam verspreiden Edward. We kunnen haar beter extra gif toedienen. Dan is het sneller voorbij," adviseerde Carlisle.
"Nee!" schreeuwde ik op hetzelfde moment dat Bella dat zei.
Voor ik gek werd van wanhoop omdat ik voor deze ene keer gelijk leek te hebben over haar gedachten, ging ze verder.
"Ik moet eerst weten wat het allemaal inhoud. Vertel me zo veel mogelijk. Dan ben ik voorbereid." Ze accepteerde haar lot?
"Bella..."
"Edward, het is oké. Zorg maar dat mijn auto weer bij mij thuis staat voor de avond. Anders wordt Charlie gek. Als mijn auto er staat weet hij toch al dat ik niet ergens van een klif gereden ben of zo." Ze had het allemaal al uitgedacht. Waarom had ze het er zo makkelijk mee? Ze leek mijn gedachten te raden.
"Als jij en Carlisle vampiers zijn, hoe erg kan het zijn? Jullie zijn de twee meest bijzondere mensen...wezens die ik ooit heb ontmoet." Hoe kon ze zo rationeel blijven praten? Haar keel, haar hart. Het moest nu zo ongelofelijk hard branden. Misschien zat er wel zo weinig gif in haar systeem dat ze de pijn kon negeren. Het deed er hoe dan ook niet toe. Ik had haar redding al in Carlisle's gedachten gehoord.
"Carlisle, als jij het niet doet doe ik het." Voor Carlisle me kon antwoorden hapte Bella weer naar adem.
"Waar?" vroegen Carlisle en ik tegelijk.
"Overal." Haar stem klonk geforceerd. Het deed haar pijn, maar niet genoeg om haar gek te maken. Ik wist niet zeker of het beter voor haar zou zijn om drie dagen te branden en te verlangen naar de dood, dan deze schijnbaar makkelijker te verdragen pijn een langere tijd te moeten verdragen.
Ho, beruste ik nu plots net zo zeer in Bella's lot als zij zelf deed? Ik dacht er even over na. Ik wist dat een deel van mij dit al een tijdje wilde.
Haar onsterfelijk aan mijn zijde hebben. En nu ik er echt niets aan kon doen, was het dan niet beter om vrede te nemen met Bella's lot? Blij te zijn met de toekomst? Een toekomst waarin we samen konden zijn?
Ik zuchtte. Ik kon het haar in dat geval maar beter zo makkelijk mogelijk maken. En dan was voorbereiding het beste. Een langzamere transformatie was misschien ook geen gek idee. Zo kon ze langzaam wennen aan haar scherper wordende zintuigen, haar stem die steeds melodieuzer zou klinken, de dorst die langzaam op zou komen. Misschien was het inderdaad beter zo. Zo veel mogelijk voorbereiding.
"Ik denk dat we nu geen andere keuze hebben... Jasper? Rose? Esmée? Emmet? Ik wil jullie aan Bella voorstellen."
Emmet was er als eerste.
Blijkbaar heb ik een weddenschap met Alice gewonnen.
"Hij heeft haar niet verwond Emmet. En zoals je aan zijn ogen kan zien heeft hij ook geen bloed gedronken. Dus ik win. Hij heeft haar geen haar gekrenkt en haar ook niet leeg gezogen."
Gelukkig kon Bella hun discussie niet horen. Daarvoor sprak Alice te zacht.
"Hallo, Bella! Eindelijk kan ik je ontmoeten. Edward bleef maar over je kletsen, heel vervelend." Bella bloosde.
"Ze doet het goed. Dat gif moet geen pretje zijn." Ik gromde. Ik vond het nog altijd niet leuk dat ik haar pijn had gedaan, dus dat moest hij er zeker niet in wrijven.
Esmée kwam vervolgens binnen en omhelsde Bella liefdevol. Zachtjes fluisterde ze iets in haar oor wat de anderen nauwelijks konden verstaan. Maar ik wist natuurlijk precies wat ze zei.
"Bedankt voor alles wat je voor Edward hebt gedaan. Ik verwelkom je van harte in ons gezin."
Bella bloosde harder en glimlachte dankbaar naar haar. Rosalie was de volgende en ze keek minachtend naar Bella. Bella kromp ineen en ik wist wel dat dat niet was van de pijn, maar van haar angst voor Rosalie.
"Rosalie, kan je haar niet een beetje vriendelijker behandelen? Zij heeft niet om dit alles gevraagd, probeer het dan aangenaam voor haar te maken," siste ik zachtjes naar mijn zus. Rosalie haalde haar neus op en ging bij Emmett staan.
Jasper kwam aarzelend naar binnen keek even naar Alice die hem bemoedigend toeknikte en liep dan naar Bella om haar hand te schudden.
"Hartelijk welkom Bella." Gelukkig was Bella's wonde inmiddels al gedicht door het gif, anders had Jasper misschien afgemaakt wat ik begonnen was. Ik huiverde onwillekeurig.
"Hallo, Jasper. Dankje," mompelde Bella verlegen. Ik ging naast haar zitten en begon.
"Bella zal binnenkort deel uitmaken van dit gezin en het leek haar een goed idee om eerst alles te weten wat er te weten valt over ons zodat ze niet voor verrassingen komt te staan - dat lijkt mij overigens ook geen slecht idee. Dus vandaar zou ik graag aan Bella al onze verhalen willen vertellen. Dat is denk ik de beste voorbereiding die ze kan krijgen.
Alice... wil jij Bella's auto even naar haar huis brengen?" Alice knikte en ik gooide haar de sleutel toe die ik uit Bella's jas had gevist. Alice was weg voor Bella naar haar zak kon grijpen om de sleutel te zoeken. Ze fronste toen ze tot de ontdekking kwam dat hij leeg was en Alice de kamer al verlaten had.
"Ik heb haar je sleutel gegeven. Hopelijk vind je dat niet erg," mompelde ik. Bella keek me aan, glimlachte en nam mijn hand. Ze haatte me in ieder geval nog niet. Hopelijk bleef dat zo.
"Het spijt me echt," zei ik nogmaals. Bella kneep troostend in mijn hand. "Het geeft niets. Echt," verzekerde ze me.
Carlisle ging voor ons zitten en begon als eerste zijn verhaal. Ik luisterde niet naar wat er verteld werd. Ik kende alle verhalen net zo goed als degene die ze vertelde. Ik keek de hele tijd naar Bella, wanneer Carlisle kwam op het punt waarop hij mij transformeerde vertelde ik een stuk verder. Esmée vulde aan met een korte schets over de omstandigheden van haar 'overlijden' en haar ervaring van haar eerste ontmoeting met Carlisle. Daarna ging ik verder. Ik vertelde over mijn rebelse fase - tot mijn opluchting zag ik geen walging bij Bella toen ze hoorde dat ik weldegelijk een monsterlijke periode gekend had - tot kort voor de transformatie van Rosalie. Rosalie vertelde haar verhaal en vervolgens ging Emmett verder. Toen vertelde Jasper zijn verhaal en Alice - die inmiddels was teruggekeerd - vulde hem op het einde aan.
Aan het einde slaakte Bella een zucht. Het deed me denken aan de meisjes in de klas toen we in onze vorige woonplaats over Romeo en Julia leerden, aan het eind wanneer Romeo zelfmoord pleegt en zijn liefde aan Julia verklaard. Ik besefte dat Bella het een mooi verhaal vond.
"Wat een mooi einde," zei ze geraakt, mijn vermoeden bevestigend.
Ze keek vol goede moed naar mij. De verhalen hadden duidelijk indruk gemaakt en ze leek nog zekerder van haar keuze dan eerst.
"Het verhaal is nog niet af," zei ik serieus. Mijn verhaal was nog niet ten einde. Ik wilde het belangrijkste hoofdstuk nog toevoegen. Het hoofdstuk waarin zij in mijn leven kwam en hoe zij mijn leven zin gaf. Ze moest dat goed beseffen vond ik. Ze moest weten dat mijn liefde voor haar eeuwig en onverwoestbaar zou zijn.
"Nadat Alice en Jasper erbij kwamen brak er voor mij een moeilijke periode aan. Ik was inmiddels veertig jaar vampier en nog steeds alleen. Dat was geen probleem geweest als ik niet al drie keer de eerste fase van drie perfecte koppels had moeten doormaken. Bijna alsof het me zelf overkwam, maar dan zonder dat al die genegenheid en al dat verlangen echt van mij was. Wat ervoor zorgde dat de beelden die ik doorkreeg me afschrikten en tegelijkertijd...wilde ik het ook.
Ik wist hoe het voelde en wilde het zelf ervaren. Echt, en niet door iemands gedachten.
Als wij vampiers verliefd worden, verandert dat iets in ons.
Onze aard is vrij constant en elke verandering is dan ook drastisch en onomkeerbaar. Verliefd worden houd voor ons zo'n heftige verandering in dat het even hevig is als de dorst tijdens het eerste jaar. Misschien zelfs sterker.
Emmett en Rosalie waren het ergst. Tien jaar lang kon ik niet dichter dan acht kilometer bij ze in de buurt komen.
En na die eerste periode ervoer ik keer op keer de rust en het geluk dat ze voelden door elkaar. En ik was alleen. Ik wilde het niet tonen, maar dat is me nooit helemaal gelukt..."
"Wat wilde je niet tonen?" vroeg Bella toen ik stopte. Ze was bezorgd om me. Wat hield ik toch van haar. Zelfs nu ze van binnenuit verbrand werd was ik haar grootste zorg.
"Hoe ongelukkig ik eigenlijk was. Ik wilde hun plezier niet bederven, maar ik, wel ik wilde gewoon ook iemand. Ik had het misschien moeilijker dan een willekeurige andere vampier als die in mijn situatie zou zitten omdat ik het allemaal kon horen en mezelf daardoor moeilijker kon wijsmaken dat ik het maar niets vond.
En toen ontmoette ik jouw." Ik schudde vol bewondering mijn hoofd terwijl ik haar aankeek.
"In het begin begreep ik niet waarom ik juist jouw zo graag wilde beschermen voor de kwade gedachten van slechte vriendinnen, of de fantasieën van foute vriendjes. Ik kon alleen bedenken dat je er zo weerloos uitzag, maar je was niet het eerste mens dat ik gezien had dat bescherming goed zou kunnen gebruiken. Ik had nooit eerder die behoefte gevoeld. Ik vond die mensen waartegen ik je had willen beschermen hoegenaamd niet bijzonder aardig, maar van zodra ze intresse of juist vijandschap voor je schenen te voelen waren ze voor mijn gevoel 'staatsvijand nummer één' om het zo te zeggen.
En dan bleek dat ik wel de laatste was die je zou kunnen beschermen. Een week later toen ik terug was... ik heb je al verteld dat je te interessant was. Je ogen, je woorden, je glimlach... elke beweging, elke uitgesproken of onuitgesproken gedachte fascineerde me. Het was fout en pas de volgende dag begreep ik waarom ik me toch zo tot je aangetrokken voelde, op een andere manier dan alleen maar uit dorst.
Nadat ik je redde... toen we die avond allemaal thuis waren, je weet dat sommigen hier zich omwille van ons geheim afvroegen of jij geen te groot risico vormde.
En toen zag Alice dat jullie goede vrienden zouden worden en ze zag je worden wat ik ben.
Ik wilde het niet. Ik kon je dat niet aandoen.
Volgens Alice was er maar één alternatief en dat was dat ik je zou doden. Dat wilde ik al helemaal niet.
Ik wilde weggaan, je behoeden voor dat vreselijke lot, maar Alice wist dat ik dat niet meer kon. Dat was het moment waarop ik besefte dat ik van je zou houden. En snel ook, tenzij ik iets deed. Je mijden was de enige optie waarmee ik kon leven. Ik wilde je niet kwijt, je nooit meer zien was te pijnlijk. Maar je doden of je leven verwoesten kon ik ook niet doen. Daar was je veel te aardig, te waardevol voor.
Die eerste dag was afschuwelijk. Ik wist dat ik je zou kwetsen. Ik wilde niet en je maakte het me natuurlijk nog moeilijker toen je tegen me sprak... ik wilde alles weten. Waarom was je zo vriendelijk? Was je het vergeten? Had je besloten dat ik gelijk had en dat je je alles ingebeeld had? Had je me vergeven dat ik mijn belofte niet was nagekomen?
Ik wilde het je vragen, één blik in je ogen werpen om te kijken of ik het antwoord kon lezen, maar ik wist dat zelfs dat niet kon.
Ik dacht dat de eerste dag het moeilijkst zou zijn, maar ik had het mis." Ik stopte even en grijnsde naar Jasper.
"Ik moet het jullie nogal moeilijk gemaakt hebben." Jasper grijnsde terug.
"Dat is zacht uitgedrukt. Ik werd er zelf bijna depressief van. Elke dag werd het erger en erger.
Je kan niet geloven, Bella, hoe verbaast we allemaal waren toen hij plots weer begon te lachen. Zijn stemming was ineens 180 graden gedraaid. En hij was vrolijker en gelukkiger dan ooit te voren. Een groot deel van de tijd dan. De afgelopen twee weken had hij nogal veel last van stemmingswisselingen. Ik werd er duizelig van." We lachten allemaal.
Bella leek goed om te gaan met de gaven van mijn broer en zus. Daarover hadden ze haar inmiddels natuurlijk ook verteld.
"Weet je nog die dag dat Newton je uitvroeg?" ging ik verder. Bella knikte. Ze kromp even ineen. Ze had weer pijn. Ik haalde mijn rechterhand uit de hare, verwisselde hem voor mijn linker en sloeg mijn vrije arm om haar schouder om haar zo wat steun te bieden. Ik vroeg me steeds maar af hoe ze zich nu voelde.
"Toen je weer tegen me begon te praten," zei ze haar stem fluisterzacht. Ze deed vast hard haar best niet al te hard te laten merken dat ze pijn had. Mijn dappere, lieve Bella.
"Die dag verloor ik mijn grip op mezelf.
Ik besefte dat Alice gelijk had. Ze had al voorspeld dat ik niet sterk genoeg zou zijn om je te blijven negeren.
Jaloezie had me verslagen. Ik was Jaloers op al die jongens die wel met je konden praten, kans maakten om je hart te winnen.
Ik kon niet meer bij je weg blijven en hoewel ik wist dat het onmogelijk was om je te krijgen wilde ik toch proberen je voor me te winnen.
Toen Yorkie en Crowley je mee wilde vragen moest ik je antwoord gewoon horen. Als je één van hen leuk vond, moest ik het weten. Ik was best wel stom bezig. Want ik zou nooit een normale jongen kunnen zijn. En dat was - voor zover ik wist - wat je nodig had. Een warm en zacht iemand. Iemand die bij je kon zijn zonder zich van tijd tot tijd eraan te moeten herinneren dat hij voorzichtig moest zijn en je niet mocht vermoorden." Ik zweeg even zodat ze dat kon verwerken.
"Die nacht ging ik jagen... maar ik was te snel klaar. Ik kon niet wachten tot zonsopgang om je te zien. Dus ik ging naar je huis. Ik wilde alleen even kijken. Gewoon om te zien waar je was, of je goed sliep. Ik kwam op je kamer. Het was fout en ik had wel willen weg gaan, maar je sprak. Ik kon de verleiding om die onbewust uitgesproken gedachten te horen niet weerstaan en ging naar binnen.
Terwijl ik naar je keek probeerde ik mezelf ertoe aan te zetten het juiste te doen...maar net toen ik besefte dat je me toch nooit als iemand zou kunnen zien die het waard was lief te hebben, zei je mijn naam. En ik wist dat het onvermijdelijke gebeurt was. Ik hield van je en niets of niemand kon me dat nog ontzeggen. Eindelijk had ik mijn zielsverwante, maar je was mens en omdat ik dit leven haatte net als iedereen in mijn familie kon ik het niet voor mezelf rechtvaardigen je op te eisen, maar ik wilde wel bij je zijn. Dus ik zou proberen bij je te zijn en je menselijk te laten... Hoewel ik niet met jouw mens kon zijn...nooit.
Toen je erachter kwam wat ik was dacht ik dat ik dood zou gaan van ellende, maar toen zei je wat ik zo graag wilde horen en tegelijkertijd zo hartgrondig vreesde. Je zei me dat je van me hield." Ik wachtte even, keek diep in haar ogen. Bella glimlachte naar me. Even voelde alles prefect.
Ze deed haar mond open om wat te zeggen, maar toen kromp ze kreunend ineen.
"Bella?!" riep ik angstig uit.
"Het gaat wel... het gaat wel," hijgde ze.
"Ik heb gewoon een momentje nodig oké?" Ik knikte en wachtte angstig af. Ik zag hoe ze haar spieren spande en ontspande, ik hoorde haar ademhaling dieper worden en langzamer gaan en eindelijk, nadat ze haar ogen even dichtgeknepen had en nog een keer diep ademhaalde, kwam ze recht. Ze was nog steeds gespannen, probeerde ze te voorkomen dat ze weer zou ineenkrimpen van pijn?
"Ik wilde je zeggen dat ik nog steeds van je hou," zei ze terwijl ze me weer glimlachend aankeek. De glimlach was geforceerd, maar de woorden zonder twijfel oprecht. Ik omhelsde haar.
"En ik van jouw," fluisterde ik geraakt. Ik stond op en trok haar recht.
"Ik wil je iets laten horen," fluisterde ik in haar oor.
Ik trok haar mee naar de piano, terwijl we plaatsnamen zag ik haar er bewonderend naar kijken.
"Speel jij ook?" Had ik haar niet naar haar hobby's gevraagd? Ik dacht even terug... Jawel, ze had gezegd dat haar moeder haar van alles had laten proberen: ballet, zingen, paardrijden, pianolessen en nog veel andere dingen, maar dat ze er meestal snel mee gestopt was. Het was al voldoende dat haar moeder de ene bevlieging na de andere had, zij moest er dan niet ook nog eens mee beginnen.
"Nee," mompelde ze blozend.
"Maar hij is wel heel mooi." Ik glimlachte naar haar, draaide me naar de toetsen en begon te spelen. Ik hield haar vanuit mijn ooghoek nauwkeurig in de gaten, om te kijken of ze weer pijn had. Bella's mond hing lichtjes open van verbazing en ze keek gebiologeerd naar mijn handen. Een kleine glimlach vormde zich om haar lippen.
"Ik ken het niet. Van wie is het?" Ze dacht waarschijnlijk aan Debussy, Bach of Mozart. Het antwoord zou haar verbazen. Ik grijnsde naar haar.
"Je kijkt ernaar." Haar ogen werden groot.
"Heb jij...?" Ik knikte.
"Jij hebt dit geïnspireerd," zei ik, mijn stem intens. Ze keek me stralend aan, plots gleed er een traan over haar wang. De muziek stopte abrupt toen ik me omdraaide en haar vastnam.
"Waarom huil je? Heb je pijn?" vroeg ik bezorgd. Bella schudde haar hoofd.
"In tegendeel ik heb me nog nooit zo goed gevoeld." Ik keek haar glimlachend aan. Misschien kwam alles goed.
"Kom, misschien kan je beter gaan liggen... Wil je dat het snel gebeurt? We kunnen je meer gif toedienen, maar dan wordt de pijn volgens mij wel erger. Hoe voel je je nu?" Ze wist dat ik fysiek bedoelde. Ik had wel door dat ze zich emotioneel perfect voelde, maar fysiek was dat natuurlijk een heel ander verhaal.
"Het brand een beetje, maar het is te doen. Ik moet me een beetje focussen dat is alles. Als ik niet aan de pijn probeer te denken kan ik hem vrij makkelijk negeren." Haar stem klonk inderdaad gespannen als ze ons moest vertellen over wat het gif deed.
Terwijl ze luisterde naar onze verhalen had ze niet één krimp gegeven, maar nu leek het haar meer moeite te kosten. Ik glimlachte naar haar en streelde haar wang.
"Dan laten we het voorlopig zo als je dat goed vind?" Bella knikte.
"Kom, ik breng je naar mijn kamer dan kan je daar wat rusten," mompelde ik. Ik trok haar in mijn armen en droeg haar naar boven. De anderen waren zachtjes vertrokken terwijl wij aan de piano zaten. Toen we op mijn kamer aankwamen zette ik haar neer en keek haar zenuwachtig aan. Wat vond ze ervan? Bella keek met grote ogen naar mijn muziekcollectie en de stapels boeken.
"Wow, dat zijn veel cd's. Hoelang zou het duren om die allemaal te beluisteren?"
"Een dag of twee denk ik. Ik heb er onlangs wat bijgekocht, ik moet een beetje bijblijven hè?" Bella keek me verbijsterd aan. Toen keek ze even door het raam. "Mooi uitzicht," zei ze terwijl ze naar de bank liep en ging zitten.
"Fijn dat je het leuk vind. Dit wordt tijdelijk ook jouw kamer, tot we vertrekken. Dat zal wel niet zo heel lang meer duren."
Bella keek me verbaasd aan.
"Hoezo? Voor mij hoeven jullie niet te vertrekken. Ik hou me wel gedeisd," beloofde ze. Ik glimlachte geruststellend.
"We gaan niet weg omdat jij erbij komt. Nou, toch niet helemaal vanwege je nieuwelingen fase. We zouden je natuurlijk niet de kans geven in de verleiding te komen, maar ondanks het feit dat Jessica denkt dat je toch niet met mij was, als je verdwenen bent zal zij niet de enige zijn die beseft dat jij en ik de laatste tijd veel met elkaar omgingen. Wie zou trouwens kunnen bewijzen dat je niet loog toen je zei dat onze afspraak verzet was? Ze zullen je hier vroeg of laat zoeken, als ze geen enkel ander spoor hebben. Verdwijnen zal ons natuurlijk nog harder in verdenking stellen, maar ze zullen het nooit kunnen bewijzen." Bella schudde haar hoofd.
"Het kan veel simpeler." Ik trok een wenkbrauw op.
"O,ja? Waar had jij dan aan gedacht?"
"Ik ga een wandeling maken in het bos bij mijn huis. Ze zullen vroeg of laat honden inzetten om me te vinden, en die zullen hen recht naar het hol van een beer leiden. Natuurlijk ben ik daar niet helemaal naartoe gelopen. Ik ben gesleurd. Er zullen wat gescheurde kleren en een heleboel bloed te vinden zijn. Ze zullen niet naar het verminkte lijk zoeken. Charlie zal wel willen, maar René niet. Zij zal willen dat iedereen me herinnert zoals ik was, levend en wel, en niet zoals ik eruit zag nadat mijn jonge leven zo veel te vroeg geëindigd werd."
Ik keek haar verbijsterd aan. Het was niet eens zo'n slecht idee.
"Oké, maar dan gaan we nu, en moet het zo snel mogelijk. Je vader is binnen een uur thuis."
Hij was er al geweest als Carlisle hem niet 'toevallig' onderweg tegen was gekomen en hem zei dat hij even met hem wilde kletsen. Ik wist dat hij zou vertellen dat hij redenen had om te denken dat ik interesse had in Bella. Dat zou Charlies aandacht ongetwijfeld in beslag nemen. Hij zou doorvragen en tegelijkertijd zo snel mogelijk weg willen tot Carlisle hem zij dat ik haar volgens hem wel mee had gevraagd naar het lentebal als ik mijn broers niet had beloofd om een keertje met z'n drieën op stap te gaan. Dat zou Charlie voldoende op zijn gemak stellen om het gesprek verder rustig te voeren en ook nog wat over koetjes en kalfjes te praten.
Carlisle had me dit idee doorgegeven toen hij vertrok. Dat zou mij en de anderen tijd geven om Bella's verdwijning te verklaren.
"Oké, spring op mijn rug dan gaan we de anderen achterna. Alice ziet ons wel komen." Bella knikte, dolenthoesiast dat ze nu al actief lid leek van de Cullenclan. Ze sprong op mijn rug, klemde zicht stevig vast en weg waren we.
Oef, willen jullie nog een Bella P.O.V.? Of vinden jullie dit voldoende. Je kan de rest natuurlijk ook aan je eigen fantasie overlaten.
Als jullie geen volgend hoofdstuk willen dan komt er in het volgende hoofdstuk iets dat ik heb geschreven nadat ik een filmpje op Youtube zag over een alternatief Twilight verhaal. Zelfde karakters totaal andere omstandigheden. Het heet: Just a dream. Ik hoor het wel oké.
Reageer (1)
Ik wil meer. Ik ben wel benieuwd hoe het afloopt. Ik heb ook nog ideen die za
1 decennium geledenIk de volgende keer posten. Ze staan in een schrift boven