8.

Louise Alicia Mac Kibbin

Ik schrik wakker door mijn wekker die door de kamer heen tettert. Snel zet ik hem uit. Slaperig sta ik op uit bed en wandel naar de keuken. Ik pak een de cornflakes, een kom en de melk en ga daar mee aan de bar zitten. Ik maak mijn ontbijtje klaar en begin met eten.
Ik hoor de voordeur met lawaai open gaan. “OMG Lou Lou?” Hoor ik mijn zus roepen. Ik kreun. Waarom is ze altijd zo luid. “Lou Lou?” Hoor ik haar weer. “In de keuken.” Schreeuw ik naar haar. “Oh, hier ben je.” Hoor ik haar opgelucht zeggen als ze de keuken in loopt. Ik grinnik. “Zware nacht gehad?” Mijn zus knikt met een grote glimlach. “Kijk!” zegt ze terwijl ze mij haar hand laat zien. Om haar ring vinger zit een mooie met diamand belegde ring. “Wauw..” Weet ik uit te brengen. “Mooi hé.” Zegt ze nog altijd even vrolijk. Ik knik. “Dus, ik wilde het jou als eerste vertellen omdat jij mijn allerliefste tweelingzusje bent.. IK GA TROUWEN!” Op dat moment neem ik net een hap van mijn cornflakes waardoor ik -van de schrik- alles weer terug mijn kom in uitspuug. “OMG, echt?!” Mijn zus knikt blij. “OMG DAT IS GEWELDIG!” Roep ik blij. Ik spring op van mijn stoel om mijn zus stevig te omhelzen. Lachend drukt ze zich uit mijn armen. “En? Wanneer is de grote dag?” Vraag ik terwijl ik weer om mijn stoel ga zitten. Mijn zus gaat op de stoel naast mij zitten. “Weten we nog niet maar, wel snel. Ik ben zo blij. En ik weet al wat voor jurk ik wil. Alles word zo perfect. En en en.. Ik wil op huwelijksreis naar Hawaï.” Ratelt mijn zus aan een stuk door. Lachend schud ik mijn hoofd. “Maar je bent toch wel mijn wedding planner hé? En je moet ook bruidsmeisje zijn.” Ik knik. “Natuurlijk wil ik dat!”

Haastig draai ik mijn lange haar in een strakke knot. Ik was eigenlijk al een beetje laat. Snel bekijk ik mezelf in de spiegel. Ik trek mijn kleding recht en trek mijn hoge hakken aan. Ik ben bestwel klein dus die hoge hakken zijn zeer belangrijk. Het is een warme dag dus ik hoef geen jas aan. “Doei!” Schreeuw ik naar mijn zus voordat ik haastig de deur uit ga.
Als ik eindelijk in de auto zit kijk ik op de klok. 10.45 geeft hij aan. Gelukkig is Starbucks niet ver weg. Ik zet de radio aan en schreeuw met de muziek mee.
Ik parkeer de auto voor Starbucks en stap uit.
Zoekend kijk ik om mij heen. Mijn oog valt op een jongen met een zonnebril die nonchalant tegen zijn auto aan leunt. Langzaam loop ik naar hem toe. Als ik zie dat het Justin is begin ik sneller te lopen. “Hey.” Glimlacht hij. Hij trekt me in een knuffel alsof hij me jaren niet heeft gezien. Oké.. Ongemakkelijk knuffel ik hem terug. “Waar is Selena?” Vraag ik als ik op merk dat ze er niet is. “Ze moest weer terug naar L.A. er waren problemen met haar album.” Zegt Justin een beetje somber. Ik knik begrijpend terwijl ik een aawh geluidje maak.
“Zullen we gaan?” Stelt Justin voor. Ik knik. “Mijn auto of jouw auto?” Vraagt Justin terwijl hij al naar bestuurders kant van zijn auto loopt. “Eeuhm.. Die van jouw?” Zeg ik een beetje vragend. Blijkbaar had ik niet echt een keus want Justin zit al. Ik stap in aan de andere kant van de auto. “Waar naar toe?” Vraagt Justin terwijl hij de auto start. “Naar de drukkerij.” Ik lees het adres voor terwijl Justin het intypt op zijn TomTom.