Hoofdstuk 13 - Thuis
‘Het spijt ons dat we niet naar jullie luisterden,’zei Lilly even later tegen hun ouders. Ze hadden net het hele verhaal verteld.
‘O jee.’ Hun moeder was nogal geschrokken van het verhaal.
‘Ik denk dat we even moeten overleggen, jullie moeder en ik,’zei hun vader tegen Lilly en Evelien. ‘En jij moet ook maar even wachten.’ Hij wees op Birgit.
‘Doe ik.’ Meneer en mevrouw De Graaf verdwenen naar de gang.
Lilly, Birgit en Evelien zaten in de woonkamer. ‘Denk je echt dat ze je zullen ontslaan?’vroeg Lilly terwijl ze op Birgits schoot kroop.
‘Ik weet het niet.’
‘Maar we willen niet dat ze je ontslaan! Toch, Eefie?’
‘Nee, natuurlijk niet!’zei Evelien. Ze vond Birgit intussen bijna net zo aardig als Karla.
Ze zaten nog een tijdje in de woonkamer tot hun ouders weer binnen kwamen.
‘Lilly, Evelien - jullie hebben een maand lang huisarrest en als jullie nog eens zoiets doen krijgen jullie het dubbele,’zei hun moeder.
‘En ik?’vroeg Birgit.
‘Jij… Jij mag blijven.’zei hun vader. ‘We hebben gemerkt dat de kinderen erg op je gesteld zijn en daarmee ben je de eerste van een heleboel oppassers die we gehad hebben. Maar als je nog eens zoiets doet…’
‘Ik heb mijn lesje wel geleerd.’zei Birgit.
Ze waren heel blij en opgelucht. Toen riep Lilly;‘Wie wil er een koekje?’
Er zijn nog geen reacties.