Hoofdstuk 8 - Lilly's plan [Deel 1]
‘Dus, wat ga je doen?’
‘Wat gaan we doen, zul je bedoelen. Want jij doet mee, of je wilt of niet!’zei Lilly terwijl ze in dezelfde stoel als gisteren ging zitten. Hij was eigenlijk wat te groot voor haar dus zonk ze er helemaal in weg. Hij zat verder wel lekker.
Hun moeder had de dag hiervoor nog een aantal spelletjes met hen gespeeld en daarna hadden ze samen het eten gemaakt en gegeten, dus toen had Lilly geen tijd om haar plan uit te leggen. Na het eten ook niet; ze keken vaak samen tv, en als Lilly en Evelien weg waren gegaan had het raar geleken. Nu zaten ze weer met z’n tweeën in de woonkamer. Ze hadden net middageten gehad.
‘Jaha. Leg nou maar gewoon uit wat je wilt doen.’zei Evelien ongeduldig.
‘Oké. Ik zat op mijn kamer te denken toen-’
‘Vertel nou maar gewoon wat het plan is, niet hoe je eraan komt!’
‘Als je me had laten uitpraten had het minder lang geduurd! En nu wens ik niet meer onderbroken te worden!’zei Lilly streng. Die zin had ze ook uit het toneelstuk. Blijkbaar was het erg leerzaam.
‘Ja juf.’
‘Goedzo. Ik zat dus op mijn kamer te denken toen-’
‘Hallo!’riep Birgit toen ze de kamer in stapte. Ze had haar jas nog aan. Deze keer was ze in roze en wit gekleed.
‘Wat doe jij hier?’vroeg Evelien.
‘Lilly heeft me gemaild over haar plan. En je zou me best eerst kunnen begroeten.’
‘Hallo.’zei ze nors.
‘Hoi Birgit! Ik was Eefie net mijn plan aan het vertellen!’zei Lilly tegen Birgit en toen, tegen Evelien;‘Birgit helpt ons. Maar nu moet ik het uitleggen!’
‘Doe wat je niet laten kunt.’
‘Ik kwam op het idee door een boek dat ik laatst gelezen heb. Het ging over een meisje dat een man in de gaatjes wou houden omdat - praat niet door me heen Eefie! - omdat ze dacht dat hij dieren steelde uit de dierentuin. En toen ging ze haar club bij elkaar roepen om overal iemand neer te zetten die kon kijken of hij iets deed wat hij niet mocht doen. Maar dat wil bij ons niet, omdat wij niet genoeg mensen hebben. Maar we kunnen wel zelf heel vaak gaan wandelen om te kijken of we iets zien, want we mogen pas weer naar papa toe als we meer bewijs hebben.’
‘Ja, maar-’
‘Geen gemaar!’zei Lilly met een hele goede imitatie van hun vaders stem.
Er zijn nog geen reacties.