Hoofdstuk 6 - Stomme papa [Deel 1]

Evelien fietste zo snel ze kon naar huis, en helemaal buiten adem trapte ze op de rem toen ze voor de praktijk moesten stoppen. Vanwege de snelheid die ze had bereikt schoot ze nog wat verder door dan ze had gewild en moest ze haar fiets eerst keren voordat ze hem tegen de schutting kon zetten. Lilly sprong alvast van de fiets en rende zo hard naar de deur van de praktijk dat Evelien echt even dacht dat ze niet op tijd af zou remmen en tegen de deur zou botsen. Maar Lilly had geluk; er kwam net iemand naar buiten, en alhoewel de hond geschrokken bukte en de vrouw maar net op tijd een stap op zij kon doen, knalde Lilly tegen niemand op. De vrouw dacht dat het weer veilig was en wou de hond meetrekken, toen Evelien eraan kwam en ze opnieuw moest wijken. Evelien hoorde nog net dat de vrouw iets riep, daarna viel de deur met een klap achter haar dicht.
Voor de tweede keer binnen een week kwam ze ongevraagd de praktijk binnenstormen, maar deze keer stond Lilly er al en was opgewonden aan het vertellen.
‘En toen hoorde ik iets en eerst hoorde Eefie het niet en toen ik het zegde hoorde ze het wel en toen ben ik alleen de bosjes ingegaan met Eefie achter me en toen zagen wij daar een heeeeeeeeele gemene en stomme en vervelende man en toen schopte die en toen gingen wij naar huis om het tegen iiiiiiiiedereen te zeggen en die man die moet dan naar de gevangenis en dan krijgt hij alleen nog water en brood en geen snoepjes!’ratelde ze.
‘Huh?’zei hun vader, die er duidelijk helemaal niets van begreep en een beetje geïrriteerd leek omdat ze hem alweer gestoord hadden.
Er stond ook deze keer iemand bij de behandeltafel, maar nu waren het een man, een vrouw en een kind met 6 cavia’s. De cavia’s piepten angstig door zo een plotselinge storing en hun baasjes keken verbaasd.
‘Uhm… Meneer de Graaf?’zei de man aarzelend. Hij wist duidelijk niet wat hij hiervan moest denken.
‘Ja, ik stuur mijn assistent hier zo heen, ik moet even iets regelen.’ Hij trok hen mee naar zijn kantoortje, dat niet veel groter was dan het rommelhok of de badkamer. Hij ging zitten. ‘Kan een van jullie mij nog eens duidelijk vertellen wat er gebeurd is?’