One.
Alexis Carter.
Aarzelend staar ik naar het formulier. 'Dus, zet hier uw handtekening en dan kunnen we verder zien wat we voor u kunnen doen, de eerste twee weken zit u hier in ieder geval zonder gestoord te worden.' Zegt de vrouw. Ze kijkt me bemoedigend aan. Ik glimlach zwak en ongemeend. Dit voelt zo ontzettend fout. De vrouw geeft me een pen aan en draait het papier naar me toe. Langzaam til ik mijn hand op en neem de pen aan. Boven het papier houd ik de pen even stil. Mijn hand trilt als een bezetene. Zonder er echt over na te denken neem ik een besluit en druk de pen hard op het papier. Snel krabbel ik mijn handtekening neer en geef daarna mijn paspoort aan de vrouw zodat ze die kan controleren en kan kopiëren voor later. Ze glimlacht weer naar me als ze me de paspoort overhandigt. 'Alsjeblieft, neem daar maar even plaats, dan haal ik de sleutel op.' Als een halfdode neem ik mijn paspoort aan en loop langzaam naar een van de luxe banken die in de kamer staat. Ja, het is waar. Na twee weken op straat heb ik mijn trots op gegeven en heb me gedeeltelijk voor mijn eigen veiligheid hier heen gebracht. Een opvangcentrum voor mensen met problemen, voor mensen die eigenlijk nergens anders heen kunnen, voor mensen die gevaar lopen als ze langer zo buiten blijven lopen, kortom: Perfect voor mensen zoals ik. Zenuwachtig staar ik uit het raam. Ik voel me beschaamt en vies. Ooit had ik gezworen hier nooit naar toe te gaan. Toen leek alles nog goed. Toen had ik alles nog. Toen, een andere tijd. Een betere tijd. Ik heb alles verpest. Nou ja. Eigenlijk niet. Ik was gewoon naïef, dom en onoplettend. Als ik er later aan terug denk was het eigenlijk allemaal wel voorspelbaar. En zoals altijd tuinde ik er met open ogen in, zoals ongeveer bij alles. Door hem ging alles fout. Eigenlijk is het zijn schuld. Maar toch, als ik niet zo dom was geweest was dit nooit gebeurd. Ik houd mezelf van alles voor maar uiteindelijk kan ik er niet omheen: Het is toch mijn eigen schuld...
Er zijn nog geen reacties.