8. De droom
Ik loop door het bos. Het is donker, het is volle maan maar de bomen belemmeren het licht. Ik kijk om me heen. Hopend ergens een licht te zien.
Maar ik zie geen licht, wel zie ik een paar ogen. Hoe ik die ogen kan zien zonder licht weet ik niet. Maar ze reflecteren toch nog licht, geen idee waar het vandaan komt. De ogen zijn groot. Alsof ze van een groot dier zijn.
Direct word ik bang. Wat nou als ze van een wolf zijn? Ik kijk nog eens beter. Nu ik weet wat ik moet zoeken zie ik het ook. Er staat inderdaad een wolf tegenover mij. Maar niet een gewone, nee een hele grote. Ergens weet ik dat ik bang moet zijn. Maar door de ogen ben ik niet bang. De ogen zeggen mij dat hij niet gevaarlijk is.
Langzaam komt hij naar mij toe. Alsof hij probeert te zeggen dat hij niks zal doen. Stapje voor stapje komt hij dichterbij.
Ik ga op de grond zitten, want het voelt alsof mijn benen mij niet lang meer kunnen dragen. De wolf gaat tegenover mij zitten. Hij kijkt mij aan alsof hij iets wil zeggen. Alsof hij wil dat ik iets doe. Maar ik doe niks, niet wetend of er iets zal gaan gebeuren.
Ik vertrouw de wolf dan misschien een beetje, de rest van de omgeving vertrouw ik niet. Het is onheilspellend, alsof er elk moment iets naar beneden zal komen. Of er opeens bomen om zouden vallen.
De wolf kijkt mij afwachtend aan, maar ik doe niks. Dan komt de wolf voorzichtig overeind. Misschien bang omdat ik weg kan lopen. En dan komt hij naast mij liggen. Hij kijkt vanuit zijn ooghoeken naar mij, maar nog doe ik niks.
Dan kom ik op het idee dat hij misschien gewoon geaaid wil worden. Voorzichtig doe ik mijn hand omhoog en ik zie dat de wolf toekijkt. Dan leg ik mijn hand op zijn vacht.
Vanuit het niets komt opeens van boven ligt. Ik kijk verschrikt op en zie dat het de maan is, waar het licht vandaan komt. De bomen zijn op mysterieuze wijze aan de kant gegaan en de maan verlicht ons.
Ik kijk naar de wolf. Het is een zandkleurige wolf met bruine ogen.
Langzaam begin ik hem te aaien. En hij begint bijna direct te spinnen. Voorzichtig legt hij zijn hoofd op mijn been en ik aai hem over zijn kop.
Dan opeens trek ik het niet meer. Niemand heeft thuis echt aandacht voor mij. En bij niemand kan ik mijn verhaal kwijt.
Dus begin ik te praten tegen de wolf.
"Ik weet het niet meer wolf." begin ik. De wolf doet zijn ogen open en kijkt mij verbaasd aan.
"Mijn familie lijkt niet meer om mij te geven zoals ze vroeger deden." zeg ik en ik aai rustig verder. De oren van de wolf komen rechtop te staan om goed naar mij te kunnen luisteren.
"Ze hebben mij een stomme regel opgesteld. En nu lijken ze alleen daar maar om te denken." zeg ik, de wolf sluit zijn ogen weer.
"I am forbidden to love. Ik mag geen vriendje. En dat terwijl mijn broer iets heeft met mijn stiefzus. En dat mijn stiefbroer en stiefzus ook nog iets met elkaar hebben. Ze geven niet meer om mij." langzaam loopt er een traan over mijn wang.
"Ze letten alleen maar op elkaar. Ze denken niet meer aan mij. En mijn moeder gaat weer op reis. Zonder iets te zeggen vertrekt ze en ze laat alleen maar een briefje achter. Dat is toch niet normaal? Wat voor een moeder ben je als je je kinderen niet eens laat weten dat je op reis gaat." zeg ik en de wolf kijkt mij even twijfelend aan alsof hij dat niet gelooft. Maar sluit dan direct weer zijn ogen.
"Weet je je hebt gelijk. Waarschijnlijk heeft ze het wel gezegd dat ze op reis ging. Maar niet tegen mij. Omdat ik Brody, Aiden, Sophie en Nora heb." zeg ik waardoor de wolf mij even vragend aankijkt.
"Brody is mijn echte broer. Aiden en Nora zijn tweeling en mijn stiefbroer en stiefzus. Sophie is mijn stiefzus. Brody heeft iets met Nora. Sophie heeft iets met Aiden." leg ik even uit en de wolf sluit begrijpend weer zijn ogen.
"Zij hadden mij waarschijnlijk moeten vertellen dat mama op reis ging." vervolg ik mijn verhaal weer. "Maar zij vergeten het gewoon aan mij te vertellen omdat zij bezig zijn met elkaar en school, zij zijn bezig met hun eigen leven. En ik mag gewoon niet meer vol uit leven door die stomme regel." de tranen beginnen nu echt goed te stromen.
"Het is gewoon niet eerlijk. Brody verplicht mij bijna om alleen maar met hun om te gaan. Terwijl ze eigenlijk helemaal niet met mij praten. Terwijl ze eigenlijk niet naar mij luisteren. Ze willen er gewoon op letten dat ik die stomme regel niet verbreek." zeg ik en mijn stem slaat over. De wolf kijkt mij met medelijden aan, maar ergens ook begrijpend. Alsof hij snapt wat ik bedoel.
"De mensen op school vinden het al raar dat ze stelletjes zijn. En als uit komt wat de regel is zullen ze ons wel helemaal raar vinden. Ik kan ze geen ongelijk geven. We zijn een rare familie, dat zijn we altijd al geweest. Maar sinds mijn vader is weg gegaan is die regel gekomen en dus is mijn familie echt raar geworden." zeg ik en mijn stem slaat nog een keer over.
"Hoe kan ik het mijn vader vergeven als hij niks meer van zich laat horen? Hoe kan ik nou denken dat hij goed is als hij niks doet? Hoe kan ik hem vergeven als ik door hem deze regel opgelegd heb gekregen?" ik kijk de wolf vragend aan en de wolf kijkt mij met begrip aan. Hij begrijpt mij.
De wolf staat op en schud zich uit. Dan gaat hij naast mij zitten en ik leun tegen hem aan. Ik doe mijn ogen dicht, om alles te vertellen heeft mij uitgeput.
Reageer (2)
ooohhh droom sessie nice benieuwd wat er gaat gebeuren (nerd)muwahhaa maar dat komt vast wel goed ga zo door! xxx
1 decennium geledenleuk!!!
1 decennium geledensnel verder!!!!
is wel een beetje zielig voor haar.
xxx