12. Vragen
De pauze is voorbij en Rianne en ik hebben Biologie. We lopen samen naar het lokaal. Daar gaan we snel zitten. Ik zie dat Embry mij even bezorgd aankijkt, maar hij zegt verder niks.
De leraar begint met de uitleg. Tijdens de les kijken Embry en Rianne een aantal keer bezorgd naar mij, maar ze zeggen of vragen verder niks.
De bel gaat en ik ruim snel mijn spullen op. Ik kom voorzichtig overeind en loop dan zo snel mogelijk naar het lokaal waar ik dan les heb.
Ik kom het lokaal binnen net als de lerares met de uitleg wil beginnen. Ze kijkt me even boos aan, maar als ze het verband om mijn been en hoofd ziet wijst ze naar een plek waar ik moet gaan zitten.
Normaal zit ik bij tekenen naast Su, maar Su is naast een ander meisje gaan zitten. De lerares wees me naar de plek naast Embry.
Ik ga voorzichtig zitten. Ik neem de aantekeningen over. Ondertussen het schrijven zie ik vanuit mijn ooghoek dat Embry mij bezorgd aankijkt. Hij kijkt heel bezorgd naar mijn ogen.
Mijn ogen zijn een klein beetje dichter dan normaal, maar ik heb de blauwe ogen als het goed is goed verborgen. Maar Embry blijft bezorgd naar mijn ogen kijken. Misschien zit mijn make-up niet meer goed.
De lerares is klaar met uitleggen en geeft ons wat tijd om te kletsen. De rest van het jaar moeten we namelijk op deze plekken zitten.
“Wat is er?” vraag ik aan Embry als hij mij nog steeds bezorgd aankijkt.
“Gaat het wel goed?” zegt hij als wedervraag.
“Nou ik heb me wel eens beter gevoeld.” zeg ik naar waarheid. Maar Embry zijn ogen blijven de hele tijd naar mij ogen kijken, of eigenlijk de huid eromheen. De huid die eigenlijk blauw is, maar dat ik verborgen door make-up.
“Maar hoe gaat het met jou?” vraag ik om hem af te leiden. Hij kijkt me in de ogen en ik krijg vlinders in mijn buik. Hij kijkt me liefdevol maar ook bezorgd aan.
“Gaat wel goed.” zegt hij waarna zijn blik weer nar de huid om mijn ogen gaat.
“Vind je het wel leuk hier op school?” vraag ik om hem weer af te leiden, want ik wordt zenuwachtig van dat hij de hele tijd naar de huid om mijn ogen kijkt. Embry kijkt mij even verward aan maar knikt dan.
“Ja wel. De mensen zijn aardig. Maar ik had mijn vrienden op de andere school.” zegt hij waarna hij mij nog steeds verward aankijkt.
“Wat is er?” vraag ik want ik word nu echt zenuwachtig van hem.
“Nou ik dacht dat wel duidelijk zou zijn, nu je mijn vrienden hebt gezien.” zegt hij.
Ik denk terug aan de jongens in het huisje van Emily en Sam. Ik heb ze allemaal gezien, maar ik weet niet meer hoe ze allemaal heten. Het was allemaal nog al raar en ik voelde me niet erg op mijn gemak.
“O ja. Had ik even niet aan gedacht.” zeg ik waarna ik het bloed naar mijn wangen voel stromen.
Natuurlijk ik ga weer blozen als ik even ergens niet aan gedacht heb.
Er verschijnt een lieve glimlach op Embry zijn gezicht als hij ziet dat ik moet blozen. Die lieve glimlach doet mijn hart een slag overslaan.
Ik glimlach even terug. Maar dan gaat de bel.
Ik ruim snel mijn spullen op en loop samen met Su naar de kantine. Daar ga ik zitten. Su en Rianne komen naast mij zitten. Ze kijken mij bezorgd aan.
“Wat zei Embry allemaal tegen jou?” vraagt Su aan mij als ik net mijn appel wil pakken.
“Nou we praatte gewoon even met elkaar om de tijd te doden.” zeg ik waarna ik een hap van mijn appel neem. Rianne en Su kijken mij allebei nieuwsgierig aan.
Ik heb geen zin in een vragen ronde dus ik pak mijn tas op, gooi mijn appel weg en loop naar de wc. Bij de wc's hangt een grote spiegel en ik kijk er snel in. Van mijn blauwe ogen is gelukkig niks te zien.
Ik doe snel wat mascara op en wil dan weer weg lopen. Maar Su en Rianne komen binnen.
“Wat is er aan de hand?” vraagt Rianne terwijl ze me bezorgd en nieuwsgierig aankijkt.
“Ik heb gewoon even geen zin in praten. Sorry. Ik weet het allemaal zelf ook niet.” zeg ik waarna ik Rianne en Su twijfelend aankijk.
Hoe kan ik ze nou gaan uitleggen dat een jongen die ik net één keer heb gezien mijn hoofd helemaal op tilt brengt? Hoe kan ik ze nou gaan uitleggen dat mijn vader mij slaat? Ik wil het ook helemaal niet
uitleggen. Ik wil gewoon even alleen gelaten worden met mijn gedachten.
Rianne kijkt mij meelevend aan. “Is er een jongen in het spel?” vraagt ze terwijl er een glimlach op haar gezicht verschijnt.
Ik zucht verslagen en ook op Su haar gezicht verschijnt een glimlach.
Als ze denken dat het alleen maar een jongen is snappen ze het vast wel. Dan hoef ik niks te vertellen over mijn vader.
“Wie, welke jongen?” vraagt Su helemaal hyper.
“Su. Moet iedereen het weten?!” zeg ik geïrriteerd omdat ze het bijna uitschreeuwde. Su doet direct iets rustiger.
“Sorry.” zegt Su op een rustige en zachte toon.
“Geeft niet. Maar niet iedereen hoeft alles te weten.” zeg ik tegen Su maar ook tegen Rianne.
Als we de wc's uitlopen gaat de bel.
Reageer (2)
maar ik wil wel alles weten!
1 decennium geledennou ga ik doorlezen!
haha natuurlijk ben ik hyper ben ik altijd
1 decennium geleden