A ranger/traitor 37
Hier is een nieuw deeltje.
Gelukkig nieuwjaar allemaal!
Het was geruime tijd stil. Het nieuws over de jagers had diepe indruk gemaakt op de drie aanwezigen.
“Ik zeg het niet graag, maar hoe langer ik er over nadenk hoe meer waarschijnlijk het lijkt dat er een complot tegen het corps wordt gesmeed”, zei Halt uiteindelijk. Will knikte.
“De vraag is alleen, door wie?” Halt zuchtte
“Het is wel duidelijk dat wie het ook is. Hij geen goede plannen heeft met Araluen. Als hij van plan is Duncan de oorlog te verklaren dan is het niet onlogisch dat hij ons eerst uit de weg ruimt. We zijn de oren en ogen van het rijk en doven en blinden zijn niet bepaald goede soldaten.”
“Dus er dreigt een oorlog?” Het klonk niet echt als een vraag. Halt knikte somber.
“Daar gaan we momenteel vanuit.” Will vloekte zachtjes.
“Ze hebben een goed moment uitgekozen. Is er nieuws van Duncan?”
“Nog steeds hetzelfde en de huidige situatie zal zijn genezing niet bespoedigen vrees ik.” Miko wist niet wat hij hoorde. Was de koning ziek?
“Dan zal alles neerkomen op Evanlyn en Arnaut”, zei Will.
“Je vergeet Alyss, die is daar ook nog en ze is een goede hulp voor de prinses.” Will knikte met een uitdrukking van gemis op zijn gezicht. Dus Alyss was al die tijd in kastaal Araluen geweest omdat ze prinses Cassandra bij moest staan, nu haar vader ziek was.
“We mogen ons gelukkig prijzen met de keuze van Duncan om zijn ziekte niet openbaar te maken. In deze situatie zou het noodlottig kunnen zijn om zwakte te tonen”, zei Will.
“We kunnen alleen maar hopen dat de vijand er nog niet van op de hoogte is.”
“Maar door alleen over het probleem te praten lossen we het nog niet op. Wat gaan we er aan doen?”, vroeg Will.
“Crowley en ik vertrekken naar de kust samen met nog een paar andere jagers,” antwoordde Halt, “We verspreiden echter het gerucht dat we naar de grijze jagers bijeenkomst in het Westwoud gaan. Als er echt iemand achter ons aan zit, dan zal er zeker een mannetje op af komen. Die moeten we te pakken weten te krijgen.”
“We? Ik geloof dat je het over mij hebt.”
“Inderdaad. Jij, Miko en Andros zullen dat klusje moeten zien te klaren.” Ondanks alles voelde Miko zich zwellen van trots dat hij genoemd werd.
Reageer (8)
Ojee
6 jaar geledenOp avontuur!
9 jaar geledenDaar komt het avontuur......
1 decennium geledenyeah we kunnen het avontuur ruiken
1 decennium geledennu snellerdesnel verder!!
zwellen van trots, ik zie het helemaal voor me, als een soort ballon die op knappen staat:)
1 decennium geleden