Rustig scheurde ze een stuk vlees van een karkas. Het smaakte goed en het vlees was sappig maar het was te weinig om haar honger te stillen, wel genoeg om haar honger aan te wakkeren. Ze moest nog meer eten, haar maag maakte dat luid duidelijk. Zacht brommend stond ze op. Geuren drongen haar neus binnen, het woud zat vol met ze. Ze snoof diep in, opzoek naar de geuren van prooidier. Geschrokken legde ze haar oren achteruit, ze rook geen prooidieren.. maar wel haar oude roedel..vlakbij. en ze kwamen dichterbij. Ze moest weg en snel ook. Gespannen begon ze te rennen. Een oude Inuga stak zijn kop door de struiken en zag haar wegspringen. ‘Vyrita wacht!’ zei hij luid. Ze keek even om, hij riep haar.. nee ze ging niet terug. Niet nu. Hijgend rende ze door, ze hoorde de roedel achter zich. Ze wou ze niet zien. Met een verbeten blik rende ze door, ze ontweek de bomen en sprong door de struiken. Geen fouten maken nu, één fout en ze vonden haar. Geschrokken hield ze halt, hier had ze dus haar eerste fout gemaakt. De kolkende hoofdrivier lag voor haar. Ze had het getroffen, dit was de wildwater plek. Vluchtig keek ze rond en toen naar haar vleugels. Wat stom was ze. Vyrita sloeg haar vleugels uit en zette zich af. Met gespreide vleugels zeilde ze over de rivier over. Sierlijk lande ze aan de andere kant en keek nog even om, nog niets te zien. Snel rende ze naar de struiken. En dook erin. De andere Inuga kwamen uit de struiken aan de overkant, nu waren ze haar geur kwijt, geur trok niet over water. Ze had gelijk, ze zag de roedel verdwaasd in het rond ruiken en op het gegeven moment afdruipen. Ze legde haar oren achteruit toen haar broer, de leider van de roedel nog even recht naar haar keek, had hij haar gezien? Maar nog schrijnender was de verdrietige trek op zijn gezicht. Vyrita legde haar oren in haar nek, zijn geur.. hij was ziek.. ziekte is verschrikkelijk. Hij was al ziek toen ze weg ging.. maar wat hij niet wist, is dat ze het medicijn ging halen, hij had haar zeker niet laten gaan, zelfs als het zijn dood zou betekenen. Alleen.. ze kon het medicijn niet vinden.. het zeldzame geurende plantje.. toen ze klein was had haar moeder het plantje aan haar laten zien. Haar moeder.. die vertrokken was voor een leven met meer avontuur.. zou ze nog leven? Vast wel, haar moeder was een doorbijter die nooit zomaar opgaf, misschien kwam ze wel terug. Vyrita schudde wat met haar kop, daar moest ze nu niet aan denken, ze moest het plantje vinden en snel ook. Vluchtig keek ze rond, weer niet die geur. Ze zonk verdrietig neer. Als ze nog wist wat haar verteld was over het plantje vroeger.. vroeger was een vage vlek geworden.. nog net kon ze zien dat haar broer een bemoedigend gebaar maakte naar zijn zwangere geliefde.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen