Prologue.
Niall Horan.
Naarmate ik dichterbij mijn auto kwam begon het harder te regenen en automatisch begon ik dus ook harder te lopen. Voor zover ik wist was deze straat nog nooit zo verlaten geweest als nu. Er reedt af en toe een auto langs en soms kwam ik iemand tegen met een paraplu. Ze glimlachte altijd hartelijk naar me alsof ze wisten wie er achter deze zonnebril schuilging. Ik ritste mijn jas verder dicht toen de wind harder begon te waaien. Het was begin januari en het leek wel herfst! Mijn voetstappen klonken hard op de verlaten stoep en eindelijk kwam ik bij mijn auto aan. Vlug opende ik het portier en stapte in. Ik schudde mijn hoofd heen en weer en druppeltjes vlogen alle kanten op. De auto startte en langzaam werd het warmer in de auto. Ik drukte de radio aan, die stoorde even maar nadat ik er een tijdje aan had gekloot werkte hij weer perfect. Deze auto was oud en dringend aan vervanging toe. Tot de ergernis van ongeveer iedereen kon ik er geen afscheid van nemen. Hij reed niet eens heel lekker, toch was het zo dat ik naar mijn idee in deze auto meer rust had. Minder mensen herkende me. Ik denk omdat ze niet verwachten dat een populaire zanger uit een band in zo'n oude bak zou rondrijden. Net toen ik mijn auto uit zijn parkeerplaats wilde rijden zag ik iets wat me verbaasde. Ik parkeerde mijn auto terug en zette hem weer uit. Ongelovig opende ik het portier en stapte uit. Door mijn wimpers heen turend zag ik het, ik had me niet vergist. Langzaam begon ik te lopen. Aan de overkant van de straat zat ze. Er zat een meisje zonder jas op de stoeprand. Ze zat met haar hoofd in haar knieën en haar rug schokte zachtjes. Zonder te kijken stak ik over, ik verwachtte geen verkeer. Ik kon haar gezicht niet zien, er hing een hele bos donkerbruin haar voor. 'Eh, pardon, gaat het wel?' Vroeg ik. Geen reactie. Zachtjes legde ik mijn hand op haar schouder. 'ROT OP MATTHEW, JE HEBT ALLES GEBROKEN, ALLES!' Gilde ze. Ze rukte haar hoofd omhoog en keek me kwaad aan. Ik schrok van haar plotselinge uitbarsting. 'Ik ben Niall.' Zei ik droogjes en zacht omdat ik niet helemaal wist hoe ik erop moest reageren. Haar grote, bruine, huilende ogen keken me een fractie van een seconde verbaasd aan maar daarna stonden ze weer zoals eerst. Glashard en kil. 'Kan ik iets voor je doen?' Probeerde ik. Ze haalde haar neus op en ik zag dat ze rilde. 'Nee.' Was haar korte antwoord. 'Je ziet er niet goed uit, ik kan je hier echt niet laten zitten, ga naar huis.' Zei ik uiteindelijk. In een korte, vloeiende beweging stond ze op. 'Bemoei je er niet mee, oke? Ik beslis zelf wel wanneer ik naar huis ga of wat er goed voor me is.' Riep ze hard. Ze gilde bijna. 'Sorry.' Zei ik zachtjes en ik keek beschaamd naar de grond. Ze had gelijk, dit waren haar problemen, ik moest me er niet mee bemoeien. 'Ik ga niet naar huis, misschien ken je dat niet maar er zijn ook mensen zonder huis of zonder iemand die om ze geeft!' Zei ze nog kwaad voor ze zich omdraaide. Verbaasd en geschokt keek ik haar na. Voordat ik het doorhad deed ik iets waarvan ik nooit had gedacht het ooit te doen: Ik rende achter haan aan en greep haar pols beet. Ze schrok en draaide zich kwaad om. Ik keek haar recht aan en zag kleine mascara vlekjes onder haar ogen zitten. Haar gezicht was helemaal nat en ik weet zeker dat het niet alleen door de regen kwam. 'ROT OP!' Gilde ze keihard over straat. Hiervan schrok ik en liet haar meteen los. Ze hief haar hand en ik dook van te voren al weg. De klap die ik verwachtte kwam alleen niet. Voor mijn neus leek het meisje te breken en in elkaar te storten. Geschokt en lichtelijk verbaasd keek ze me aan. Ik zag één druppel. Een traan uit haar ooghoek naar beneden lopen, ze zag dat ik ernaar keek en ruw veegde ze hem weg. Daarna draaide ze zich vliegensvlug om en begon weg te rennen. Ik was te erg in de war om ook maar iets te doen.
Er zijn nog geen reacties.